Wouter van Oord als boormeester Dilling in de repetitie van Woeste Gronden. Foto: Jan Anninga
De mannen van BUOG (bekend van ‘Jumping Jack’) wilden al langer wat met de spectaculaire totaalverzakking van de boortoren bij ’t Haantje in 1965. Er lag een Drentse vertaling van Macbeth, van Jannie Boerema. Die twee elementen komen nu samen in één voorstelling: ‘Woeste Gronden’. Pal naast de al lang begroeide krater.
Het Shakespearetheater in Diever speelt tot en met 11 september een bijzondere combinatie van Macbeth en Comedy of Errors. Dachten Pieter Stellingwerf en Kees Botman van BUOG wellicht: daar kunnen wij overheen, met Macbeth en een boortoren?
,,Nee”, antwoordt Stellingwerf grijnzend. ,,We dachten al eerder na over een voorstelling die zou aanhaken bij die door de aarde verzwolgen boortoren voordat we op het TT Circuit Jumping Jack maakten. Los daarvan maakte dichter Jannie Boerema een Drentse Macbeth-vertaling. De voorstelling ervan in Westerbork ging niet door. Toen borrelde het idee op om Macbeth en de boortoren samen te voegen. Allebei gaan ze ten onder, immers.”
De voorstelling, die op 8 september in première gaat, heet Woeste Gronden.
BUOG, uit Leeuwarden, staat voor Bedenkers & Uitvoerders van Ongewone Gebeurtenissen. Onder die noemer valt deze productie zonder meer. Het was zeker een ongewone gebeurtenis, in december 1965, in ’t Haantje. In plaats van dat de 48 meter hoge NAM-boortoren het gas uit de aarde trok, zoog diezelfde aarde de toren tot de top de grond in. Het in up-tempo omhoog gespoten gas had spontaan een soort glijpijp voor de toren vrijgemaakt.
De speellocatie ligt pal naast de in de jaren overwoekerd geraakte krater. Als het publiek het voorstellingsterrein oploopt, speelt na de ingang eerst een band songs uit de Top 40 van 1965 (de hitlijst trapte precies in dat jaar af). Ook kan dat publiek een kijkje nemen bij de kraterplek, waar wat muziek wordt gespeeld.
Dan is het tijd voor de ‘tribune’, in dit geval gelijkvloers staande losse banken. Stellingwerf: ,,We hebben rekening willen houden met coronabeperkingen. Vandaar geen gewone tribune. Op elke bank kunnen we vijf mensen kwijt, met ruimte, normaal passen er negen op. We kunnen vijfhonderd bezoekers kwijt.”
De banken staan inderdaad ruim verspreid, voor een oplopend, verhoogd toneel, zodat de zichtlijnen geen probleem zijn. ,,Dat toneel is gemaakt van grote betonblokken.” Zou je niet zeggen, want ze zijn inmiddels begroeid, zodat de speelplek overloopt in het groen van de omgeving. ,,We hebben ze in april, mei ingezaaid.”
Erop wordt deze avond stevig gerepeteerd. Achter het publiek zitten hoog onder een soort baldakijn de drie Macbeth-heksen, voor hun voorspellende bijdragen. Ze zijn gekleed in uitbundige, zeg maar hilarische kleuren – kostuums van Aafje Horst. Zij wist ook wel raad met de aankleding van Liesbeth Groenwold en vooral Wouter van Oord, die een ‘ver-NAMde’ versie van Macbeth en zijn Lady spelen: boormeester Dilling en ‘zijn’ mevrouw Dilling. De twee moeten in eerste instantie afrekenen met hoofdingenieur De Koning, een ‘vertaling’ van Shakespeares koning Duncan.
Het stuk is (dus) grotendeels in het Drents. Wouter van Oord, geboren in Vries, werd erin bijgespijkerd. De hooghartige mevrouw Dilling móet wel gewoon Nederlands spreken. Dat doet hoofdingenieur De Koning ook. Die wordt gespeeld door Marcel Lelling, import-Emmenaar die nog nooit eerder toneelspeelde, maar wel vijftien jaar in het bedrijfscabaret stond van niets minder dan de NAM, waar hij in dienst was.
Tijdens de repetitie, een doorloop, hamert Stellingwerf bij de grote groep meespelende amateurs vooral op tempo. En scherpe timing. ,,Te laat! Wilde de brommer niet starten?”, roept hij na een al te trage opkomst. Stellingwerf, vooral de man van het beeld, regisseert Woeste Gronden samen met Ben Smit, die vooral op de tekst let. De laatste nam drie regieklussen tegelijk aan en gaat van hot naar her. ,,Ik dacht, er zal door corona wel wat sneuvelen. Mooi niet dus.”
Voor wie een gebruikelijk bloederige Shakespeare vreest, wees gerust. ,,Er komt geen zwaard of pistool aan te pas”, verzekert Stellingwerf. ,,Macbeths wapen is vuur.” Dat krijgen we uitbundig te zien.
Hoofdrolspeler Wouter van Oord duikt energiek in zijn boormeester-personage. Hij zou eerst zijn wederhelft Anne Katic als mevrouw Dilling meebeleven, maar agendatechnisch – ze speelt bij Vis à Vis en had door al het geschuif verplichtingen in Almere – volgde er een toneelscheiding. Ze wordt vervangen door Liesbeth Groenwold, ook een ervaren actrice. Smit: ,,Een goeie! En heel leuk: ik ken haar nog van toen ze als 11-jarige in Emmen speelde bij zeg maar de voorloper van Loods13.” Zo komen alle musici en technici ook uit de nabije omgeving.
De NAM sponsort mee. Stellingwerf: ,,Het imago van de NAM is hier veel beter dan in Groningen. Daar heeft het bedrijf problemen veroorzaakt, hier alleen maar mensen aan werk geholpen. Ondanks die Macbeth-lijn en die weggezonken boortoren is dit geen NAM-bashen. De voorstelling gaat ook over energietransitie. De NAM heeft het belang om daarbij aan te haken.”