Gerechtshof spaart kool en de geit in uitspraak pesticiden lelieteelt

Twee weken geleden oordeelde het Gerechtshof in een spoedprocedure al dat Joling met vier (van de toegestane veertig) middelen door mag. De teler had haast, want zijn oogst dreigde te mislukken, nadat een kortgedingrechter in Assen alle middelen op het perceel in Boterveen had verboden. Omwonenden hadden het geding aangespannen, omdat ze vrezen dat de stoffen die Joling wil gebruiken hun gezondheid aantasten.

Het staat er in juridisch onberispelijke taal, maar eigenlijk kun je wel stellen dat het Gerechtshof vrij kritisch is op het oordeel van de rechter in Assen in het deze week gepubliceerde vonnis. Het hof vindt dat er ‘in dit geval geen reden (is) om alle bestrijdingsmiddelen te verbieden. Dat is zo omdat deze teler al veel maatregelen heeft getroffen die de gevolgen voor de omwonenden moeten beperken én omdat de Gezondheidsraad en het RIVM niet tot een verbod hebben geadviseerd. Zij deden recent nog onderzoek naar het verband tussen bestrijdingsmiddelen en ziektes als Parkinson. Uit dit onderzoek is geen verband gebleken.

Met dit vonnis kan Joling verder. Hij liet in deze krant eerder weten dat hij met de vier nu weer toegestane middelen de schade aan zijn oogst denkt te kunnen beperken. Omwonenden toonden zich na de uitspraak opgelucht dat het verbod wel blijft gelden voor 90 procent van de toegestane gewasbeschermingsmiddelen.

Het Gerechtshof grijpt het aanbod van Joling aan om het seizoen af te maken met vier van de veertig toegestane stoffen en staat die nu toe. Waarom de overige toegestane middelen wel verboden blijven, wordt uit het vonnis niet duidelijk. Daarvoor wordt een bodemprocedure gevoerd. Voordat in deze procedure het eindoordeel is geveld, zijn de lelies die dit jaar groeien in Boterveen al lang en breed geoogst.