Het Songfestival is hard bezig met het graven van zijn eigen graf. Na de blamage van afgelopen zaterdag is het de vraag of er nog toekomst is voor dit bombastische liedjesfestijn I DVHN commentaar
Joost Klein tijdens een repetitie voor de tweede halve finale van het Eurovisie Songfestival. Klein werd uiteindelijk uitgesloten van deelname, tot verrassing van velen. Foto: ANP/Sander Koning
Nederland zit nog steeds met een kater na de raadselachtige diskwalificatie van Joost Klein op het Songfestival. Ook op andere gebieden zijn er veel vragen over de toekomst van het liedjesfestijn, dat krampachtig probeert politiek te weren.
De deceptie had nauwelijks groter kunnen zijn. Voor het eerst in jaren was er een Nederlandse inzending voor het liedjesfestival die in ons land door jong en oud werd omarmd. Het eigenzinnige en authentieke nummer van Joost Klein sprak velen aan. Een hoopvol lied over een Europa zonder grenzen met daarin ook nog een persoonlijke boodschap. Bij de halve finale bleek bovendien dat Klein het uitstekend kon vertolken. Moeiteloos kreeg hij de zaal in Malmö mee.
Over de diskwalificatie van Klein is het laatste woord nog niet gezegd. Nog steeds is onduidelijk wat er precies is voorgevallen en of de aantijgingen tegen de zanger terecht zijn en de zware sanctie die hem vervolgens werd opgelegd gerechtvaardigd is. De organiserende EBU, de koepel van Europese publieke omroepen, deed geen enkele moeite opheldering te verschaffen. Erger nog: de omroepbobo’s ondernamen ook geen actie om te kijken of de kwestie tussen Klein en de cameravrouw op een andere, minder ingrijpende manier was te regelen. Het doet vermoeden dat het huidige EBU-bestuur niet op zijn taak is berekend.
De krampachtige manier waarop werd omgegaan met protesten tegen de Israëlische inzending wijzen daar ook op. Nu valt er wel iets af te dingen op een boycot van Israël. Dat land één op één met Rusland vergelijken, dat niet meer welkom is op het festival, slaat de plank mis. Poetin viel onverwacht zijn buurland binnen en begon een bloedige oorlog. Israël kwam in actie nadat Hamas ruim duizend Israëlische burgers in Israël had vermoord. Dat de strijdkrachten vervolgens nauwelijks een onderscheid lijken te maken tussen burgers en strijders valt hen desondanks zwaar aan te rekenen en is volgens experts strijdig met het oorlogsrecht. Israël had de eer aan zichzelf moeten houden en afzien van deelname.
Kun je zo’n bombastisch liedjesfestijn eigenlijk nog wel houden, tegen de achtergrond van de gruwelijke oorlogen die nu worden gevoerd en waarbij duizenden onschuldigen sterven? Kun je deelnemers verbieden iets te zingen over deze tragedies, die tallozen meer bezighouden dan de zoveelste ballade over een onbeantwoorde liefde? Na zaterdag zal voor velen het antwoord zonneklaar zijn.