De winkel Alldro in Tynaarlo. Foto: Corné Sparidaens
In een dorp wonen, dat is leven in rust en ruimte. Toch? Zeker. Maar de dokter woont allang niet meer om de hoek, de supermarkt is weg, de bushalte staat er alleen nog voor Piet Snot. Het maakt ‘vervoersarmoede’ een belangrijk thema voor de provinciale verkiezingen. Wandelen door Tynaarlo en Godlinze. Wat gebeurde er tussen ‘heui’ en ‘goedemiddag’?
,,Goedemíddag!’’ Met kloeke tred passeert een grijzende dame de oude bushalte van Tynaarlo aan de Dorpsstraat. Ze groet. Dat hoort ook zo op een dorp. Maar het is niet het gemoedelijke heui van jaren her, begeleid door het opsteken van de wijsvinger.
Heui. Wie hier vroeger niet groette werd nageroepen door de dorpsjeugd: ‘Ken je niks zéggn?’
Het granieten bushokje op de hoek van de Rozenstraat staat er verwaarloosd bij. Het dak is bemost, er zitten scheuren in de wanden. Hier vertrok in de jaren 70 elke twee uur een bus van DVM – de Drentse Vervoers Maatschappij – naar Groningen. Die slingerde dan wel helemaal via Noordlaren en Glimmen, zo’n bus waarin je kotsmisselijk kon worden als de chauffeur een iets te sportieve rijstijl had, maar goed, hij bracht je wel heen en weer naar de stad. In latere jaren moest je overstappen in Vries of Zuidlaren, maar de bus reed wél.
En nu?
Verkiezingsbord in Godlinze. Foto: Corné Sparidaens
De bus komt niet
Typ Tynaarlo in als ultieme reisbestemming op www.9292.nl en constateer: de bus naar Tynaarlo gaat niet. Tynaarlo heeft behalve het oude bushokje ook verderop nog steeds een overdekte abri, maar die is en blijft leeg. Om in Tynaarlo te komen moet je naar Vries of Westlaren, maar van welke kant je ook komt, je moet het laatste stuk lopen. Vanaf Vries 30 minuten, vanaf Westlaren 40 minuten. Of je belt een hub-taxi. Niet vergeten die een uur van tevoren te bestellen.
De vraag dringt zich op: hoe moet dat als je dat niet meer kunt? Als je iemand bent die hier al woonde in de tijd dat de mensen heui zeiden en je boodschappen deed bij de A&O supermarkt schuin tegenover Café Centraal? Als je oud bent en/of slecht ter been? En als je geen partner of kinderen hebt of buren die je uit Vries of Westlaren halen?
Dan is Tynaarlo ver weg.
Steeds meer dorpen zonder bushalte
Het openbaar vervoer verschraalt. Overal in het land worden dienstregelingen soberder, steeds meer plaatsen zijn ’s avonds en in het weekend niet meer te bereiken met het openbaar vervoer.
Tynaarlo is bepaald niet het enige dorp dat het sinds kort zonder busverbinding moet doen. Openbaar vervoer is duur en van sommige lijnen werd te weinig gebruikgemaakt. Dus hebben de provincies, die daarover beslissen, bezuinigingen ingezet.
Sinds 2018 werden in heel Nederland ruim 1500 bushaltes en buslijnen geschrapt. Vooral in Groningen en Drenthe. Daar zitten nu respectievelijk 15 en 17 dorpen zonder bushalte binnen de bebouwde kom. De operatie bespaarde het ov-bureau 3,9 miljoen.
Anno 2023 telt ons land 668 dorpen zonder bushalte.
Koopwoning op de hoek van de Hoofdweg en Molenweg in Godlinze. Foto: Corné Sparidaens
Hoe kom je bij de tandarts?
‘Vervoersarmoede’ heet dit fenomeen en het is een van de belangrijkste thema’s tijdens de Provinciale Statenverkiezingen. Het Planbureau voor de Leefomgeving constateerde vorig jaar al na onderzoek dat de bereikbaarheid van het landelijk gebied te beperkt is voor wie afhankelijk is van openbaar vervoer. Hele groepen raken daardoor in een isolement. Voor mensen zonder auto, mensen die niet kunnen fietsen of lopen, mensen met weinig geld wordt het steeds moeilijker om op hun werk of bij de tandarts te geraken.
Kniepertjes van de bakker
Tynaarlo had een tandarts. Tynaarlo had een bakker, vlak naast de oude bushalte. Bakker Straat heette hij, en hij bakte tot ver na zijn pensioen kniepertjes voor iedereen omdat hij zo van bakken hield.
Tynaarlo had Westerhof, de klompenmaker, Polling de fietsenmaker. Tynaarlo had een drogist waar je tevens boeken en kleurpotloden kon kopen en een A&O supermarkt waar je je rekening kon laten opschrijven nadat mevrouw Jager vanachter de kassa had gevraagd: ‘Waor ben j’ien van?’
Tynaarlo had een basisschool op de Brink, waar meester Warners de scepter zwaaide. De basisschool is er nog steeds, maar staat nu op een andere plek. Het dorpshuis ernaast werd afgebroken voor nieuwbouw van de school. Er zou een nieuw dorpshuis komen, maar toen was het geld op. De verenigingen komen nu bij elkaar in sportkantine De Spil van SVT, aan de overkant van de weg Vries-Zuidlaren.
Tynaarlo had vroeger een bank. Daar wonen nu mensen in. Café Centraal, waar vroeger de vaste jongens van de kroeg een biertje deden na afloop van de wedstrijd, heet tegenwoordig Grand Café Centraal. Er worden maaltijden geserveerd. Maar het is pas dinsdagmiddag, dus het is dicht. Kapper ZiZo is ook dicht. Aan de Rozenstraat worden de ooit kleine arbeiderswoningen aangepast aan de normen van de nieuwe tijd: er komen garages naast, en opritten.
‘Van alleen dorpsklandizie kun je niet leven’
Tynaarlo had Olthof, waar je garen kon kopen, en panty’s en scheepjeswol. Maar zie! Olthof’s winkel staat nog steeds fier rechtop aan de Dorpsstraat, al 70 jaar lang, de laatste oude winkelnaam van Tynaarlo. Klosjes naaimachinegaren verkopen ze er niet meer. Wel bedden, matrassen, laminaatvloeren, jaloezieën – alles voor je woning. Toen zoon Jan Olthof in 1989 de winkel van zijn vader overnam, veranderde hij het assortiment.
Verkoper Michel Haan werkt al 30 jaar bij Olthof. ,,Ik heb nog de tijd meegemaakt dat we panty’s verkochten en voetbalshirts van SVT. Maar daar was niet meer echt handel in. ’’ De marketing richt zich niet meer alleen op het dorp. ,,Daar kun je niet van leven’’, zegt Haan. ,,Daar is het te klein voor. ‘’ De veranderde aanpak heeft de handel goed gedaan. In 1993 had Haan twee collega’s, tegenwoordig telt Olthof dertien personeelsleden. De klanten komen allang niet meer alleen uit het dorp, maar overal uit het land.
Herdenkingskei in Tynaarlo. Foto: Corné Sparidaens
‘Die rijke westerlingen’
Ben en Heleen Boonekamp staan tussen de jaloezieën om zich heen te kijken. Zij wonen wel in het dorp, maar komen oorspronkelijk uit Nootdorp, bij Den Haag. Ze zochten rust, ruimte en een plek voor hun meubelrestauratiebedrijf. Enkele tientallen jaren wonen ze nu in het dorp. Toen ze kennismaakten met de buren bleken zij ook uit Nootdorp te komen. En de overburen uit Lisse.
In het begin werden ze gezien als ‘import’. Of als ‘die rijke westerlingen’, terwijl ze helemaal niet rijk waren. Was het ook wennen aan de manier waarop Drenten kunnen zwijgen als ze het ergens niet mee eens zijn. Die tijd is voorbij. Ze nemen actief deel aan het dorpsleven; Dorpsbelangen, de ijsvereniging, de buurtvereniging Nabercontact, de jaarlijkse braderie, de kerstbijeenkomsten met chocolademelk.
De vanzelfsprekendheid van kleinschalige vriendelijkheid; ze hebben het in Tynaarlo gevonden. Dat de voorzieningen langzaamaan verdwenen – ach. ,,Je weet op zeker moment niet beter’’, zegt Ben Boonekamp. ,,Heel veel is te krijgen bij de Alldro, een kleine winkel verderop, de visboer en de kaasboer komen wekelijks langs en de Jumbo bezorgt ook hier in Tynaarlo.’’
Je raakt gewend aan de verschraling, zeggen ze, en bovendien ontstaan er weer allerlei nieuwe activiteiten. ,,Maar stel: je zou fysiek of geestelijk achteruitgaan’’, zegt Heleen, die vroeger ouderenwerker was bij de gemeente.
,,Dan komt er wel een moment dat je denkt: hoe nu verder in Tynaarlo? Kun je je nog verplaatsen, misschien met een 45 km-autootje of een scootmobiel, zorgen de kinderen voor je? De woonsituatie voor ouderen staat wel steeds meer onder druk. Er wordt niet echt gebouwd voor senioren in Tynaarlo. Wat zou het mooi zijn als hier ouderenwoningen zouden staan die ook geschikt zijn voor starters?’’
,,Je moet Glènz zeggen. Met een z, niet met een s.’’
Ze hebben het over hun dorp Godlinze, de drie vrouwen aan de Terpweg. Ze staan achter een hek te kijken naar een bouwplaats. ,,Hier komen seniorenwoningen’’, zegt Mies Bos, een van hen. ,,Zes. Die andere waren niet goed meer. Ik weet niet waarom, maar die moesten plat.’’ Ze staart naar de her en der gestapelde stenen. ,,Ik woon nu tijdelijk ergens anders. Ik wil ze d’r wel uitkíjken’’, zegt ze. ,,De nieuwe huizen.’’
De entree van het sportpark van vv Godlinze. Foto: Corné Sparidaens
Naar Godlinze? Dat kan niet
Wil je met het openbaar vervoer naar Godlinze, sorry: Glènz? Laat de mensen van 9292.nl niet lachen. Typ Godlinze in op de website en het antwoord is: dat kan niet.
Gelukkig kun je er wel naartoe fietsen. Dat wil zeggen: als je eerst de trein neemt naar Roodeschool, want daarin mag een fiets mee. Vanuit Roodeschool is het nog 40 minuten fietsen over rechte wegen in big sky country.
Godlinze is een idyllisch wierdedorp. Zo’n dorp op een bult met een kerk in het midden, waar roodstenen huizen langs slingerende straten staan. Vroeger reed de bus naar Groningen hier elk uur doorheen. Nu is er nog één halte over, buiten het dorp, niet ver van het Italiaanse restaurant van Bruno Santanera. Hiervandaan brengt de bus je naar Loppersum, waar je kunt overstappen op de trein.
Drie scholen – drie!
‘Godlinze? Waar ligt dat?’ Dat zeiden de vrienden van Jeanette Veen (70), toen ze hier vijftig jaar geleden kwam wonen. Ze weet nog dat ze in de weekends met haar man ging dansen bij Bruno Santanera, waar bandjes speelden. Dat ze boodschappen deed in de kleine supermarkt van Jansje. Dat er drie scholen waren ... drie! Een openbare, een christelijke en een kleuterschool. De school werd samengevoegd tot één, maar die verdween in 2012. Dat er een café was, met kaartavondjes en feestjes.
,,Ik hoef dat nu allemaal niet meer, ik ben 70. Maar er was toen wel meer samenhang in het dorp’’, zegt ze, terugkijkend. ,,Die samenhang is er nu nog steeds, maar toch anders.’’ Jansje is er niet meer. Jeannette Veen doet haar boodschappen in Spijk. ,,Ik heb gelukkig kinderen die kunnen autorijden.’’
Overbuurvrouw Wiep Windt weet nog dat er een SRV-wagen door het dorp reed. ,,Maar dat was geen haalbare kaart. De boodschappen waren goedkoper in Delfzijl en Appingedam.’’
De winkels, de scholen en de bussen mogen dan verdwenen zijn en het dorpscafé afgebrand, Godlinze heeft nog steeds een verenigingsleven. Een fietsclub, een schietclub, een jeu de boules-club bijvoorbeeld. ,,Maar de mensen zijn niet meer zo behulpzaam met mekaar’’, zegt mevrouw Windt. ,,Er zijn veel mensen van buiten komen wonen, man en vrouw werken allebei en bemoeien zich niet zo met het dorp.’’
Ze zit in het bestuur van fietsclub De Blauwe Trein. ,,Maar het wordt steeds moeilijker om vrijwilligers te krijgen. Niemand heeft daar nog belang bij, mensen hebben het veel te druk met zichzelf.’’
Grand café Centraal in Tynaarlo. Foto: Corné Sparidaens
Die heerlijke stilte
Linda Zwier laat haar hond uit. Ze woont nog maar twee jaar in Godlinze met haar man en twee kinderen. ,,Ik heb altijd gezegd dat ik nooit in een dorp zou willen wonen met een kerkhof en zeker niet in een huis dat verbouwd moest worden’’, zegt ze. ,,Maar toen we dit huis in Godlinze zagen, was dat allemaal niet belangrijk meer.’’ Ze is geboren in Delfzijl, woonde daarna in Holwierde, maar Godlinze heeft het helemaal. ,,Het is zo rustig’’, zegt ze. ,,Die stilte. Ik vind het heerlijk.’’
Rust trok Ben en Heleen Boonekamp naar Tynaarlo en Linda Zwier en haar gezin naar Godlinze. Maar die plattelandsrust kan ook te gek worden. Op de loer ligt dat een dorp een slaapstad wordt, waar tweeverdieners werken en in het weekend bijkomen van dat werk.
Tandje bij
Reden voor Egbert Zeef, voorzitter van de Stichting Dorpshuis, om een brandbrief te schrijven aan alle dorpsbewoners. Want er liggen plannen voor een nieuw , aardbevingsbestendig dorpshuis. Maar als daar niets in gebeurt, heeft dat hele nieuwe dorpshuis geen zin. En er kan alleen maar iets in gebeuren als de mensen de handen ineenslaan voor het dorp en dat laatste, daar mag wel een tandje bij.
Hij woont sinds 1989 in Godlinze. ,,Dit was altijd een leuk actief dorp. Er waren braderieën, een dorpskoor, de uitvoering van de toneelvereniging was het hoogtepunt van het jaar. Maar de tijden zijn veranderd. Er is een verschuiving van actieve deelname naar consumentisme.’’
‘We hebben handjes nodig’
Gevolg: het bestuur van de stichting Dorpshuis kraakt in zijn voegen, want het bestond nog uit slechts de overbezette voorzitter en de secretaris. De toneelvereniging zag oude leden gaan, maar geen nieuwe leden komen en de voetbalvereniging telt geen vijf elftallen meer, maar nog slechts een. De gemeente Eemsdelta maakt zich zorgen. Moeten ze nog investeren in de sociale structuur van Godlinze?
,,Als we zo doorgaan, bloedt dit dorp dood’’, zegt Egbert Zeef. ,,We kunnen als dorp beslissen of we zo willen doormodderen, dan worden we een dorp waar slechts gewoond wordt. Een buitenwijk van Delfzijl. Of we gaan bewegen. We hebben handjes nodig. Tijdens de Sinterklaasintocht moet er een kar door het dorp. En een muziekkorps.’’
Zijn oproep had effect. Afgelopen woensdagavond kwamen vijftig dorpelingen bijeen in het dorpshuis. Aan de wil ligt het niet: vijf mensen meldden zich aan voor het bestuur, en nog eens vijf om mee te denken over het nieuw te bouwen dorpshuis. Zeef was verbaasd over hoeveel mensen hij niet kende.
Hoe zal het de dorpen vergaan? Worden het buitenwijken waar het heerlijk toeven is? Blijven ze bereikbaar en bewoonbaar voor mensen van alle leeftijden, of bestaat de dorpsgemeenschap straks alleen nog uit bewoners met twee salarissen en twee auto’s?
Woensdag zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Daar wordt onder meer besloten of er bussen rijden, of niet. Daar kan de stem van het dorp weerklinken. Of dat besef leeft? Egbert Zeef waagt het te betwijfelen.
Warenhuis op de vierkante meter
Maar zowel in Godlinze als in Tynaarlo zijn er mensen die zich blijven verzetten tegen de verschraling van het dorpsleven.
Neem nou Monique Edens. Ze drijft een winkel in Straats voormalige bakkerij: Alldro aan de Dorpsstraat in Tynaarlo.
Vooral dat all is goed gekozen. Edens verkoopt werkelijk alles wat hier verder niet te koop is. Speelgoed. Toiletartikelen. Huishoudelijke spullen. Tassen. Sjaals. Biologische sapjes. Bloemen. Kleurpotloden. Leesbrillen. Hier kun je je pakketjes afhalen, cadeautjes kopen, je schoenen en je kleding laten repareren; de Alldro is een van enthousiasme uitpuilend warenhuis op de vierkante meter. Trots rondkijkend in haar winkel zegt ze: ,,Ik heb ook nog een webwinkel met 76.000 artikelen.’’
,,Tynaarlo is een voor-en-door-dorp’’, zegt Monique Edens. En zij kan het weten. De oude bakkerij was dringend aan een opknapbeurt toe, waarop iemand uit het dorp vorig jaar een crowdfundactie startte. Van het bijeengebrachte bedrag, dat haar stoutste verwachtingen overtrof, kan ze binnenkort de winkel opknappen.
De werkloze granieten abri in Tynaarlo. Foto: Corné Sparidaens
‘Dat postkantoor is er omdat ik er ben’
De deur gaat klingelend open – een geluid van vroeger. Een man leg een neusspray op de toonbank, en een reep chocola. Of hij cash kan betalen, vraagt hij. Maar de uitbaatster heeft niet genoeg wisselgeld. Voor neringdoenden die het wel van klandizie uit het dorp moeten hebben, kan het ondernemen zwaar zijn.
,,Vorig jaar zat ik er wel even doorheen’’, zegt ze. ,,Mensen vinden het fijn, een postkantoor in het dorp. Maar dat postkantoor is er omdat ik er ben. Dat besef leeft niet altijd. Mensen zeggen: ‘Och, ik heb mijn paracetamol net bij de supermarkt gekocht’. Dat knopje moet om. En dat moeten de mensen zelf doen. Als een winkel als dit verdwijnt, komt het niet meer terug.’’
In de verte klinkt het geluid van een branding. Auto’s zoeven in een zee van blik over de A28 tussen Assen en Groningen. Half uurtje rijden. Max.