Hoe Be Quick data gebruikt om beter te voetballen

Be Quick 1887 omarmt de wetenschap, onder aanvoering van trainer Mischa Visser. ,,Ik weet zeker dat we er verder in zijn dan menig Jupiler League-club.’’

Ze krijgen tegenwoordig regelmatig een bliepje op hun telefoon, spelers van derdedivisionist Be Quick 1887. Daarmee kondigt trainer Mischa Visser een toegestuurd video-fragment aan, ter bestudering. Welkom in de geavanceerde trainingsomgeving van de club die toch vooral bekend staat als de Good Old.

,,Kijk, hier’’, legt Visser uit, in het clubhuis van Be Quick, wijzend op een groot scherm. ,,Die ruimte bij die rechtermiddenvelder. Hoe ontstaat die?’’ Zeventien spelers van de eerste selectie luisteren aandachtig, kijkend naar een verdedigende situatie uit de wedstrijd bij Jong Achilles’29. ,,Doordat Rick niet doordekt’’, zegt verdediger Thomas Mak. ,,Precies’’, haakt Visser in. ,,Dus: eerder doordekken, maar de andere verdedigers moeten dan eerder de ruimtes wegnemen. Want we wonnen daar wel, maar echt best was het niet.’’

Videoanalyse is bepaald niet het enige instrument dat Be Quick tegenwoordig gebruikt. In samenwerking met Medisch Centrum Zuid in Groningen doet Visser veel testen, waarbij onder meer de hartslag van spelers wordt gemeten. De resultaten geven hem regelmatig reden om in te grijpen. Zo speelde jongeling Rick Wiersma in de oefenwedstrijd tegen Sneek Wit Zwart maar één helft. ,,Hij blijkt er moeite mee te hebben als hij gedurende langere tijd veel speelt. Voor hem geldt dan ook: . Liever gericht trainen en stoppen als het te veel wordt.’’

Via een samenwerking tussen het Instituut voor Sportstudies aan de Hanzehogeschool, waar Visser docent is, en FC Groningen, werden onlangs de GPS-hesjes waarmee de FC traint geleend. Zo’n hesje, een soort tomtom die snelheid en afstand meet, gaf Visser inzicht in de actieradius van zijn spelers. Zo kwam hij erachter dat aanvaller Ahmed Abdallah al Mahdi een wedstrijd lang op topsnelheid kan blijven sprinten. ,,Hij steekt er qua duidelijk bovenuit. Op dat vlak benadert hij profvoetballers.’’

Wat hij dan concreet kan met die informatie? ,,Nou, zo weet ik bijvoorbeeld dat Ahmed ook in de slotfase nog een verwoestende sprint in zich heeft. Juist als de tegenstander kapot zit. Dat kan natuurlijk beslissend zijn. En daarom zou ik hem bijvoorbeeld eerder laten staan dan een ander.’’

Opvallende uitkomst van de analyse is wanneer de voor- en tegengoals vallen: Be Quick scoorde bijna een kwart van alle goals in het laatste kwartier, terwijl slechts zes procent van de tegengoals in dat laatste kwartier werd geïncasseerd. ,,Dat zegt dat we er qua fitheid goed op staan. Aan de andere kant blijkt ook dat we juist één op de drie tegengoals krijgen in het laatste kwartier voor de pauze. Dat zou met verlies van concentratie te maken kunnen hebben. Daar kunnen we dus gericht aan werken.’’

Via het geavanceerde programma SoccerLab (,,wij zijn de enige amateurclub die daarmee werkt’’) kan Visser oneindig veel videofragmenten up- en downloaden en delen met zijn spelers. Per linie, per individu of het hele team. Bovendien verdiept Visser zich in beschouwingen van trainers als Jürgen Klopp, die via analyses bijvoorbeeld laat zien dat de zijkanten van het speelveld de minste scoringskans bieden. ,,En dus moet je de bal veroveren in de as en de twee banen daarnaast, die worden genoemd’’, zegt Visser. ,,Daar trainen we nu ook op: de counter van de tegenstander weer omzetten in een tegencounter. heet dat in het Duits. Als je daar de bal verovert, is de kans op een goal het grootst.’’

Zijn spelers zijn er blij mee. ,,Die videofragmenten kijk ik niet allemaal terug’’, zegt Abdallah al Mahdi, ,,maar die testen vind ik heel fijn. Zo weet je precies waar je meer op moet trainen.’’

Verdediger Robert Talens: ,,Meten is weten. Het is gewoon heel zinvol. Soms ook confronterend, maar goed om te weten. Doordat we nu zo gericht trainen worden we echt beter.’’