Amber Tieck leest in het Drents voor aan leerlingen van groep 3 van de Theo Thijssenschool in Assen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het is Meertmaond Streektaolmaond, een maand waarin het Huus van de Taol extra activiteiten houdt om het Drents onder de aandacht te brengen. Bovendien bestaat datzelfde Huus van de Taol in Beilen dit jaar vijftien jaar. Ondertussen neemt het aantal sprekers van de streektaal al jaren af. Een reden om te gaan zwartkieken? Of is er nog wel een toekomst voor het Drents?
We stevenen af op een heuse streektaaldood in Nederland en Vlaanderen, concludeert hoogleraar Germaanse taalkunde Arjen Versloot in 2021 in het wetenschappelijke tijdschrift Taal & Tongval. Hij stelt dat er uiteindelijk vier varianten overblijven: Fries, Limburgs, Randstad-Nederlands en de Vlaamse ‘tussentaal’ (een mix tussen Vlaams en Nederlands).
Het Nedersaksisch, net als het Fries en het Limburgs een officieel erkende minderheidstaal, is volgens hem ten dode opgeschreven. Het Drents valt daar ook onder. Van de Nedersaksen die in 1965 geboren zijn, praat iets minder dan een kwart nog in de streektaal. Van de groep die veertig jaar later werd geboren, spreekt nog geen vijf procent het dialect. Kunnen de Huus van de Taol-stickers met teksten als Hier kuj Drèents praoten over een paar jaar de prullenbak in?
Vragenlijsten
Master Taalwetenschappen en Neerlandistiek Kristel Doreleijers denkt van niet. Voor haar promotieonderzoek aan de Tilburg University en het Meertensinstituut houdt ze zich bezig met streektaal. Het beeld dat Versloot schetst, is volgens haar te somber. Zijn onderzoek deugt wel, maar de resultaten die je krijgt, zijn nu eenmaal afhankelijk van de manier waarop je onderzoek doet, stelt ze. ,,Arjens onderzoek gaat over zelfperceptie. Hij heeft veel vragenlijsten van een aantal jaren, met vragen als ‘Geef je de streektaal door aan je kinderen?’, naast elkaar gelegd. Iemand kan dan best ‘nee’ invullen, terwijl hij het onbewust wél doet.”
Achter de voordeur
,,De streektaol zit te diep verankerd in oes um kwiet te raken”, reageert directeur Renate Snoeijing van het Huus van de Taol. ,,Het zit allent nog vaak achter de veurdeur. Aw derveur zörgen kunt daw der wat trotser op wordt en daw de streektaol ziet as riekdom en niet as ballast, zul dat mooi wezen.”
Mogelijk zit er nog wel wat schaamte uit het verleden, toen streektaal – met name eind vorige eeuw – in de ogen van veel mensen bijna gelijk stond aan lager opgeleid en minder intelligent, denkt ze. ,,Het idee was daj op achterstaand stunden aj in de streektaol preuten. Nou hebt underzuken antoond daj juust veursprong hebt aj tweetaolig opvoed bint; het komp je analytisch denkvermogen ten goede.”
Er is dan ook een kentering zichtbaar, merken zij en Doreleijers. Snoeijing: ,,De leste tien jaor komp der aal meer ruumte veur streektaol en eigenheid. Kiek naor Bökkers die veurig jaor metan dee met Beste Zangers; een streektaolzanger. Dat is veur het eerst in virtien seizoenen.”
Kristel Doreleijers. Eigen foto
Koekwaus
Taal verandert constant, zegt Dolereijers. Dat oudere woorden verdwijnen, is niet te voorkomen, maar dat er maar vier ‘smaken’ overblijven, zoals Versloot concludeert, gaat er bij de Brabantse wetenschapper niet in. Ze wijst erop dat ook jongeren meer en meer bezig zijn met streektaal, wat bijvoorbeeld zichtbaar is op social media. ,,Het Brabantse woord koekwaus (idioot) is al heel oud, maar door de serie New Kids werd het opeens heel populair. Hetzelfde gebeurde vorig jaar nogmaals door een Tiktok-hype.”
,,Taalgebruik gaat echt nog wel regionaal herkenbaar blijven. Juist vanwege de rol die het speelt bij culturele en regio gebonden identificatie. Het gaat primair minder om communicatie, maar meer om de sociale functie van de taal”, vervolgt ze. ,,Op social media zie je ook steeds vaker de link gelegd worden met etenswaren, de regionale vlag en andere producten uit een regio. Het gaat om een groter scala aan culturele uitingsvormen, waarmee mensen zich identificeren. Dialect is daar één van.”
Het is Doreleijers opgevallen dat tijdens de coronapandemie merchandise-artikelen met streektaalteksten aan populariteit wonnen. ,,Bij zo’n mondiale pandemie gaat het lokale juist een belangrijkere rol spelen voor mensen. Kennelijk hechten we daar toch waarde aan of halen we er steun uit. Dat wordt glokalisering genoemd. Door zoiets zie je dat de rol van de streektaal nog lang niet is uitgespeeld.”
Snoeijing - sinds 2,5 jaar directeur van het Huus van de Taol - herkent dit. ,,Via oeze tillefoon kriew al het neis, van over de hiele wereld, binnen. Wij bint wereldburgers worden. Dan is het soms wel hiel lekker daj nog een stukkie van jezölf hebt. Daj zeggen kunt: hier kom ik weg en hier heur ik bij.”
Nederlands en Drents naast elkaar
Het Huus van de Taol is sinds de komst van Snoeijing, die een commerciële achtergrond heeft, meer te vinden op sociale media. ,,Wij hebt het vizier wieder löszet en laot online ok meer zien wat aw doet. De teksten op oeze neie website bint niet allent meer in het Drèents, maor ok in het Nederlands. Juust zodat elkenien alles begrep. In het dagelijks leven gebruuk wij Drèents en Nederlands ok naost mekaor en niet iedereen is het wend um Drèents te lezen. Het is een aandere manier um de streektaol bij de mèensen te kriegen”, vertelt ze.
Doel van de organisatie is immers om de streektaal een vaste plek in de samenleving te geven door ervoor te zorgen dat dialectsprekers er trots op zijn en dat niet-Drenten het waarderen. Merchandise-artikelen, zoals mondkapjes, containerstickers en mokken met Drentse teksten horen daar ook bij, vindt Snoeijing. Dat sommige streektaalcritici acties om Drentse teksten voor stickers en mokken te bedenken ‘goedkoop’ vinden, maakt haar niks uit. ,,Het Drèents is van oes allemaol en wij wilt interactie. Zulke acties hej neudig um veuruut te kommen. Wij hebt der ontzettend veul mooie reacties op had. Dit bint acties um een positief gevuul bij de streektaol te creëren.”
Renate Snoeijing. Foto: Huus van de Taol
Op die manier kun je een breder publiek ermee laten kennismaken, is haar overtuiging. ,,Je moet mèensen eerst argens met kieteln, heur interesse wekken. Dan gaot ze misschien ies op die site kieken en komt ze daor in anraking met wat der nog meer is op streektaolgebied.”
In deze Meertmaond Streektaolmaond wordt op 80 tot 85 procent van de Drentse basisscholen het Drentse tijdschrift Wiesneus uitgedeeld; de oplage is 30.000 exemplaren. Tegelijkertijd vragen ook steeds meer (middelbare) scholen gastlessen Drents aan en zijn er samenwerkingsplannen met meerdere onderwijsinstellingen. Ook wordt er – in samenwerking met de andere streektaalorganisaties in het Nedersaksisch taalgebied – gewerkt aan een leerlijn Nedersaksisch voor het basisonderwijs.
Amber Tieck
Amber Tieck, masterstudent Meertaligheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en sinds kort streektaalfunctionaris bij het Huus van de Taol, is misschien zelf wel goed voorbeeld van de hernieuwde belangstelling voor de streektaal. Als kind wilde de 23-jarige Emmense zo perfect mogelijk Nederlands praten en nu praat ze sinds ruim een jaar ook Drents. Tieck: ,,Waorum? Het betiekent veur mij een stuk binding met mien umgeving. Mien hiele femilie prat Drèents en sommige vrienden ok. Veur mij voegt het echt iets toe. Taol is meer as allent een communicatiemiddel; het hef te maken met sociale binding en identiteit.”