Jannes Kremers en Rein Schonewille van Weidevogelbescherming Kerkenveld-Alteveer zijn samen met Jorian Huisman van Agrarische Natuur Drenthe (vlnr.) op zoek naar weidevogelnesten. Foto: Gerrit Boer
Drenthe zet een nieuw wapen in om weidevogels te beschermen: de drone. Jorian Huisman van Agrarische Natuur Drenthe brengt samen met vrijwilligers en boeren vele nesten in kaart.
De klok op het dashboard geeft 5:55 uur aan. Nog tien minuten tot de zon opkomt. Vanwege het dikke wolkendek boven ons hoofd zullen we er helaas weinig van merken.
Dure koffer
Jorian Huisman, projectleider bij Agrarische Natuur Drenthe, stapt uit op een boerenerf in Alteveer en haalt een grote koffer achter uit zijn auto. De inhoud is 30.000 euro waard. Rustig wacht hij op twee vrijwilligers van Weidevogelbescherming Kerkenveld-Alteveer. Lang duurt het niet. Na enkele minuten verschijnt eerst Jannes Kremers, even later komt ook Rein Schonewille aanrijden.
„Zo, daar gaan we weer”, zegt Kremers. „Ik heb de boer gesproken, volgens hem moeten we hier grutto’s en wulpen kunnen vinden. Dat zou heel mooi zijn.”
De Weidevogelbescherming Kerkenveld-Alteveer en Agrarische Natuur Drenthe (AND), een coöperatie van boeren die aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer doen, brengen deze lente voor het eerst de weide- en akkervogelstand in kaart met behulp van een drone. Inclusief warmtecamera en volautomatisch vliegsysteem.
Via een iPad bekijkt Jorian Huisman waar de drone zich bevindt. Foto: DVHN
„We brengen per keer zo’n 15 hectare in kaart”, legt hij uit, terwijl hij zijn koffer opent en de drone gereedmaakt voor vertrek. „Dat gaat veel sneller dan we lopend kunnen doen. Bovendien moesten vrijwilligers altijd met meerdere mensen tegelijk een perceel afstruinen. Dat stoort de vogels, terwijl ze van de drone geen last hebben. Die is klein en vliegt op 35 meter hoogte.”
De drone stijgt op
‘Ready for take off!’, klinkt het vanaf het uitgestalde mini-helikopterplatform. De drone stijgt op en maakt snel hoogte. Precies op dat moment begint het te regenen. „Oei, dat is eigenlijk niet goed”, zegt Schonewille. „Als het doorzet, kunnen we niet vliegen.”
Gelukkig blijft het bij een paar spetters. Op een iPad volgen Huisman, Schonewille en Kremers de vlucht, op een statief staat een scherm waarop de beelden van de warmtecamera verschijnen. „Tijdens deze eerste vlucht brengen we het perceel in kaart”, zegt Huisman. „Hoe vroeger op de dag we vliegen, hoe duidelijker nesten afsteken tegen de koude ondergrond. Als de camera warmteverschil opmerkt, markeren we die plek via de gps. Na de eerste ronde volgt de spotvlucht, lager over de gemarkeerde plaatsen heen. Dan zien we of hier daadwerkelijk een nest ligt.”
Het eerste half uur gebeurt er weinig. Af en toe moet de drone terug voor een nieuwe accu, in deze kou gaat het hard. gelukkig liggen er tien stuks in de koffer. Ondertussen komt Rianne Hoekstra het weiland in, zij loopt stage bij AND en mag ook meekijken. Samen met Schonewille focust zij zich al snel op de voorbijvliegende vogels. „Kijk”, roept Schonewille. „Een grote groep regenwulpen. Dat is wel bijzonder. En daar zie ik ook kieviten. Dan moet er toch ook een nest te vinden zijn, zou je zeggen.”
Inderdaad slaat de warmtecamera enkele keren aan. De verwachtingen zijn hooggespannen. De spotvlucht gaat beginnen, op naar de eerste plek. Die is ineens weg. Blijkbaar een vogel die gevlogen is. De tweede warmteplek blijkt van een haas te zijn. Dat is pech. Dan maar naar plek drie. De camera zoomt in, de gezichten gaan als vanzelf dichter naar het scherm...
Weer een haas, met jonkies. Verdorie. Keer op keer is het vals alarm. „Dat hoort er ook bij”, zegt Kremers. „Risico van het vak.”
Nieuwe kans
Het is inmiddels 7.30 uur, de zoektocht op dit perceel zit erop. Tijd om bij een andere boer te gaan kijken, een stukje verderop. Schonewille en Kremers hebben goede hoop dat ze daar wel raak ‘schieten’. Deze boer heeft met behulp van subsidies een groot plas-dras-gebied aangelegd, ideaal voor weidevogels.
Markeringen zorgen ervoor dat boeren om de nesten heen kunnen rijden met hun voertuigen. Foto: DVHN
Áls we hier iets vinden, moet het een gruttonest zijn, is de stellige overtuiging. De drone gaat weer de lucht in. En ja hoor, een grutto begint meteen zijn naam te roepen in de verte. Het zou toch niet echt?
Na een minuut of tien zijn enkele warmtepunten in het weiland geselecteerd. Van de tien batterijen zijn er nog twee over. Het moet nu raak zijn, anders zit de vliegdag erop zonder resultaat. Na twee keer mis, lijkt de derde markering interessant. Kremers tuurt aandachtig naar de vlek op het scherm. Dit moet haast wel een nest zijn.
Schonewille aarzelt niet. Hij pakt een paar markeringsstokken uit zijn auto en samen met stagiair Rianne beginnen we aan de tocht door het weiland. Als de drie wijzen richting de ster van Bethlehem lopen we naar de drone, die hoog boven het maaiveld de plek markeert waar we moeten zijn.
‘Wauw, geweldig!’
Maar hoe we ook zoeken, het nest is niet te zien. Via de telefoon zoekt Schonewille contact met Huisman en Kremers. „Nee, nee, het is vals alarm”, laat hij weten. Maar de dronebestuurders weten het zeker, hier moet een nest liggen. We blijven voorzichtig het gras opzij schuiven, tegen beter weten in. We zijn toch niet blind?
De gevonden grutto-eieren. Foto: DVHN
En dan, ineens, toch! Vier prachtige grutto-eieren, precies tussen ons in. Op een plek waar we al drie keer gekeken hadden. „Wauw, geweldig!”, roept Schonewille. „Een grutto, dat is een geluk.”
Na het nest vakkundig gemarkeerd te hebben, is het veilig voor maaiende trekkers. Met de laatste accu maakt Huisman nog een rondje over het veld ernaast. Vlakbij de weg vindt hij warempel nog een nest, van een kievit. Ook dat markeren de vrijwilligers, ondanks dat de grond net is ingezaaid en van maaien voorlopig geen sprake is. Je weet maar nooit.
Rein Schonewille en Rianne Hoekstra bij het kievitsnest. Foto: DVHN
„Zo zie je maar hoe belangrijk de drone is”, zegt Kremers. „Anders hadden we dit gruttonest nooit gevonden. De techniek betaalt zich uit.” Iedereen knikt, moe maar voldaan. De vliegdag zit er om precies 9.00 uur op. Om het mooie resultaat te vieren is er koffie uit de thermoskan. En dan snel naar huis, opwarmen.
De kievitseieren vallen nauwelijks op in het zand. Foto: DVHN