Wie hem volgt op Instagram, zou kunnen denken dat Renze Dijkema het hele jaar door op pad is. Want als renze_walks_the_coast deelt hij dagelijks een zwart-wit kustlandschap.
Het is 5 januari en Renze Dijkema deelt op Instagram een foto van een riviermonding met opgaande zon. Door het tegenlicht zijn de oevers donker. Het zonlicht schittert op de kromming in de rivier. Sunset above the river Léguer, Bretagne, noteert hij.
Ook op 4 januari postte hij een foto van de Léguer, de dagen ervoor deelde hij beelden van de kust bij Trébeurden en de baai van Landrellec. Maar hij zit gewoon thuis, achter zijn werktafel in Groningen. Tochten langs de kust van Bretagne maakte hij de afgelopen twee jaar. Niet continu, zoals zijn foto’s suggereren, maar wel lange periodes aaneengesloten.
Stillevens
Met dat wandelen begon hij vier jaar geleden. Tot die tijd was hij schilder en fotograaf van vooral stillevens. Dijkema (Groningen, 1966) is opgeleid als klassiek schilder aan kunstacademie Minerva (1985-1990) (,,nog door Matthijs Röling onder anderen’’), en volgde van 1996 tot 1998 een verdiepende opleiding aan het Frank Mohr Instituut. ,,Daar kwam ik erachter dat ik beter kon fotograferen.’’
Uit liefde voor het genre stilleven maakte hij toen een installatie die bestond uit een zelfgebouwde tafel, met daarop een raster van ansichtkaarten van stillevens. Op elke kaart legde hij een voorwerp. Toen hij op ooghoogte naar de tafelrand keek, zag hij een ‘soort landschap’. Dat fotografeerde hij. Het leidde tot series van zelfgebouwde scènes, die ogen als stedelijke, futuristische ruïnes.
Pieterpad
,,Een jaar of vier geleden heb ik mijn laatste stilleven gemaakt. Ik had ondertussen het Pieterpad gelopen en daar een boek over gemaakt: Panorama Pieterburen-Pietersberg.’’ Het wandelen, gecombineerd met fotograferen, beviel hem goed. Dus liep hij ook de hele Nederlandse kust. ,,Daarna dacht ik: wat nu?’’
Renze Dijkema - Winschoterdiep, Wildervanckkanaal
Omdat hij de Nederlandse waddenkust al had gezien, besloot hij de bus te nemen naar het Deense Esbjerg en van daar ook de Deense en Duitse waddenkust in kaart te brengen. ,,Toen ben ik gaan rekenen. Hoe lang kan ik nog lopen? En wat als ik twee, drie maanden per jaar wandel?’’
Zo kwam het dat hij in 2019 vanuit Nederland naar Normandië liep, en de afgelopen twee jaar Bretagne aandeed. ,,In april wil ik verder naar Spanje. En misschien na de zomer Zuid-Frankrijk en Corsica. Voor dat eiland maak ik een uitzondering, omdat het heel mooi is.’’ Hij denkt aan een boek La Côte, en zoekt een uitgever. Vandaar dat hij eerst Frankrijk wil afronden, voor hij helemaal Spanje en Portugal ‘om’ wandelt.
Spoorbaan
Dijkema heeft niet de intentie om compleet te zijn. Hij probeert alleen normaal begaanbare wegen te bewandelen. ,,Het eiland Sylt is bijvoorbeeld wel bereikbaar met een spoorbaan. Daar kwam ik bijna onder de trein, want ik stond een foto te maken met mijn neus tegen de wind in. Ik hoorde hem niet aankomen.’’ Maar zo’n spoorbaan laat hij links liggen.
Elke foto maakt hij met dezelfde beeldhoek van 28 mm kleinbeeld in het cinemaformaat 9:16. De horizon houdt hij in het midden en links in beeld ligt zijn bestemming. ,,Ik fotografeer in kleur, maar zie het beeld op het cameraschermpje in zwart-wit. Zo beoordeel ik de foto.’’ De kleurenfoto’s vormen inspiratie voor nieuwe schilderijen. ,,Daarvoor heb ik de verhouding 3:5 gekozen.’’
Een beeld dat als foto werkt, werkt soms niet als schilderij en andersom. Op de Normandische kust liggen bijvoorbeeld resten van de invasie van 1944. Op een foto zijn die herkenbaar, maar als hij ze probeert te schilderen ‘vervalt’ de boodschap. Ook lukt het niet altijd stenen of begroeiing naar wens weer te geven, al gaat hij de verf met schuurmachine te lijf om de goede verfhuid te vinden.
Plakband
Om rotsen en wolkenpartijen heel strak te kunnen schilderen, trekt Dijkema er liever uren voor uit om in plakband de vormpjes uit te snijden, dan dat hij zo lang ‘in de verf zit’. ,,Met zo’n vorm kun je makkelijk tamponeren, het liefst met de goedkoopste kwasten. Als je schildert, zie je het einde van je penseelstreek. Maar binnen een mal kun je vrijuit strijken en boetseren en hoef je daar geen rekening mee te houden.’’
Vanwege de strakke vormen hebben zijn schilderijen iets fotografisch, al zijn ze dat – zeker van dichtbij – niet. ,,Er zit iets in het fotografische beeld dat ik heel mooi vind. Ik houd ook heel erg van de schilderkunst uit de begintijd van de fotografie, zo tussen 1800 en 1850, die een gedetailleerde werkelijkheid toont. Zoals Caspar David Friedrich.’’
Renze Dijkema - Arromanches Renze Dijkema
Hij pakt er boeken bij over John Beasley Greene en Gustave Le Gray, uit de begintijd van de fotografie. ,,Die foto’s ... daar zit zoveel leegte in!’’, zegt hij bij foto’s van een piramide en de omringende woestijn. Het is een soortgelijke leegte die Dijkema aantrekt, die hij probeert te vinden in de kustlijn. Al realiseert hij zich dat zeker in Nederland de hele kust is aangelegd. ,,Met als duinen vermomde dijken en opgespoten strand.’’
Een andere serie – ,,ik loop ook alle waterwegen naar Groningen’’ – lijkt uit die begintijd van de fotografie te komen. Deze kleine werken (11x30 centimeter) schildert hij op jute. De basis zijn opnieuw foto’s, dit keer gemaakt met extreme groothoeklens. Van een afstandje lijken het oude foto’s in sepia, maar van dichtbij zie je de textuur van de ondergrond en zijn monochroom palet. ,,Ze verwijzen naar zichzelf: naar het bruinige van turf en jutezakken.’’