Daniël Lohues tourt tot half juni met nieuwe verhalen, verse liedjes en een greep uit zijn omvangrijke oeuvre langs de Nederlandse theaters. „Ik dacht: ik ga weer eens elke dag een liedje schrijven.”
Het was de natste oktober ooit gemeten. Dus toen de weerapp na opnieuw een druilerige ochtend voor de komende drie dagen een zonnetje liet zien, stapte Daniël Lohues (Emmen, 1971) met een opgewekt gemoed naar buiten. „Opeens had ik zo’n gevoel dat je straks in de lente ook kan overvallen”, zegt hij thuis aan de eettafel. „Toen ik weer naar binnen ging, schreef ik De dag dat ’t mooi weer weud.”
Zijn nieuwe album Nou opent ermee. „Wat is het nou eigenlijk?”, stelt hij zichzelf de vraag. „Het is zeker geen popmuziek. Het is ook geen kleinkunst. Voor mijn gevoel zit er een heleboel in van wat ik vroeger deed, toen ik als kind orgel speelde bij het kinderkoor.” En dan, nadat hij de melodie heeft geneuried: „Het is gewoon echt míjn manier.”
Altijd herkenbaar, toch veelzijdig
Eigenlijk geldt dat voor alles wat Lohues schrijft en componeert. Zijn liedjes zijn altijd herkenbaar, zelfs als ze door anderen worden uitgevoerd. Tegelijkertijd zijn weinig hedendaagse muzikanten zo veelzijdig als de Drent.
„Vroeger dacht ik weleens dat het te veel alle kanten opging. Maar ik zit zo een beetje in elkaar, denk ik. Ik kook ook elke dag anders. In zo’n schrijfperiode draai ik niet veel muziek, want als ik dan bijvoorbeeld een bluegrassplaat opzet, denk ik: man, wat is dit toch te gek! Ik koop nú een ticket naar Kentucky. En dan zit je een paar maanden later met een bluegrassplaat.”
De hoes van het nieuwe album 'Nou'.
Zonder al te veel invloeden van buitenaf plukte hij in oktober, thuis op Erica, zijn nieuwe album uit de lucht. „Ik dacht: ik ga weer eens elke dag een liedje schrijven. Overdag een beetje knooin, bij de kachel zitten, een wandelingetje maken. Dan ga ik even Duitsland in, een boodschapje doen. Einde van de dag lekker koken, podcastje luisteren, glaasje wijn. En dan ga ik ’s avonds achter de piano zitten.”
Eén, soms twee uur later heeft hij dan weer iets in handen dat daarvóór niet bestond. „Dat heb ik altijd al gehad. Ik doe er niet heel lang over, want dan vind ik het vervelend worden. Als ik ’s avonds een nummer heb waar ik blij mee ben, denk ik: kijken wat het morgenvroeg is.”
Aan- en uitknop voor inspiratie
Het klinkt bijna alsof hij een aan- en uitknop heeft voor zijn inspiratie. Maar dat ligt anders. „Een paar akkoorden kun je altijd wel verzinnen. Of ik ga stukjes oefenen die ik al van kinds af aan speel. ‘O, dat is eigenlijk wel een mooi akkoord’ – en dan bouw je daarop verder. Of ik heb in de auto iets gehoord van Schubert en zoek even in de partituur wat hij precies speelt. Het kan best zijn dat je zoiets een dag later zelf weer gebruikt.”
Waar zijn teksten vandaan komen is voor Lohues ongrijpbaarder. „Dat weet ik nog steeds niet zo goed. Die woorden zijn er zo opeens. Als ik een refrein heb, of een zin, weet ik precies waar het over moet gaan. Het is dan wel zaak om het meteen, in één keer, uit te werken. Ik geloof er wel in dat ik maar even toegang heb tot een idee, en dat is het dan.”
Die ideeën borrelen op de meest onverwachte momenten op. „Het gebeurt ook als ik even naar de winkel in Klazienaveen rij, omdat ik de taugé vergeten ben. Dan dwarrelt ineens een flard van vroeger voorbij, die je onderweg moet zien vast te houden. Als ik daarna thuiskom, is het al half af.”
Allennig of samen
Met die enorme bult nieuwe songs – plus Je kunnen niet altied zes gooien, dat hij tijdens de vorige tournee al speelde – ging hij begin november de studio in. Met Bert Wagemakers als vaste man achter de knoppen slingerde hij ze allennig op de band, of samen met Bernard Gepken (gitaar), Reyer Zwart (bas) en Ruben van der Velde (drums).
„De studio gebruik ik heel ouderwets om die nummers, die dan nog in de schets- of demofase zitten, goed vast te leggen. Natuurlijk kan dat tegenwoordig ook thuis. Maar als ik hier een Pro Tools-set neerzet, kom ik het huis nooit meer uit.”
En dat is uitdrukkelijk wel zijn bedoeling. Eind februari trapte hij in Hardenberg een solotournee af van 45 voorstellingen. Volgend seizoen wil hij Gepken en Zwart weer eens meenemen.
„Ik speel zelden onder Helmond – dat is zo’n taal- en cultuurgrens. Maar in Holland komt er veel volk op af. Rotterdam was zelfs als eerste uitverkocht. Vaak zijn dat natuurlijk mensen die oorspronkelijk uit het Oosten of het Noorden komen en daar zijn blijven hangen. De rest bestaat uit mensen die gewoon geïnteresseerd zijn in muziek of cultuur. Ik vind het een heel mooi publiek.”
Album en optredens
Het album Nou van Daniël Lohues is 15 maart verschenen op zijn eigen label Ericana Recordings. De single De Emmenaar en de olifant kwam twee weken eerder uit. De theatertour komt onder meer in: 6/4 Kielzog, Hoogezand; 12/4, De Meenthe, Steenwijk; 20/4 Molenberg, Delfzijl; 23/4 + 24/4 DNK, Assen; 2/5 + 3/5 Tamboer, Hoogeveen; 17/5 Ogterop, Meppel; 24/5 Lawei, Drachten; 25/5 Klinker, Winschoten; 31/5 + 1/6 Geert Teis, Stadskanaal; 9/6 + 10/6 Stadsschouwburg, Groningen; 12/6 Spiegel, Zwolle; 15/6 + 16/6 Atlas, Emmen. Zie ook: lohues.nl/agenda.