Servaas Bollen bouwt zijn eigen instrumenten. „Alles naar mijn eigen smaak. Alles uniek.” Foto: Gerrit Boer
Servaas Bollen (58) uit Kerkenveld bouwt gitaren van sigarendozen en kentekenplaten. In een tijd van kunstmatige intelligentie kiest hij voor eenvoud en ambacht. Met Pick ’n’ Shovel maakte hij een nieuw album: pure americana uit Drenthe.
Terwijl virtuele artiesten en AI-songwriters hun opmars maken, grijpt Servaas Bollen terug op het begin. In zijn woning op het Drentse platteland bouwt de zelfverklaarde ‘nostalgist’ gitaren van sigarendozen, Amerikaanse kentekenplaten en hout met een verhaal. „Less is more”, zegt hij met overtuiging. „Met heel weinig zoveel mogelijk zeggen, dat spreekt me enorm aan.”
Op de middelbare school hoorde Bollen een vriend elektrische gitaar spelen. Hij was verkocht, leerde de eerste akkoorden op een akoestisch model en nam een krantenwijk om ook een elektrische te kunnen kopen. „Een Bird, van muziekwinkel Saris in Rotterdam”, zegt hij. „Die heb ik laatst nog helemaal opgeknapt en aan mijn nichtje gegeven.”
Als tiener in de jaren 80 – hij is nu 58 – luisterde de voormalige Schiedammer naar hardrock, new wave, funk en blues. De echte klik kwam toen een vriend hem een plaat van bluesgitarist Robert Johnson liet horen. „Ik dacht: wow, ik weet niet of ik hier klaar voor ben. Maar het raakte me meteen.”
Zijn nieuwsgierigheid naar de oorsprong van muziek groeide uit tot een rode draad in zijn leven. „Ik had een plaat van de Stones, daar stond de naam ‘Berry’ op. Dan ga je zoeken: wie is dat? Zo kom je bij Chuck Berry uit. En vandaar kun je steeds verder terug.”
Edisonwinnaar
Jarenlang werkte hij als geluidsrestaurateur bij het Nederlands Jazz Archief, waar hij onder meer oude banden opschoonde en digitaliseerde. „Ik hoor alles. Ruis, tikken, brommen – dat moest eruit. Het was echt een wereldbaan.”
Bollen loopt naar zijn cd-kast en pakt daar een stapel jazzschijfjes uit: Chet Baker in 1955 in het Concertgebouw, Miles Davis 5 jaar later op dezelfde plek in Amsterdam. „Voor deze serie hebben we zelfs een Edison gekregen.”
Toen zijn werk wegviel door cultuurbezuinigingen, besloot Bollen iets nieuws te proberen. Geïnspireerd door een scène in de film It Might Get Loud, waarin Jack White met weinig meer dan twee spijkers, een stuk ijzerdraad en twee flessen een werkende gitaar maakt. „Hij zegt dan: ‘Who says you need to buy a guitar?’ De volgende avond heb ik zelf iets gebouwd. Daar speel ik soms nog steeds op.”
Wat volgde was een stroom van handgebouwde cigarbox-gitaren en resonators. „In Mississippi bouwden arbeiders hun eigen instrumenten van wat ze voorhanden hadden. Een sigarenkistje, een bezemsteel, een stuk draad. Dat vind ik prachtig.”
Onder de naam Gumbo Guitars verkocht hij zijn instrumenten op festivals en beurzen. Daniël Lohues kocht er eentje bij de Fellowship of Acoustics in Dedemsvaart. „Na een optreden gaf ik hem een bottleneck, gemaakt van een wijnfles. Daarna volgde een rechtstreekse aankoop. Ook Nico Dijkshoorn heeft er twee: eentje gekocht via de Fellowship en later nog één op verzoek, met wat specifieke aanpassingen.”
‘Ik heb mijn hobby terug’
Maar op een gegeven moment werd het te veel. „Ik kreeg stress van alle bestellingen. Ik wilde gewoon weer met muziek bezig zijn.” Daarom is Gumbo Guitars terug bij het begin: geen commercie meer, alleen nog voor eigen gebruik. „Ik heb mijn hobby terug. Ik bouw nog steeds gitaren, buizenversterkers, effectpedaaltjes. Alles naar mijn eigen smaak. Alles uniek.”
Sommige instrumenten mogen beslist niet weg. Zoals de gitaar die hij bouwde in een slapeloze nacht. „Ik lag voortdurend te draaien en ben toen maar aan het werk gegaan. Uren later stond er een gitaar die ik Insomnia heb genoemd.”
Of neem het instrument dat hij maakte na een bijzondere reis door de VS. Met de Amerikaanse muzikant Justin Johnson belandde hij in de wereldberoemde Sun Studio in Memphis, Tennessee, waar Elvis Presley ooit zijn eerste nummers opnam. „Ik mocht mee als gitaartechnicus. Dat was een ervaring voor het leven.”
Thuis bouwde hij een gitaar met een kentekenplaat uit Mississippi en een stukje katoen dat hij daar vond. „Justin speelde erop tijdens een optreden. Hij signeerde hem na afloop: ‘The inspiration has come full circle.’ Dat zijn de mooiste momenten.”
Soms koopt hij goedkope gitaren, vervangt alles en bouwt er iets nieuws van. „Mijn favoriete Ibanez was spotgoedkoop. Maar met andere elementen, brug en staartstuk is het nu helemaal mijn gitaar.”
‘Geen muziek van de buren’
Zijn verhaal had zich niet kunnen ontwikkelen in een flat in de Randstad. Zes jaar geleden verhuisde hij met zijn partner naar Kerkenveld, Drenthe. „We wilden stilte. Geen verkeerslawaai, geen muziek van de buren. Hier kan ik herrie maken en hoor ik niks wat ik niet wil horen.”
Het platteland bleek vruchtbare grond voor een nieuw muzikaal leven: hij werd gitarist van Pick ’n’ Shovel uit Assen en omstreken. Het repertoire beweegt zich tussen bluegrass, zydeco en rockabilly, alles onder de noemer americana. „Zanger Harold Schenk schrijft de meeste nummers, maar we maken de arrangementen samen. Iedereen heeft zijn inbreng. We schuiven met grooves, wisselen ideeën uit. Het is echt iets van ons allemaal.”
Ook met het duo Gumbo & The Monk, ooit begonnen als zijproject binnen een regulier bluesbandje, grijpt Bollen terug op de oerblues. „We willen laten horen waar het allemaal vandaan komt”, zegt hij. „Heel vaak zeggen mensen na een optreden: ‘Ik dacht dat ik niet van blues hield, maar dit vond ik te gek.’ Dan weet je dat het werkt.”
Optredens en album
Gumbo & The Monk speelt vrijdag 9 mei op het festival Forever Blues in Emmen. Andere optredens in het Noorden: 24/5 MFA Ons Naoberhoes, Veelerveen; 12/7 Rensentheater, Emmen. Zie ook gumboandthemonk.com.
Pick ’n’ Shovel presenteert het album Ride Tonight op zondagmiddag 18 mei op Podium Zuidhaege in Assen. Aanvang 15.00 uur. De toegang is gratis, wel reserveren via info@picknshovel.nl. Zie ook picknshovel.nl.