Beeldend kunstenaar Cas van Deurssen. Foto: Corné Sparidaens
Beeldend kunstenaar Cas van Deurssen zoekt in Groningen met metaal en plastic de grenzen op van het schilderij. En het einde van die zoektocht is nog niet in zicht.
Vijf jaar geleden, tijdens de eindpresentatie van Academie Minerva, vertelde Cas van Deurssen al aan deze krant, hoe hij eerst lasser van beroep was, en daarna toch koos voor de kunstacademie. ,,Ik maakte bijvoorbeeld stalen silo’s en tanks. Maar op een gegeven moment werd het toch een dagelijkse routine. Dan moet je vierduizend stelvoetjes maken. Da’s toch lopendebandwerk. Dat zag ik mezelf niet blijven doen’’, verwoordt hij het met een enthousiaste, Zuid-Nederlandse tongval. De uit Deurne afkomstige Van Deurssen (1994) ging studeren aan de kunstacademie St. Joost in Breda. Na een uitdagende uitwisseling in Berlijn wilde hij niet terug naar ‘hetzelfde wereldje’ aan de St. Joost. In Groningen vond hij de klik om zijn studie af te maken.
Tijdens zijn examen presenteerde hij metersgrote schilderijen, waar van alles opgeplakt was of juist afgeschraapt. Gevonden voorwerpen, zoals een boodschappenbriefje of andere dingen die hij onderweg tegenkwam, kregen er een plek. Daarmee hadden de abstracte, meerlaagse doeken toch een oorsprong in de dagelijkse realiteit. Van Deurssen ontving er indertijd de Buning Brongers Prize voor en een nominatie voor de Minerva Award for Fine Arts. Vervolgens waren er exposities in bijvoorbeeld Amsterdam bij Arti et Amicitiae en op Big Art. En hij kreeg een beurs van het Mondriaan Fonds, waardoor zijn werk vorig jaar op Art Rotterdam terecht kwam.
Uit de solotentoonstelling 'Pipes & plastics' van Cas van Deurssen. Foto: Corné Sparidaens
Inspiratie in de timmermansloods
Ondertussen stond de ontwikkeling in zijn kunst niet stil. Enerzijds waren de mogelijkheden tijdens de coronaperiode beperkt. Om geld te verdienen ging Van Deurssen aan het werk in de bouw, bij een aannemer. ,,Die deed alles: stukadoren, tegels zetten, dakkapellen, noem maar op. Daardoor kreeg ik nieuwe ‘skills’ en kwam ik in aanraking met nieuwe materialen. Dat gaf mij weer nieuwe ideeën.’’
Hij ging onder meer experimenteren met het spieraam, waarop het schildersdoek gespannen is. Het houten frame is slechts de drager aan de achterkant van het kunstwerk. Maar Van Deurssen haalt het naar voren. ,,Wat gebeurt er als ik een lat schuin zet of nog verder buiten het frame plaats? Het loslaten van het kader, daarmee ben ik gaan spelen.’’
Hij mocht gebruik maken van de werkplaats van de aannemer en ging aan de slag met metalen strips en frames. In plaats van doek gebruikte hij plastic platen en andere onderdelen die hij tegenkwam. ,,Het was ook heel praktisch: in die loods is geen water. Dus zou ik mijn kwasten niet eens kunnen schoonmaken. Ik kon daar gewoonweg niet schilderen. Daarom ging ik werken met epoxy, plexiglas en allerlei bouwmaterialen.’’
Fabrieksmatige uitstraling
Bij Kunstpunt is nu een tentoonstelling met vijftien nieuwe objecten. Ze bestaan uit glimmend metaal en kleurig plastic. ,,Ik meng harde structuren met organische vormen, en die wilde ik een fabrieksmatige uitstraling geven. In mijn schilderijen zit altijd een soort snelheid. Iets vergelijkbaars zit ook in dit werk. Alsof het een massaproduct is.’’ Er schijnen felle spots op, zodat de open objecten scherpe schaduwen op de wand werpen. ,,Dit zijn tweedimensionale werken. Maar die schaduwen geven er wel diepte aan.’’
In vergelijking met zijn eerdere, metersgrote schilderijen zijn dit kleine werkjes. Voor Van Deurssen gaan ze een dialoog aan met de enorme installatie, die hij momenteel opbouwt in het Tschumipaviljoen, het grote glazen bouwsel, even verderop op het Hereplein. Elementen als metalen frames en gekleurde vlakken komen daar in groot formaat weer terug. ,,En daar is het ruimtelijk; driedimensionaal. Daar werk ik met nog meer diepte en verschillende lagen.’’
De geschroefde metalen objecten doen ook wel denken aan Meccano. ,,Wat grappig, dat je over speelgoed begint. Want voor het Tschumipaviljoen heb ik gekleurde houten vormen gemaakt, met ronde randen, alsof het voor speeltoestellen is, zoals een wipkip…’’
De geschroefde metalen objecten doen denken aan Meccano. Foto: Corné Sparidaens
Schilderij of niet?
Hij werkt met frames en met kleurvlakken. Maar kun je dit nog schilderijen noemen? ,,Dan kom je bij de vraag: wat is een schilderij?’’, stelt Van Deurssen. ,,Hier is inderdaad geen canvas of doek. Toch vind ik het vergelijkbaar met mijn schilderijen, waarin ik ook werk met transparantie, voorgrond en achtergrond, verhullen en verbergen. Eigenlijk doe ik niet zoveel anders als in mijn schilderijen, waarin ik ook stukjes uitknip, met de spuitbus zwart verf en ergens anders weer vastplak met tape.’’
Sinds begin dit jaar is hij gestopt met zijn werk in de bouw, om zich volledig op de kunst te storten. ,,Dat was wel even twee maanden knallen, om deze objecten af te krijgen. En die expositie in het Tschumipaviljoen: dan kom je wel in de etalage van de stad! Jouw werk kan daar op die rotonde van alle kanten bekeken worden. Daar houd ik wel rekening mee, met welke delen naar buiten gericht zijn en wat er in de tussenlagen komt.’’
Als straks ook de installatie in het Tschumipaviljoen geopend is, wacht er een nieuwe uitdaging: een verblijf van enkele maanden bij de creatieve vrijplaats Make in Eindhoven. ,,Daar kun je experimenteren met grafiek, metaal bewerken en glas smelten’’, zegt van Deurssen glunderend. Zijn zoektocht is nog lang niet voorbij.
Werk van Van Deurssen in Kunstpunt, Groningen. Foto: Corné Sparidaens
Op twee plekken
Pipes & plastics, Cas van Deurssen, t/m 8 maart in Kunstpunt, Trompsingel 27 in Groningen. Open wo-za 12-17. Vanaf 5 maart t/m 15 juni ook installatie in Tschumipaviljoen op het Hereplein in de stad.