Tijdens een uitbraak explodeert de veldmuizenstand. Foto: Archief
Dit jaar kan al de boeken in als een goed veldmuizenjaar, maar of we in 2026 ook te maken krijgen met supermuizenvrouwen die om de twintig dagen jonkies krijgen, is nog onzeker. Het weer kan mee- of tegenzitten.
Onderzoeker Eddy Wymenga, die al tien jaar de muizenstand monitort, telde vorige maand in de Friese veenweide en op de klei niet alleen massa’s muizenholen, maar ook veel reigers en ooievaars die in de weilanden muizen zochten. Over de veldmuizen: „Ze zijn in opkomst.”
Een muizenpiek komt eens in de twee tot vier jaar voor, maar als het veel regent spoelen de muizen en daarmee de kans op een uitbraak weg. Ook vorst kan de nekslag betekenen. Alleen als de weeromstandigheden meewerken, kan een muizenpiek ook een muizenuitbraak worden, zegt Wymenga.
Tijdens zo’n uitbraak explodeert de muizenstand. Veldmuizenvrouwtjes worden zwaarder en groter dan normaal en krijgen in plaats van vier keer per jaar, ongeveer om de twintig dagen jongen.
Kindmoeders
In 1957 schreef de Duitse onderzoeker Fritz Frank in The Journal of Wildlife Management een artikel over het fenomeen. Hij onderzocht grote groepen veldmuizen in zijn laboratorium en ontdekte dat een vrouwtje van 33 dagen oud, na een draagtijd van 20 dagen al jonkies kreeg. Toen ze bevrucht werd, was ze nog niet eens van de moedermelk af. „Voor zover ik weet, is dat tot nog toe alleen aangetoond bij hermelijnen”, noteerde Frank destijds in een voetnoot.
Veldmuizen hebben het goed dit jaar en als er een uitbraak komt worden het er nog veel meer. Foto LC
Tijdens uitbraakperiodes wonen twee tot vijf jonge vrouwtjes, soms ook met hun moeder erbij, in een gezamenlijk nest waar ze met z’n allen hun jongen grootbrengen. De groepsleden blijven hun hele verdere leven bij elkaar, ook als ze bijvoorbeeld vanwege gevaar moeten verhuizen.
Daarin verschilt een uitbraak van een gewoon muizenjaar. Ook dan kruipen twee tot drie generaties veldmuizen uit een familie in de herfst en winter bij elkaar om de kou en het warmteverlies te compenseren, maar in het voorjaar en de zomer vallen de gemeenschappen weer uit elkaar en leven de muizen liever in eigen territoria.
Vijftiende eeuw
Alleen tijdens een muizenuitbraak veranderen de regels en richten de muizen zich met vereende krachten op de voortplanting en de overleving van de jongen. En de afloop is altijd hetzelfde. Uiteindelijk loopt de overbevolking de spuigaten uit waarna de muizenstand weer instort. De dieren kunnen niet langer voldoende voedsel vinden, worden ziek en sterven.
Fritz Frank ontdekte dat er al in de vijftiende eeuw over muizenpieken werd geschreven en veldmuizen-onderzoeker Wymenga herinnert zich dat zijn vader, „een boerenknecht in de Stakken bij Warten”, vertelde over een muizenplaag in 1947.
Drie jaar later, in 1950, eiste een officier van justitie in Leeuwarden nog 25 gulden boete of vijf dagen celstraf tegen vijf boeren bij Hommerts die in 1949 een dijk hadden doorgestoken om de muizen op hun land te verdrinken.
Geen grazende koeien, veel muizen
Maar tussen 1950 en 2000 kwamen muizenuitbraken hier niet meer voor. Pas in 2004, 2014 en 2019 werden Friese graslanden, dijken en wegbermen ineens weer massaal kaalgevreten. Wymenga deed er samen met vier collega’s onderzoek naar.
Grasland met muizenschade. Foto LC
Ze ontdekten dat de muizenuitbraken van voor 1950 en die van na 2000 grotendeels in dezelfde gebieden plaatsvonden. Steevast kozen de muizen voor relatief droge grond. En waar onderzoekers in de jaren vijftig nog dachten dat de uitbraken zouden stoppen door de intensivering van de landbouw en het bijbehorende gemis aan biodiversiteit, blijkt de werkelijkheid net even anders.
Veldmuizen gaan juist goed samen met de huidige boerenpraktijk. Ze doen het goed in niet-begraasd land met relatief lang gras. Sinds koeien vaker jaarrond op stal staan, komen er ineens weer uitbraken voor.
Droog modern boerenland
De cijfers laten het zien. In de Friese Zuidwesthoek, waar de eerste boeren vorige week hun land alweer onder water zetten tegen de muizen, nam het aantal grazende koeien tussen 2000 en 2011 bijvoorbeeld af met 50 tot 70 procent.
Opvallend is ook dat veldmuizen goed gedijen in gedraineerd land met een grondwaterpeil van 80 tot 120 centimeter onder het maaiveld. Daardoor blijven hun nesten, met een gemiddelde diepte van 22 tot 30 centimeter lekker droog, ook als het hevig regent.
„De huidige landbouwmethodes ondersteunen muizenuitbraken meer dan dat ze uitbraken tegengaan”, concludeerden Wymenga en zijn mede-onderzoekers daarom in 2021. Alleen vorst en regen kunnen de muizen nog stoppen.
Maar hoe het toch komt dat de supervrouwen tijdens een piek ineens bij elkaar gaan liggen en massaal kleintjes krijgen? Daar brak iedereen zich honderd jaar geleden het hoofd al over, zegt Wymenga. „Het antwoord weten we nog steeds niet.”
En nog zoiets: als er een muizenpiek is, zie je ook meer andere knaagdieren. Hoe dat nou weer kan? „Dat zijn van die dingen die wij nog niet begrijpen. Dat is verwondering.”