Tika de Jonge speelt zondag voor het eerst tegen jeugdliefde Feyenoord. Foto: Jaspar Moulijn
Tika de Jonge speelde drie seizoenen in de jeugd van Feyenoord. Zondag maakt de Zeeuw met FC Groningen voor het eerst zijn opwachting tegen de Rotterdammers. Een gesprek over zijn Feyenoord-familie, onderschatting en concurrentie die hem beter maakt.
Zondag staat er voor jou een speciale wedstrijd op het programma, de topper tegen Feyenoord. Kijk je ernaar uit?
„Ja, dit is een van de mooiste wedstrijden van het jaar, maar dat zullen er wel meer vinden. Ik ben heel benieuwd hoe we het gaan doen. Al van kinds af aan was ik voor Feyenoord. In mijn familie zijn ze ook bijna allemaal voor Feyenoord, dus het wordt speciaal.”
Voor jou is het pas de eerste keer dat je tegen Feyenoord speelt. Hoe kan dat?
„In de drie eerdere duels speelde ik niet. De halve finale van de beker, twee seizoenen geleden, miste ik door een blessure, bij het thuisduel een jaar geleden raakte ik in de warming-up opnieuw geblesseerd en bij de wedstrijd in De Kuip ontbrak ik vanwege een schorsing, omdat ik een week eerder tegen NAC rood had gekregen. Nu lijk ik eindelijk tegen Feyenoord te spelen. Even afkloppen.”
Heb je de duels bewust laten schieten, zodat je familie niet in een ondoenlijke tweestrijd terecht zou komen?
„Haha, nee hoor. Zondag zijn ze gewoon voor mij.”
Tika de Jonge (in wit hesje in het midden) tijdens een voorbereidende training van FC Groningen op de wedstrijd tegen Feyenoord. Foto: Jaspar Moulijn
Op achtjarige leeftijd kwam je vanuit Zeeland in de jeugdopleiding bij Feyenoord terecht. Je speelde er drie seizoenen. Hoe kijk je terug op je tijd in Rotterdam-Zuid?
„Ik voetbalde bij de amateurs van Zierikzee en kreeg samen met een teamgenoot en vriendje van mij, Zenya Deurloo, een uitnodiging van Feyenoord. Na meerdere talentendagen, waarbij we telkens niet bij de afvallers hoorden, mochten we uiteindelijk bij Feyenoord komen spelen. Elke dag carpoolden we samen naar Rotterdam, een uur heen en een uur terug.”
Na drie jaar vertrok je bij Feyenoord. Waarom was dat?
„Zenya ging naar de onder-13 en ik naar de onder-12. We konden niet meer samen reizen. Voor mijn vader, die ook een gewone baan had, was het niet te doen om mij vier dagen per week om drie uur ’s middags naar de club te brengen en een paar uur later weer naar huis te halen.”
Was er geen andere oplossing?
„Een gastgezin zagen mijn ouders niet zitten en in die tijd waren er nog geen busjes van de club die spelers ophaalden. Tenminste, dat had de club toen niet voor mij over, haha. En dus moest ik noodgedwongen stoppen bij Feyenoord. Mijn ouders hebben er wel een traantje om gelaten.”
Tika de Jonge. Foto: ANP/Gerrit van Keulen
Na een jaar bij JVOZ, een club voor Zeeuwse voetbaltalentjes, deed zich hetzelfde probleem opnieuw voor toen NAC bij je aanklopte.
„Klopt. Mijn ouders vroegen: hoe dacht je dit dan te kunnen doen? Een gastgezin zagen ze voor hun twaalfjarige zoon nog steeds niet zitten. Een paar weken later vroeg ik of ze toch niet even wilden kennismaken met een gastgezin. Dat hebben ze toen gedaan. Het was vanaf de eerste minuut goed. Ik kwam bij een alleenstaande half-Indische vrouw van ergens in de 30 terecht. Zij was heel warm en liefdevol en ik heb daar twee jaar met heel veel plezier zes dagen per week gewoond.”
Wat gebeurde er na die twee jaar?
„Mijn broertje werd ook gescout door NAC. Twee kinderen op jonge leeftijd naar een gastgezin laten vertrekken vonden mijn ouders te veel van het goede. Dus besloten ze om naar Breda te verhuizen. Je kunt rustig zeggen dat mijn ouders heel veel voor ons over hebben gehad.”
En toen kwam FC Groningen ineens voorbij.
„Ja, dus ging ik op mijn zeventiende weer het huis uit. In Groningen kwam ik bij een gastgezin in De Wijert terecht. Ook daar heb ik me enorm thuis gevoeld. Ik woon inmiddels twee jaar op mezelf en heb net een huis gekocht in Groningen, maar heb nog veel contact met ze en kom af en toe bij ze eten.”
Voor FC Groningen heb je nu 38 officiële wedstrijden gespeeld. Voel je je hier op je plek?
“Ja, het gaat goed met de club en persoonlijk gaat het ook goed. Ik speel veel.”
Toch haalde FC Groningen in de slotweek van de transferperiode Tygo Land van PSV, een concurrent op het middenveld. Hoe kwam dat nieuws bij jou binnen?
„Het is bij een club als FC Groningen heel normaal dat er concurrentie is. Ik wist dat in onze selectie voor onze posities op het middenveld in principe alleen Stije Resink en ik in aanmerking kwamen. Dat de club op het laatste moment Tygo Land en Travis Hernes haalde, had ik wel verwacht.”
Land geldt als een van de grootste talenten van Nederland. Was je niet bang voor je plekje?
„Niet echt. Ik heb al laten zien dat ik een gewaardeerde kracht ben in het team. Ik kan mee met het niveau van FC Groningen.”
De concurrentie heeft je er niet slechter op gemaakt. Sinds de komst van Land en Hernes ben je beter gaan spelen.
„Concurrentie houdt me scherp. Niet dat ik daarvoor niet scherp was, maar er komt wel een bepaalde druk bij en dat vind ik alleen maar lekker.”
Tika de Jonge: „Zondag is de familie voor mij." Foto: Jaspar Moulijn
Tegen FC Utrecht was je een van de uitblinkers. Was dat je beste wedstrijd van het seizoen?
„Ja, dat denk ik wel, zowel met als zonder bal. Al had ik wel moeten scoren en een assist moeten hebben op Younes Taha. Dat zijn nog verbeterpunten. Vorig jaar had ik één doelpunt en één assist. Die aantallen moeten omhoog. Ik kom misschien minder vaak voor het doel dan Resink, maar het is absoluut een statistiek die verbeterd moet worden.”
Over statistieken gesproken, Mark-Jan Fledderus, strategisch directeur van Serie A-club Como, dat vooruitloopt in het gebruik van data, vertelde onlangs in onze podcast Radio Milko dat jij qua data een positieve uitschieter bent bij FC Groningen. Wist je dat?
„Iemand wees me erop dat hij dat heeft gezegd. Ik wist dat mijn data wel goed zijn. Voor velen is dat misschien een verrassing. Ik ben een speler die wat minder opvalt. Ik maak niet het verschil met doelpunten en assists, maar ik heb niet voor niets heel veel gespeeld, dus er zijn bepaalde dingen waar de trainers tevreden over zijn.”
Wat zijn die dingen?
„Bijvoorbeeld het aantal gewonnen duels en onderscheppingen. Voor een leek valt dat minder op. Die gaan naar het stadion voor een leuke, creatieve nummer 10. De dingen die ik doe springen minder in het oog.”
Is het frustrerend dat jouw kwaliteiten niet door iedereen op waarde worden geschat?
„Ik kan niet zeggen dat ik de kritiek op mij die er soms is niet lees of hoor. Er zijn weleens twijfels over mij, maar dat vind ik niet heel erg. Het geeft me alleen maar meer motivatie om te laten zien waarom ik van waarde ben voor FC Groningen.”