Mohamed Yusuf Boss maakte onder meer de voorstelling KÓW.
Foto: Knelis
Ze hebben wind mee, choreograaf Mohamed Yusuf Boss, de dansers/performers van Teddy’s Last Ride en theatermaakster Jasmin Hasler. Alle drie krijgen ze van Groningen 80.000 euro als ‘bewezen talent’. Nóg meer ondersteuning van kunstenaars die toch al worden geholpen, moet dat? Ja dus.
,,Het gaat er om dat we talenten een kans bieden een beroepspraktijk op te bouwen. Je kunt toelages versnipperen over meer instellingen, maar heldere keuzes maken is beter”, zegt directeur Ebrien den Engelsman van de Kunstraad Groningen. Deze adviseerde wethouder Paul de Rook om de 240.000 euro die de tweejarenregeling voor ‘bewezen talent’ over bovenstaande drie instellingen te verdelen.
Los van de principiële keuze van kwaliteit boven kwantiteit: ,,Deze drie ingediende plannen waren zowel artistiek als in zakelijke uitvoering erg goed onderbouwd. Super mooi ook dat ze een heel diverse aanvulling zijn op het bestaande culturele veld, met hun eigen doelgroep en hun eigen expertise, terwijl ze in eerder werk al hebben aangetoond dat ze wat in hun mars hebben.”
Jasmin Hasler richt zich via haar Profound Play met theaterproducties op de allerjongste kinderen en wordt net als Teddy’s Last Ride en X_Yusuf_Boss gesteund door het Grand Theatre. Dat ontvangt daarvoor als ontwikkelinstelling rijkssubsidie, waarvan overigens meer podiumkunstenaars profiteren. Daarnaast hebben Mohamed Yusuf Boss en Teddy’s Last Ride allebei dankzij goeie plannen ook nog een ton gekregen van het Fonds Podiumkunsten, in een speciale regeling voor nieuwe makers.
De Kunstraad beseft dat hiermee enkele makers ‘alles’ lijken te krijgen en de rest niets, zo valt in de advisering te lezen. Net als: was er meer geld beschikbaar gesteld, dan hadden ook anderen zeker de kans gekregen zich verder te ontwikkelen. Deze plannen staken er bovenuit, maar er waren meer goeie. Den Engelsman: ,,Voor de gekozen drie moet dit een opstap zijn naar een meerjarige financiering via de volgende cultuurnota - die van 2025-2028.”
Daarnaast heeft deze ogenschijnlijke ‘stapeling’ van subsidiegeld een signaalfunctie naar de landelijke geldverstrekkers. Van stad en regio wordt immers verwacht dat instellingen die subsidie krijgen van het Rijk of van het Fonds Podiumkunsten, ook in de eigen omgeving worden omarmd. Er moet, in het jargon, worden ‘gematcht’. Laat die eigen omgeving het erbij zitten, dan kunnen die landelijke geldschieters later zomaar kiezen voor andere kunstenaars, in een andere regio.
Wethouder De Rook, die het Kunstraad-advies dus overnam, zwakt dit laatste af bij deze keuze: ,,Die opdracht hing hier niet aan. Tot nu toe waren er alleen incidentele subsidies voor projecten waarmee instellingen zich konden onderscheiden, die nog niet in onze cultuurnota zaten. Wij wilden een brug slaan naar die cultuurnota, voor jonge kunstenaars die we een toekomst toedichten. Dat is deze tweejarenregeling geworden. En als deze drie geselecteerden daarin goed presteren, kan die plek voor de jaren ‘23 en ‘24 worden verlengd. Tot aan de volgende cultuurnotaperiode. Maar dat is dus nog geen gesneden koek.”
Zakelijk leider Luisa Redenbacher van Teddy’s Last Ride snapt dat het gezelschap een bevoorrechte positie heeft. En dat anderen met een schuin oog kunnen kijken naar deze nieuwe toelage. ,,Wij zijn heel erg blij, maar hadden eerlijk gezegd nergens op gerekend. Ik weet dat er meer goeie plannen lagen. Wij beseffen heel goed dat we elkaar in het culturele veld hard nodig hebben. We kunnen dit niet alleen, en willen dan ook echt anderen bij ons werk betrekken.”
Teddy’s Last Ride is onder corona niet bij de pakken neer gaan zitten (zie de film Safe Sex) en hoopt zich nu met de extra steun, naast nieuwe producties, verder te professionaliseren. ,,Onze choreograaf Manuel Paolini wil zich met de inschakeling van een mentor nog meer verdiepen in butoh, een Japanse dansvorm, terwijl Andy Smart een muziekcoach zoekt.”
Voor zowel de honorering van Profound Play als die van X_Yusuf_Boss ging bij creative producer Jaukje van Wonderen de vlag uit, want zij was medeverantwoordelijk voor beide ingediende plannen. ,,Voorstellingen maken blijft de kernactiviteit”, zegt zij, ,,Met Mohamed Yusuf Boss gaan we onder het motto ‘Give it Forward’ gesprekkenreeksen aan met semi-professionals en amateurs in de urban- en hiphopcultuur, en workshops geven. We verrichten voor onze producties veel onderzoek in de samenleving, verdiepen ons in wat er speelt. Daarvan blijft bij de repetities veel liggen waarvan het zonde zou zijn als het nooit wordt gebruikt. Daarmee kunnen we diverse groepen in hun eigen context aanspreken.”
In Profound Play (verdiept spel) ontwikkelt Jasmin Hasler met Van Wonderen voorstellingen voor én met kinderen van 1 tot 5 jaar. ,,Daarnaast praten we daarover en over de ontwikkeling van die kindjes met pedagogisch medewerkers, op dagverblijven en scholen bijvoorbeeld, en met de ouders.”
Hasler zelf is euforisch over de erkenning. ,,Waanzinnig nieuws. Fijn om dat de gemeente ziet dat kunstbeleving al begint bij jonge kinderen. Dit helpt mij enorm op weg naar mijn nieuwe voorstelling.” Dat is Binnenwoud, waaraan Hasler nu in het Grand Theatre werkt.