Thijmen Blokzijl (l) en Jorg Schreuders lopen gebroederlijk naast elkaar op de golfbaan van Glimmen. Foto: Peter Wassing
Als er één plek is waar iemand z’n nare karaktertrekken niet kan verbergen, is het op de golfbaan. Met FC Groningen-spelers Jorg Schreuders en Thijmen Blokzijl liep ik deze week een ronde op de Noord-Nederlandse in Glimmen. Ik was vastbesloten: hier zou ik de op het oog sympathieke jongens ontmaskeren als vervelende etterbakjes.
De golfbaan is een plek waar twijfel, frustratie en ergernis welig tieren. Een gemiste putt, een bal in het water, een misslag in de bunker: meestal verlaat een golfer met de pest in het lijf de baan, zich afvragend waarom hij in vredesnaam ooit aan deze sport is begonnen.
Om een dag later alweer een nieuwe golfafspraak te maken.
Een flink aantal voetballers van FC Groningen is inmiddels behept met het golfvirus. Een deel van de jonge, zelfopgeleide spelers haalde vorig jaar hun golfbewijs. Zo ook Jorg Schreuders en Thijmen Blokzijl. Met dat tweetal heb ik maandagmiddag afgesproken om negen holes te lopen op de Noord-Nederlandse Golf & Country Club in Glimmen, de thuisbaan van Jorg.
Jorg en Thijmen komen aan in een bescheiden autootje
Ruim drie kwartier voor onze starttijd rijden Jorg en Thijmen rustig de parkeerplek van sociëteit De Poll op. Niet in een patserige bolide van een nog patseriger merk, maar een bescheiden Mini Cooper. Ze zwaaien vriendelijk. Thijmen pakt zijn golftas uit de auto, Jorg gaat naar z’n kluisje. ,,We zien je zo!’’
,,Watertje voor op de baan?’’, vraagt Jorg, als hij in het clubhuis aan de bar staat. Vriendelijk aangeboden, maar ik weet dat hij zo mijn sympathie probeert te winnen en daar trap ik mooi niet in. ,,Heb ik zelf al mee’’, brom ik daarom terug.
Jorg Schreuders, Thijmen Blokzijl en Thijs de Jong (v.l.n.r.) hebben net twee mensen door laten gaan op de golfbaan en wachten tot ze verder kunnen. Foto: Peter Wassing
Lichtroze broek
Op de driving range geeft Thijmen mij een compliment over m’n outfit. ,,Ziet er professioneel uit’’, knikt hij. Het is fijn om te horen – mijn lichtroze broek heb ik net nieuw – maar dat laat ik niet merken. ,,Ik zie er professioneler uit dan ik golf’’, mompel ik, terwijl Jorg een mandje ballen voor me haalt.
Voordat Thijmen zijn eerste bal op de driving range slaat, verontschuldigt hij zich. ,,Dit zal de eerste keer zijn dat ik op een grote baan speel. Ik heb nog nooit met m’n driver geslagen, dan weet je het vast.’’
Ik sla mijn eerste bal. Hij is perfect. ,,Deed jij dat?’’, vraagt Thijmen vol ongeloof. ,,Zo! Zag je dat, Jorg?’’
,,Ja, mooi hoor!’’
Golfclubs van Marktplaats
We slaan onze mandjes leeg en als het bijna tijd is om af te slaan lopen we naar de teebox van hole 1. Ik werp de blik op de golftassen van de jongens. Ze verdienen nu een paar centen, dus hebben vast een glanzend nieuw setje in een glanzend nieuwe tas. Als voetballers iets kunnen, is het pochen met rijkdom. Maar nee hoor. ,,Van Marktplaats’’, zegt Jorg. ,,Totdat ik het een beetje kan, vind ik het onzin om een duur golfsetje te hebben.’’
En die putter dan? Ietwat beschaamd trekt hij de stok uit z’n tas. ,,Die ontbrak nog in m’n set. In de golfshop heb ik uitgelegd wat ik ongeveer zocht en even later liep ik met dit ding naar buiten. Vijfhonderd euro. Slaat natuurlijk nergens op. Is ook veel te goed voor mijn niveau.’’ Het is herkenbaar voor golfers. Velen hebben ooit zo’n aankoop gedaan.
Het setje van Thijmen is ook tweedehands. De beste vriend van zijn vader speelde ermee, totdat die twee jaar geleden plotseling overleed.
Jorg Schreuders: ‘Ik speel liever in een volle Kuip dan dat ik moet afslaan voor een terras met mensen’. Foto: Peter Wassing
Liever een volle Kuip dan een terras met mensen
Een beetje nerveus staat Jorg klaar om af te slaan. De teebox is pal voor het terras van het clubhuis, waar vier mensen genieten van het waterige voorjaarszonnetje. ,,Ik voel toch wel wat spanning’’, zegt Jorg. ,,Ik speel liever in een volle Kuip dan dat ik moet afslaan voor een terras met mensen.’’ Zijn eerste slag belandt op de fairway.
Die van mij er net naast.
Dan komt Thijmen. Hij staat klaar met z’n driver, de club waar hij nog nooit een bal mee sloeg. Hij haalt uit. De club raakt de grond, de bal blijft liggen op de tee. Ik wacht op een spottende schaterlach van Jorg. Tevergeefs. ,,Jammer Thijmen, gewoon nog een keer proberen.’’
Als ook Thijmen zijn bal heeft geslagen, kunnen we verder. Twee heren staan klaar om ook aan hun ronde te beginnen. We laten ze voorgaan. Dan komt er een ouder stel. Ook zij mogen wel voor ons uit. Zittend op een bankje zien we hoe de vrouw de bal kaarsrecht een eind wegmept. ,,Wat een mooie bal, mevrouw’’, zegt Jorg. ,,Veel plezier!’’, volgt Thijmen.
Blurgh!
Thijmen Blokzijl slaat z'n bal weg. Op de achtergrond kijken Jorg Schreuders en Thijs de Jong toe. Foto: Peter Wassing
Zoeken naar de bal
We kunnen weer door. Thijmen moet er nog even inkomen. De eerste drie ballen raakt hij niet goed. Na iedere ‘getopte’ bal volgt een aanmoediging van zijn vriend.
Als ik weer aan de beurt ben, blijkt dat die perfecte ballen op de driving range geen enkele waarde hebben. Mijn bal verdwijnt in de bosjes. Geïrriteerd duik ik de prunus in. En ja hoor, niet veel later ritselen Jorg en Thijmen achter me aan de struik in om me te helpen zoeken.
De eerste hole verlies ik. Thijmen herpakt zich na zijn moeizame start en met een prachtig chipje, net naast de vlag, laat Jorg zien over irritant veel balgevoel te beschikken. ,,Schitterend! Wát een bal!’’, roept Thijmen bewonderend.
Thijs de Jong zoekt na een belabberde slag naar zijn bal. Jorg Schreuders en Thijmen Blokzijl zoeken in de struikjes mee. Foto: Peter Wassing
Bunker aanharken
De tweede hole speel ik ook slecht. Terwijl Thijmen uit de bunker zijn beste bal slaat (en Jorg hem daarna netjes aanharkt) wacht ik nog steeds op de eerste tekenen van hun ware karakter. Het zijn voetballers, dus klootzakken. Dat kan niet anders. Toch?
Op hole 3 denk ik beet te hebben. Bij een putt van Jorg, waarbij de bal op hoge snelheid langs de vlag rolt, roept hij uit: ,,Wat slecht. Oh, ik haat mezelf!’’ Het masker gaat eindelijk af, ik voel het.
IJdele hoop.
Op hole 4 wordt Thijmen overladen met complimenten voor zijn eerste magistrale drive van de dag en krijg ik de handen op elkaar voor een – ik zal het niet ontkennen – weergaloze approach over een bomenrij en bunker heen, die op de green ploft.
Thijmen Blokzijl bergt zijn club op na een prachtige bunkerslag. Jorg Schreuders harkt het zand aan. Foto: Peter Wassing
Jaloezie
Misschien is het nu ook tijd voor mij om eens een compliment uit te delen. Terwijl Thijmen iets verderop pech heeft dat een knappe ijzerslag nog net een takje raakt, zeg ik dat Jorg best wel een goede swing heeft voor iemand die nog geen jaar golft. Hij overtoept me direct: ,,Ik ben jaloers op jouw swing. Dat is waar ik naar streef.’’
Ik bloos. Wat zijn dit voor gasten?
Complimenten en aanmoedigingen
Zo lopen we de ronde verder af. Van compliment naar compliment (na een mooi chipje vol gevoel: ,,Oh, wat een lieve bal, Thijs!’’) en van aanmoediging naar aanmoediging (na een misser met de driver: ,,Blijf proberen, Thijmen, komt goed!’’).
Op de green van de laatste hole schudden we elkaar de hand. Het spelletje dat we speelden heb ik verloren. Ik, de meer ervaren speler. Maar geen enkele steek onder water van de jongens. ,,Nog even een drankje doen?’’, vragen ze.
Ze zeggen weleens dat topsporters hufters moeten zijn, nietsontziende egoïsten. Dat zijn Jorg en Thijmen niet. Laat ze de top halen, maar laat ze alsjeblieft vooral zo lief en leuk blijven als ze nu zijn.