Gebouwd voor jong, gebruikt door oud. Dat is het slotcarracecircuit in 2e Exloërmond. Voor zes belegen heren geldt: vrijdagavond vrooooomavond. Welkom in het Madurodam van de autosport.
Kinderparty’s. Daar bouwde Markus Goetz (56) vijftien jaar geleden het circuit voor. ,,Wij wilden kinderfeestjes organiseren. Racen met op afstand bedienbare auto’s leek ons een leuke activiteit voor jongens. Maar dat is op een of andere manier nooit echt van de grond gekomen. Uiteindelijk kwam de baan op zolder terecht. Daar heeft die jaren gestaan. Tot wij hier gingen wonen en ik het idee kreeg om iets met slotcarracen te gaan doen.”
In juni 2013 zette hij zijn mannenclubje op. Hoewel, clubje. Eigenlijk mag het geen naam hebben. Dat heeft het dan ook niet, laat staan dat er een bestuur of statuten zijn. Maar het fanatisme van de mannen die in 2e Exloërmond hun passie delen, is er niet minder om. Alphons van Meerendonk (55) en zijn buurman John Jense (66) komen Delfzijl, Hein Tunissen (62) uit Musselkanaal. Paul de Vries uit Nieuw-Buinen en Fokko Zoutman uit Musselkanaal ontbreken op het appel. Beide snelheidsduivels doen mee aan internationale races in Wolfsburg.
Dertig meter
Het circuit van dertig meter is een knap staaltje huisvlijt van Goetz. Officieel erkend zelfs door de nationale bond. Het telt vier banen. Lees: gleuven waarop de elektrisch aangedreven modelauto's zich voortbewegen. Aan weerskanten van de gleuf zit een flinterdunne geleidende koperstrip voor de stroomvoorziening.
De auto’s worden op afstand met een regelaar bestuurd. Met hun wijsvinger doseren de mannen de snelheid. Een kwestie van Fingerspitzengefühl. Het maximale aan snelheid uit rechte stukken halen om zo laat mogelijk voor een bocht de wijsvinger te ontspannen. Daar draait het om. Ben je een fractie te laat, dan vliegt het wagentje uit het spoor en crasht. Dat levert zo maar een rondje achterstand op.
Echte tijdsmeting
De tijden worden net als op een echt circuit tot op een duizendste van een seconde gemeten. Elke keer als een bolide de sensor passeert flitst de rondetijd op een beeldscherm. Om een zo eerlijk mogelijke afspiegeling te krijgen, moet een wedstrijd bestaat uit vier sessies. Elke deelnemer rijdt in alle vier banen.
Wat geldt voor de Formule 1 is ook op slotcarracing van toepassing: afstelling is het halve werk. Vering, tandwielen, het compound van de banden. Alles luistert heel nauw. Tussen de acht racemonstertjes is de gereedschapskoffer van Alphons van Meerendonk gevuld met een indrukwekkende sortering tangetjes, schroevendraaiertjes en onderdeeltjes. ,,Autootjes kosten nieuw zo’n zeventig euro. Dat gaat boven mijn budget. Laat mij maar dertig euro onderdelen in een oud wrak stoppen dat ik voor vijf euro heb gekocht. Dat geeft veel meer voldoening”, aldus Van Meerendonk.
Proberen foutjes te forceren
Je hoofd koel houden en je eigen wedstrijd rijden, daar zit ‘m de kneep volgens Hein Tunissen. ,,Vlieg je eruit, dan word je nerveus, heb je de neiging nóg harder te gaan met als gevolg dat je opnieuw crasht. Tijdens de races zetten we elkaar onder druk. Er net achter gaan rijden, een beetje duwen... Zo proberen we elkaar tot foutjes te forceren.”
Fysiek gezien is de belasting minimaal. ,,Het is een oude lullensport”, zegt Tunissen, ,,aan het eind van de avond merk je wel dat je wat hebt gedaan. Het is net seks. Dit kost inspanning.” Alphons van Meerendonk die ooit de 24-uursrace van Zuidwending op zijn naam schreef, kan dat beamen. ,,Na zo’n wedstrijd kruip ik echt niet meer achter het stuur. Dan laat ik mij ophalen.”