Ciśnienie, met centraal violist Maciek Klich. Foto: Darek Kawka
Polen is dit jaar focusland op Eurosonic. Dertien acts uit het land van Chopin spelen vanaf 17 januari in Groningen op het showcasefestival van de Europese popmuziek. „Wij willen erbij horen. Mag ik mezelf nog een aardappel noemen?”
We staan voor een groot, lichtgeel gebouw aan de Krakowskie Przedmieście. De bekendste straat van Warschau voert langs paleizen, villa’s en kathedralen naar het oude, historische centrum van de Poolse hoofdstad, dat na de Duitse verwoesting in de Tweede Wereldoorlog volledig werd herbouwd. ,,Vanuit dit huis stapte Chopin in november 1830 op de koets die hem naar Wenen zou brengen”, vertelt onze gids Anna Ceynowa. „Hij zou nooit meer terugkeren.”
Het is vrijdagmorgen, onze derde dag in Warschau en één ding is inmiddels zonneklaar: Frédéric Chopin (1810-1849) is heilig in Polen, al heet hij hier natuurlijk Fryderyk. Elke plek die verbonden kan worden met de beroemde componist, vooral bekend van zijn pianomuziek, is gemarkeerd. Chopin is overal. Een paar honderd meter verderop staat de imposante Heilig Kruiskerk. We kijken binnen. Er wordt een mis opgevoerd. Ceynowa wijst en fluistert: „Daar, ingemetseld in die zuil, rust het hart van Chopin.”
Het verdriet van Polen
Chopin woonde het grootste deel van zijn leven als balling in Parijs. „Na de opstand tegen de Russische bezetting kon hij vanwege de politieke situatie niet meer naar huis”, vertel Ceynowa. „Zijn lichaam werd na zijn dood op Père-Lachaise begraven, maar zijn zus smokkelde zijn hart in een pot cognac naar Warschau. Dat was zijn laatste wens. Want in zijn hart had hij Polen nooit verlaten.”
Het hart van Chopin is ingemetseld in een zuil van de Heilig Kruiskerk in Warschau. Foto: Shutterstock
Een van zijn leerlingen, Wilhelm von Lenz, noemde Chopin de verpersoonlijking van Polen. In zijn pianomuziek, zoals de polonaises en de mazurka’s, hoor je volgens hem het verzet tegen het onrecht en de overheersing door anderen – een treurige constante in de geschiedenis van het land. Chopin gaf vorm aan het verdriet van Polen, de pijn en het lijden, schreef Von Lenz. In stilte verlaten we de kathedraal.
We zijn in Warschau op uitnodiging van Music Export Poland (MExP), de organisatie die het buitenland enthousiast probeert te maken voor Poolse muziek. MExP heeft popfestival Eurosonic Noorderslag ervan weten te overtuigen dat 2024 hét moment is voor extra aandacht. Vanzelfsprekend is dat niet. Chopin mag dan wereldberoemd zijn, en met hem andere klassieke componisten als Szymanowski, Lutoslawski, Weinberg, Górecki en Penderecki, maar in de popmuziek ontbreken internationaal aansprekende namen.
‘Chopin is alomtegenwoordig’
Ons bezoek aan Warschau begint op woensdagmorgen in het Chopin Museum. Op deze koude winterdag treffen we daar twee groepen scholieren aan, waaronder een kleuterklas. Een logische start van onze kennismaking met Poolse popmuziek, vindt jazzdrummer Wojtek Warmijak (26). We spreken hem ’s middags in een café in Warschau. „Chopin is alomtegenwoordig in Polen. Hij is ons nationale monument. Samen met paus Johannes Paulus II, maar die ligt steeds meer onder vuur.”
Warmijak komt met zijn trio Immortal Onion naar Groningen voor een optreden op Eurosonic, samen met tenorsaxofonist Michał Jan. Ook Warmijak speelde als kind Chopin op de piano. „Je hoort Chopin in de bus, in de trein. Je kunt er niet aan ontsnappen. Zijn muziek zit diep in ons brein. Iemand zei een keer na een concert in het buitenland dat hij het lijden, de worsteling, in onze muziek hoorde. Misschien is dat ook wel de invloed van Chopin.”
Klawo uit Gdansk was één van de Poolse bands die zich presenteerde in Warschau. Springend (in het groene shirt) bassist Artur Szalsza. Foto: Darek Kawka
Er komen dertien Poolse acts naar Groningen. Acht presenteren zich deze dagen in de Norblin Factory in Warschau aan de gasten van Music Export Poland en het Poolse publiek. „Wij spelen deze week niet”, zegt Warmijak. „Onze bassist is momenteel op tournee met Hania Rani, vandaar.” De neoklassieke pianiste, die in 2019 op Eurosonic stond, is een van de musici die ook buiten Polen bescheiden naam aan het maken is.
Daar zijn er meer van, zoals rockband Trupa Trupa dat in 2017 op Eurosonic stond. Nog bekender buiten de landsgrenzen, en dan al jarenlang, zijn metalbands als Behemoth, Vader en Decapitated. En dan heb je nog de Poolse jazzscene. „Wij wisten eerlijk gezegd niet dat Poolse jazz internationaal zó bekend was”, zegt bassist Artur Szalsza (30), die naast Warmijak achter een glas bier zit. „Dat merkten we pas na een gig in het buitenland.”
‘Wałęsa is als een gepensioneerde rockster’
Szalsza speelt in Klawo. „Jazzfunk, fusion, van alles wat”, zegt hij. Net als Warmijak komt hij uit de jazzscene van Gdansk, de stad van een ander Pools icoon: Lech Wałęsa, de legendarische leider van vakbond Solidarność en de eerste president van Polen na de val van het communisme. „Een beetje een deerniswekkend figuur”, zegt Warmijak. „Zoals een gepensioneerde rockster.”
Warmijak loopt al een tijdje mee in de muziek. „Met Immortal Onion hebben we in 17 landen opgetreden. We kunnen leven van de muziek, maar willen graag meer in het buitenland spelen. Vandaar Eurosonic.” Klawo bracht een jaar geleden zijn eerste album uit. „Wij denken dat onze muziek internationaal goed kan werken”, zegt Szalsza. „Wij willen ons in Groningen in de kijker spelen bij de mensen uit de muziekindustrie.”
Dankzij Music Export Poland weten ze nu beter hoe dat moet. Ze hebben workshops kunnen volgen, vertellen de twee muzikanten. Szalzsa: „Leren navigeren door de jungle van de muziekindustrie, ondersteuning bij het creatieve proces.” Warmijak: „Toen wij in 2017 begonnen was er niks. Ik volg nu een master jazzdrums aan het conservatorium in Gdansk. Maar daar leer je nog steeds niks over hoe je een carrière opbouwt als artiest.”
Meer dan 300 aanmeldingen
Om die leemte op te vullen is in 2018 Music Export Poland opgezet, een initiatief van de Poolse auteursrechtenorganisatie ZAiKS, het Poolse BumaStemra. „Er is nu een muzikale infrastructuur”, zegt Tamara Kamińska, de directeur van MExP. „En ondersteuning voor de muzikanten.” Dat heeft effect. „We kregen meer dan 300 aanmeldingen voor Eurosonic, extreem veel. Dat was voor ons de bevestiging dat dit het goede moment is. De bands begrijpen waarom we dit doen.”
Vooral acts uit de muzikale niches komen naar Groningen. Indiepop, jazz, elektronische muziek, experimentele bands. „Veel mainstream acts uit de hiphop of pop hebben helemaal geen behoefte om naar het buitenland te gaan”, vertelt Kamińska. Naast de grote internationale sterren trekken zij in Polen het meeste publiek. „Ze kunnen hier goed van de muziek leven.” Polen is immers een groot land met 40 miljoen inwoners en een flink aantal grote steden.
Tamara Kamińska. Foto: Radoslaw Kazimierczak
Bij een bezoek aan het grootste en oudste poppodium van Warschau, Stodola, valt op dat ongeveer 70 procent van de geprogrammeerde acts Pools is en 30 procent buitenlands. Kamińska: „Als je alleen in het Pools muziek wilt maken, zijn er genoeg mogelijkheden, toerend van stad naar stad, langs clubs en festivals.” Na corona maakt de Poolse muziek een groeispurt door. De concertmarkt is verdubbeld en ook de fysieke verkoop – vooral cd’s en merchandise – is groot.
Betalen voor muziek relatief nieuw
Het heeft wel een tijd geduurd voordat mensen bereid waren om te betalen voor muziek. Een erfenis van het communisme, vertelt Kamińska: „In de jaren negentig, toen het IJzeren Gordijn verdween, was er door het ontbreken van wetgeving krankzinnig veel muzikale piraterij. Illegaal downloaden idem. Bovendien zijn er in Polen lange tijd heel veel gratis of bijna gratis festivals geweest. Het idee dat je voor muziek moet betalen is relatief nieuw.”
Natuurlijk is het lastig om te omschrijven wat Poolse muziek onderscheidt, met zoveel uiteenlopende genres en bands. Waarom zouden we de Poolse acts op Eurosonic moeten gaan beluisteren? „We lijden niet aan een tekort aan goede musici”, zegt Kamińska. „Kwaliteit genoeg, maar er is nog niet genoeg ondernemerschap. Daarom kent de rest van de wereld ons niet.” Dat is nu dus aan het veranderen.
„Het karakteristieke van Poolse muziek is verzet”, doet Kamińska een poging. „Tegen het communisme, tegen de druk van de kerk. Wij vechten altijd tegen iets. Dat is ons verhaal. Onder het communisme was muziek een emotionele uitlaatklep, een vorm van catharsis.” Het is volgens Kamińska geen toeval dat een oud liedje van Tomek Lipiński, een levende legende die al in de communistische tijd actief was, ook in de protesten tegen de rechtse regering van de PiS werd ingezet.
Verder professionaliseren
„Wij zijn heel blij met Music Export Poland”, zegt Piotr Maślanka (52). Het is donderdagochtend en we drinken koffie met zoete Poolse hapjes in de ontvangstruimte van Karrot Kommando, in een buitenwijk van Warschau. Hij leidt een onafhankelijk label en boekingskantoor. „We hebben sinds 2005 zo’n 150 albums uitgebracht en regelen 200 tot 300 optredens per jaar voor onze bands.”
Maślanka is de muziekbusiness ingerold als artiest. „Met mijn reggaeband Paprika Korps hadden we begin deze eeuw zo’n 100 gigs per jaar in Europa. We waren zo succesvol dat we benaderd werden door andere bands.” Van het een kwam het ander. ,,Er is geen opleiding voor muziekmanagement in Polen. Ik ben een amateur die het al doende geleerd heeft.”
Dankzij MExP kan hij verder professionaliseren. „Met hen ben ik naar IJsland, Canada en Japan geweest. Ze organiseren ook sessies voor managers zoals ik, waarin je contacten kunt leggen met anderen in de muziekindustrie. Daardoor heb ik bijvoorbeeld een Japanse tour voor een van onze bands kunnen regelen”, vertelt Maślanka.
‘We waren 8 jaar op onszelf aangewezen’
Die ondersteuning is essentieel voor artiesten en de industrie, benadrukt hij. „We hebben in Polen acht jaar lang een rechtse regering gehad, die kunst en cultuur onbelangrijk vond. Alleen patriottische evenementen en dat soort onzin kreeg steun. We waren volledig op onszelf aangewezen. Gelukkig is er nu politiek weer licht aan het eind van de tunnel.”
Internationaal gezien is de Warsaw Village Band Maślanka’s belangrijkste act. De wereldmuziekband trad meermaals in Groningen op, onder meer op folkfestival Trad.It!. „Zij hebben al vaak de Fryderyk gewonnen, de belangrijkste Poolse muziekprijs. Genoemd naar Chopin natuurlijk.” Maślanka heeft geen bands op Eurosonic staan. „We hebben het wel geprobeerd, maar ze hebben het niet gered, helaas. Maar ik kan goed leven met deze selectie, met veel gekke, frisse acts.”
Absurdistisch duo
Een van de merkwaardigste is Franek Warzywa & Młody Budda (Franeks Groenten & Jonge Boeddha). In Polen werd het duo groot op TikTok, met absurdistische teksten en visuals over aardappels, die vooral jongeren aanspreken. ,,Wij twijfelden of het wel geschikt was voor niet-Pools publiek”, zegt Tamara Kamińkska. ,,Maar Eurosonic wilde ze hebben. Zij beslissen.”
Franek Warzywa & Młody Budda maken muziek over aardappels en de Poolse identiteit. Foto: Darek Kawka
De twee spelen woensdagavond in de hippe, tot Food Town omgebouwde, Norblin Factory. Terwijl in de belendende ruimtes van de oude fabriek allerlei restaurantjes hun etenswaren aan de man proberen te brengen, klinkt er op het podium veel geschreeuw, keiharde bassen en Poolse teksten, die vertaald in krakkemikkig Engels op een scherm worden geprojecteerd. Dansende jongeren zingen uit volle borst mee.
De volgende ochtend zijn zanger Franek Drażba (25) en gitarist Adam Kiepuszewski (24) ook op de bijeenkomst bij Karrot Kommando. „In Groningen spelen we met een drummer”, vertelt de als jazzgitarist opgeleide Kiepuszewski. „En we zingen ook in andere talen”, zegt Drażba, de man achter de teksten en de visuals.
‘Mag ik mezelf een aardappel noemen?’
Die aardappels, daar zit een gedachte achter. „Als wij als kind geen trek hadden in aardappels, dan waren we geen goede Polen.” De aardappel, waarvan ook wodka wordt gestookt, staat symbool voor hun land, zegt het duo. „Onze waarden zijn progressief, wij zoeken verbinding met de queer-gemeenschap. De conservatieve krachten sluiten ons buiten, maar wij voelen ons óók Pools.”
Mede daarom zingen ze over aardappels. „Wij willen erbij horen. Mag ik mezelf nog een aardappel noemen? We gebruiken ook literaire teksten als inspiratiebron.” Een en ander verwerken ze in hun muziek in een absurdistisch taalspel, dat volgens veel Polen ongrijpbaar komisch is. „Taal mag best omfloerst zijn en een dubbele bodem hebben”, zegt het duo.
Een van hun voorbeelden is de Poolse synthpopband Papa Dance, die al in de jaren 80 actief was. „Na de val van het communisme, in 1989, werden in Polen lange tijd vooral Engelse en Amerikaanse bands geïmiteerd”, zegt Drażba. „De vrijheid werd kapitalistisch gevierd met commerciële na-aapmuziek. Totaal oninteressant. Papa Dance maakte juist muziek uit innerlijke noodzaak, met heel inventieve, kritische teksten.”
Revolutie, abortus en Rusland
„Rock-‘n-roll is still alive in Polen en wij zijn het bewijs”, schreeuwt Izabela Rekowska donderdagavond op het podium in de Norblin Factory. „Geen fucking ballads maar the real stuff!” En opnieuw barst de frontvrouw van Izzy and The Black Trees los in een opzwepend Engelstalig punkrocknummer. Twee kleine meisjes, de één in een prinsessenjurkje, dansen fanatiek voor het podium heen en weer.
Aan energie geen gebrek, bij de activistische zangeres, die zingt over de revolutie, abortus, genderidentiteit, Rusland en de vrouwenstakingen van een paar jaar terug. „Toen ik jong was, zong ik over de liefde”, vertelt de 38-jarige Izzy. „Nu zit ik in een andere periode van mijn leven. Ik vind het belangrijk om in mijn liedjes politiek commentaar te leveren.”
Frontvrouw Izabela Rekowska van Izzy and The Black Trees schreeuwt het uit. Foto: Derek Kawka
Op Eurosonic staat ze in Vera. „Ik werd wat nerveus toen ik zag welke bands daar hebben opgetreden: Nirvana, Sonic Youth”, vertelt ze. De Poolse droomt van een internationale doorbraak voor haar band. „Veel mensen zeggen tegen ons: Ga in het Pools zingen, dan trek je twee keer zoveel mensen. Maar dit is wat ik wil. Ik ga mezelf niet verloochenen.”
Even later betreedt Ciśnienie het podium. Het publiek in de Norblin Factory wordt omver geblazen door dreigende geluidsmuren die een oer-energie uitstralen. Een mengeling van jazz en postrock, met citaten uit de klassieke muziek, knetterstrak gespeeld, met een baritonsaxofoniste die virtuoos improviseert. „Je haat het of je wordt meteen verliefd”, had Tamara Kamińska vooraf al gewaarschuwd.
Saillant detail: de aanzet tot de band werd in 2017 gegeven in Leeuwarden. Op de Nacht van de Filosofie traden violist Maciek Klich en bassist Michał Paduch voor het eerst samen op, onder de naam Bach’s Bastards. „Dat was iets totaal anders”, vertelt Klich na afloop. „We gebruiken wel stukken klassieke muziek, die we uit elkaar trekken en bewerken. Vooral hedendaagse componisten zoals Schnittke en Pärt. Nee, geen Chopin. Misschien komt dat nog een keer.”