De regels rond de wolf zijn niet altijd even duidelijk.
In Drenthe en op de Veluwe is onrust door aanvallen op schapen door wolven. Burgemeesters gaan achter hun mensen staan. Acties hoeven niet uit te blijven zegt Siebren Buist.
De status van de wolf wordt in EU-verband heroverwogen. Ieder die dat wilde in de EU kon een zienswijze geven. Daarna gaat er verder gekeken worden. Misschien komt er een aangepast standpunt met betrekking tot de wolf. Dat gaat nog maanden duren, zeker als de beschermde status aangepast moet worden.
Afstemming over de uitleg die verschillende landen nu geven aan de wolvenregels gaat sneller maar kost ook maanden. We moeten het nu doen met wat er ligt aan regels. De wolf gaat echt niet braaf liggen vasten en wachten op de EU heroverweging.
Bestuurders en belanghebbenden moeten zich dat realiseren. Morgen is er weer een aanval, volgende week is er weer iemand die zijn beesten wil beschermen en de volgende maand is er een andere burgemeester die betrokken wordt bij een ‘dreigende situatie’.
In Wapse is in opdracht van de burgemeester een wolf gedood. Een houder van schapen wilde een wolf van zijn land jagen en werd gebeten. Die wolf is in het verleden vaker betrokken geweest bij aanvallen op boerderijdieren zo is vastgesteld. Of de dierenhouder en de burgemeester rechtmatig hebben gehandeld wordt nog onderzocht. De tijd tussen de beet van de wolf en het moment van het feitelijk doden van de wolf is best lang, als ik de burgemeester zou zijn die de opdracht heeft gegeven zou ik me heel serieus afvragen of ik het goed gedaan zou hebben.
Regels niet altijd even duidelijk
De regels rond de wolf zijn niet altijd even duidelijk. Wie gaat waarover als het gaat om de wolf? De provincies hebben de bescherming van de wolf gedelegeerd gekregen van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De provincie bepaalt door het afschotbeleid van groot wild en het beleid aangaande ‘binnenlopend buitenlands wild’ het natuurlijk voedselaanbod voor de wolf. De provincie zorgt voor uitkering van wolvenschade en heeft een subsidieregeling voor het aanbrengen van bijvoorbeeld wolfwerende rasters. De provincie heeft een centrale rol.
De burgemeester heeft de bevoegdheid een wolf af te laten schieten. Dat mag alleen als er sprake is van een onmiddellijke direct dreigende situatie. Zo’n situatie zal zich niet zo eenvoudig voordoen.
Houders van dieren moeten op basis van het Besluit houders van Dieren hun dieren beschermen tegen roofdieren. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaat daarover. Zij kan optreden tegen dierhouders die dat niet doen. De NVWA legt een dwangsom op of deelt een proces-verbaal uit.
De NVWA geeft aan dat dit onderwerp een lage prioriteit heeft (blijkt uit Woo-verzoek). Uit deze navraag bij de NVWA blijkt verder dat geen enkele provincie de NVWA in de afgelopen jaren heeft benaderd met de vraag om de helpende hand toe te steken als het gaat om tekortschietende dierhouders. De provincies Drenthe, Gelderland en Overijssel bevestigen dat ook (Woo-verzoek).
Verschillen zijn groot
Provincies kunnen dierenhouders niet aanschrijven als het gaat om het ontbreken van wolfwerende afrasteringen. De minister heeft wel de bescherming van de wolf bij de provincie neergelegd maar niet het beschermen van boerderijdieren tegen roofdieren. Die verantwoordelijkheid heeft de minister van LNV bij zichzelf gehouden. Provincies zitten misschien ook niet te wachten op het aanspreken van eigen burgers bij dit gevoelige onderwerp.
De verschillen onder dierenhouders zijn groot. Mijn ene buur houdt pony’s en er is een wolfwerend hek aangebracht. Een andere buur houdt schapen die zodra het donker wordt naar binnen worden gehaald. Zij nemen hun verantwoordelijkheid. Er zijn ook houders die geen enkele maatregel hebben getroffen.
We weten welke wolven de daders zijn. We weten precies waar wolven in Noord- en Oost-Nederland boerderijdieren als prooidier hebben gekozen. In die specifieke gebieden mag je van dierenhouders iets extra’s verwachten zoals het treffen van maatregelen. Als dat niet gebeurt mag van de overheid een actief handelend optreden verwacht worden.
Dit zijn de mogelijkheden:
1. De NVWA /de minister van LNV is aan zet als het gaat om het actief aanspreken van dierenhouders in de ‘hotspots’.
2. De bevoegdheid om dierenhouders aan te spreken kan door de Minister van LNV worden neergelegd bij de provincies.
3. Provincies kunnen met gerichte handhavingsverzoeken bij de NVWA vragen om actie richting dierenhouders in de ‘hotspots’ die in gebreke blijven.
4. Dierenwelzijnsorganisaties kunnen met gerichte handhavingsverzoeken bij de NVWA een zelfde actie vragen.
Provincies aan zet
Het IPO is aan zet om een werkbaar beleid te maken als het gaat om gesettelde wolven waarvan vaststaat dat die veel slachtoffers onder landbouwdieren hebben gemaakt in hun leefomgeving (de laatst in Wapse gedode wolf had tientallen slachtoffers gemaakt).
Dierenhouders in de ‘hotspots’ die geen wolfwerende maatregelen willen nemen moeten worden aangesproken. Mijns inziens moet dat in combinatie met het aanpakken van wolven die in hun eigen leefgebied extreem veel slachtoffers hebben gemaakt. Zo worden dierenhouders die wel maatregelen hebben getroffen beloond, zo wordt het dierenwelzijn van op het platteland gehouden dieren gediend, zo worden de wolven die het hebben gemunt op boerderijdieren opgevoed of verwijderd en zo wordt er rekening gehouden met de gevoelens van ongeruste plattenlandsbewoners. Met het nadenken hoe om te gaan met de hotspots en de hotshots hoeven we niet te wachten tot de EU is bevallen van een standpunt. We kunnen daar nu al mee aan de slag in de provincies waar het het meest knelt (Drenthe, Friesland en Gelderland). Dat spaart tijd als de EU een standpunt heeft bepaald.
Siebren Buist is oud-milieuofficier van justitie in Noord-Nederland, noorderling van geboorte, vrijetijdspoliticus, natuurliefhebber, adviseur op terrein milieu op het snijvlak tussen bestuursrecht en strafrecht.