Het lijkt erop dat alleen het Huus van de Taol zich als enige op beleidsniveau bezighoudt met streektaal. Daar ligt ook een schone taak voor alle twaalf Drentse gemeenten, vindt directeur Renate Snoeijing.
Zij hield woensdagavond een pleidooi om na te denken over gemeentelijk streektaalbeleid tijdens de vergadering van de raadscommissie Algemeen Bestuur in Midden-Drenthe. Binnenkort doet ze haar verhaal ook in Emmen en Borger-Odoorn, daarna volgen de overige Drentse gemeenten. „Zie het als een soort campagne”, zegt ze.
Die trapt ze bewust deze maand af; in de Meertmaond Streektaolmaond, waarin streektaalorganisatie het Huus van de Taol nog nadrukkelijker aandacht vraagt voor de streektaal dan de rest van het jaar. Snoeijing begint in Beilen dichtbij huis; het ‘Huus’ heeft sinds een aantal jaren een eigen vleugel in het Midden-Drentse gemeentehuis.
Erkende taal
Het Drents is, als onderdeel van het Nedersaksisch, sinds 1996 een erkende minderheidstaal in Nederland. In 2018 ondertekenden de provincies in het Nedersaksisch taalgebied bovendien het convenant Nedersaksisch, waarmee ze aangaven dat ze achter het stimuleren van de streektaal staan. Maar provincies en gemeenten mogen zelf bepalen op welke manier ze het Nedersaksisch willen bevorderen.
Het is Snoeijing allemaal wat te vrijblijvend op dit moment. Ze wees erop dat het Huus van de Taol op verzoek van Midden-Drenthe weliswaar vorig jaar een omgevingsvisie in het Drents heeft vertaald, net als de profielschets voor de nieuwe burgemeester, maar dat in het raadsprogramma 2022-2026 niks is vastgelegd over de rol van de streektaal.
‘Voorbeeldfunctie’
Dat alleen het Huus van de Taol zich beleidsmatig met de streektaal bezighoudt „kan niet de bedoeling wezen, want het Drèents is vanzölf van oes allemaol”, aldus Snoeijig. Ze wees de commissie erop dat in het raadsprogramma van Midden-Drenthe wel staat dat de gemeente laagdrempelige gespreksmomenten wil organiseren met inwoners en ondernemers en dat de streektaal dan juist van pas komt, omdat veel inwoners van de gemeente Drents praten.
Renate Snoeijing spreekt de commissie en het college van B&W (rechts) toe. Foto: DvhN
Snoeijing vroeg zich verder hardop af waarom raadsleden die dat anders ook doen in gemeentevergaderingen niet plat praten en of nieuwe medewerkers van buiten de provincie bijvoorbeeld geen ‘broescursus’ Drents kunnen krijgen. „Uiteindelijk moeten we er samen voor zorgen dat het Drents overeind blijft en ik denk dat gemeenten daarin een rol en een voorbeeldfunctie heeft.”
Onderwijs
Fractievoorzitter Jannes Kerssies van Gemeentebelangen BBB reageerde in het Drents dat het Huus van de Taol het Drents ook vooral op scholen onder de aandacht moet brengen, ,,want sommige ouders praten nog wel Drents, maar de kinderen helemaal niet meer.” Snoeijing wees hem erop dat dat ook gebeurt in de vorm van voorlezen en Drentse lessen. „Maar we willen niet alleen in het onderwijs een voet tussen de deur krijgen, maar ook op andere plekken.”