De Poema's en Snelle tijdens een optreden bij de Vrienden van Amstel Live in Ahoy, Rotterdam waarbij elke avond zo'n 15.000 mensen aanwezig zijn. Foto: ANP/Marcel Krijgsman
In 2003 leek het einde verhaal voor de gelegenheidsformatie De Poema’s die bestond uit het duo Acda en De Munnik en popband Van Dik Hout. Deze maand treden ze met Snelle op tijdens de Vrienden van Amstel Live in Rotterdam. „We zijn nooit officieel uit elkaar gegaan”, zegt Martin Buitenhuis, zanger van Van Dik Hout.
De Poema’s zijn weer bij elkaar. De Nederlandstalige band die tussen 1999 en 2003 met Mijn houten hart en Zij maakt het verschiltwee grote hits scoorde, treedt dezer dagen op tijdens Vrienden van Amstel Live – 14 avonden lang in Ahoy in Rotterdam. Speciaal voor de concertreeks namen ze na 21 jaar een nieuw nummer op: Op jou heb ik gewacht.
Architect van de doorstart van De Poema’s is Machiel Hofman die onder meer creatief directeur van de Vrienden van Amstel is.
Hoe kwam de reünie van de zo populaire band op uw pad?
Hofman: „Vanuit de Vrienden van Amstel proberen we altijd naar verrassende combinaties van artiesten te zoeken. Ik heb het geluk dat ik veel artiesten goed ken en ik wist dat Lars Bos, Snelle, een groot fan is van Acda en De Munnik en Van Dik Hout. Vanuit de liefde voor het vak heb ik ze bij elkaar gebracht. Bovendien is het heel lang geleden dat De Poema’s muziek uitbrachten. Het leek me leuk om daar iets mee te doen.”
Bij Radio 10 vertelde zanger Martin Buitenhuis in oktober 2024 dat de kans op een reünie van De Poema’s zeker niet kleiner is geworden. „Het speelt altijd een beetje in mijn achterhoofd. We zijn elkaar deze zomer bij festivals veel tegengekomen en we hebben altijd een goede band. Er is over gesproken, dus we gaan het zien. Ik zie het helemaal zitten.”
In werkelijkheid was Buitenhuis toen al met zijn bandgenoten naar Londen geweest om Op jou heb ik gewacht op te nemen.
Hebben jullie in die tussenliggende jaren dan niet eerder samen opgetreden?
Paul de Munnik: „We hebben samen opgetreden tijdens de concerten van Acda en De Munnik in het najaar van 2023 in Ziggo Dome. Dat was het moment dat Acda en De Munnik na acht jaar weer samenkwamen.”
Hoe is de trip gegaan?
De Munnik: „Van Machiel Hofman kregen we de vraag of er een nieuw liedje in zat. Dat vonden we een goed idee, maar dan moest er wel iemand bij, want voor de Vrienden moet het net even anders worden. We hebben Lars gevraagd of hij als nieuwe Poema, een welpje, wilde aantreden.”
Waarom Londen?
Hofman: „Toen de neuzen dezelfde kant op stonden, kwamen we op het idee of we in Abbey Road terechtkonden, de studio waar de Beatles en vele andere popsterren songs hebben opgenomen. Voor een project als dit moet je eventjes intensief met elkaar optrekken.”
„Dat was gaaf. Legendarisch”, zegt Thomas Acda. „We zaten wel in het bezemhok waar Ringo Starr zijn schoenen uitklopte voordat hij naar binnen ging, niet in de studio waar de Beatles opnamen. Maar je krijgt daar toch die vibe mee. We hebben daar met z’n vijven een behoorlijk goed nummer gemaakt.”
„Van Van Dik Hout was gitarist Sandro Assorgia mee. Ook twee producers uit Nederland.” Met een knipoog: „Maar die bemoeiden zich gelukkig nergens mee.”
Was het de missie om met elkaar slechts één nummer te maken?
Buitenhuis: „Ja, één nummer is al ingewikkeld zat. We gingen met niks naar Londen en hebben daar een nummer met tekst en muziek afgerond.”
Hofman: „Zo’n tripje is heel leuk, maar we hebben daar vol gas gegeven. Op een vrijdagochtend heel vroeg vertrokken vanaf het vliegveld in Rotterdam. Het is 48 uur volle focus op één liedje. Dat begint met een soort kringgesprek. Waar zou een lied over kunnen gaan? Heeft iemand een ideetje? De een sluit zich op en gaat een tekst schrijven. Aan het einde van de dag ligt er al een eerste demo, harmonisch was het af. De volgende ochtend gingen we weer door. Op de derde dag hebben we een deel van de videoclip in Londen opgenomen. Daarin schakelen we tussen twee werelden: beelden van Thomas en Paul die in New York voor een Nederlands gezelschap optreden en Martin, Sandro en Lars in Londen.”
Hoe beviel de samenwerking met Snelle?
De Munnik: „Iedereen ging meteen aan toen we in Londen waren. Helemaal met Lars erbij merk je dat er een andere invloed komt. Daar raken we allemaal scherp van. Iedereen wil zijn gevoel delen, dat breng je dan samen. Doordat je elkaar helpt, wordt het lied meer waard dan iets wat je in je eentje zou schrijven. Dat heeft te maken met vriendschap, collegialiteit, elkaar de ruimte geven en inspiratie krijgen. Dat is een goed sfeertje, ook om totale bullshit tegen elkaar te zeggen.”
Vond jij dat ook, Lars?
„Het was een behoorlijk rijk avontuur. Muziek verbindt ons allemaal. Naar mijn idee klinkt op de nieuwe single iedereen als zichzelf en is het toch één geheel geworden.”
Waren jullie niet gestopt en definitief uit elkaar gegaan?
„Nee”, zegt Buitenhuis beslist. „Het was geen tijdelijk project dat bij de vier concerten in de Heineken Music Hall en één album, de Best of, bleef. De Poema’s zijn nooit uit elkaar gegaan. Dat waren geen afscheidsconcerten. We hebben daar geen project afgerond.”
Zit er meer in het vat nu de hereniging een feit is?
Buitenhuis: „Ik moet nu natuurlijk nee zeggen, maar ik ben daar slecht in, want ik ben juist heel enthousiast. Ik vind dat we nog een te gek nummer hebben liggen uit de oertijd van De Poema’s, Ik ben een poema-meneer. Dat moeten we ooit eens opnemen. Verder is het ook aan de anderen. Maar wat mij betreft pakken we de draad weer op.”
„Zoeken jullie dan nog een rapper?” vraagt Snelle.
„Jij bent toch geen rapper meer”, reageert Acda. „Nou, op deze plaat inderdaad wel, dat geef ik toe. Het hangt van het succes van deze single af, Lars. Als dit nummer een succes wordt, dan vragen we je weer.”