Drukte op de overdekte ijsbaan van Kardinge. Foto: Siese Veenstra Archief
De doorbraak van sprinter Jenning de Boo laat de Groninger schaatsharten sneller kloppen, zoals ook Marianne Timmer dat deed. Maar hebben we in de toekomst nog wel talent van dit kaliber als er geen ijsbaan meer is om op te schaatsen?
Na de laatste negen dagen kan niemand meer om Jenning de Boo heen. De schaatser uit Groningen werd in dat tijdsbestek Nederlands Kampioen (500m en 1000m) en Europees Kampioen (500m) in Thialf. Maar net als zovelen leerde hij het schaatsen op het ijs van Kardinge.
Het contrast tussen het EK in Thialf en de ijsbaan in Kardinge kon dit weekend niet groter. Terwijl de Europese top in Heerenveen het uiterste uit zichzelf haalt, schaatsen kinderen van 4 tot 12 jaar zaterdagochtend hun rondjes bij de Sven Kramer Academy in Kardinge. Hein Schepers wordt er elke week weer blij van. Hij is de Groningse coördinator van de Sven Kramer Academy en zag het aantal jeugdleden op het ijs van Kardinge mede door de naamsbekendheid van de Friese olympiër groeien van 240 leden naar 300 dit jaar.
Het doel van de academy is ieder kind minimaal één keer in hun leven laten schaatsen, maar soms krijg je meer dan waar je op hoopt. „We hebben nu ook weer eentje...”, glimlacht Schepers. „Een kind van 8 of 9 jaar, maar aan de manier van schaatsen zie je dat het een ruwe diamant is. Ze staat recht boven de schaatsen, heeft een natuurlijke armbeweging en voelt zelf al hoe je pootje over doet. Die hoef je het trucje niet meer te leren, die gaat als een raket.”
Dan is het al gauw tijd voor de volgende stap, legt Schepers uit. „Heeft iemand talent, dan kijken we of ze naar een vereniging kunnen voor de verdere ontwikkeling. Er zitten soms heel mooie groeibriljantjes tussen.”
Waar het om gaat
Waar gaat het deze week om?
Schaatsen! Met de doorbraak van de Groningse topsprinter Jenning de Boo (19) dit seizoen en de vorst van deze week, kunnen we er niet omheen.
Waar zijn we?
Op het ijs van Kardinge in Groningen. De plek waar iedere Nederlandse topschaatser in zijn of haar jeugd wel wedstrijden heeft gereden. Maar hoe lang kan dat nog?
Waarom moet ik dit weten?
De doorbraak van Jenning de Boo maakt ons Groningers trots, maar de ijsbaan op Kardinge staat ter discussie. Om het te maken in de topsport heb je de juiste mentaliteit en een flinke dosis talent nodig, maar zonder ijs wordt het een lastig verhaal. En zonder ijsbaan krijgen we in de toekomst ook geen nieuwe De Boo, Marcel Bosker, Renate Groenewold of Marianne Timmer.
Waar speelt dit nog meer?
De toekomst van Kardinge is een hot topic in heel Noord-Nederland. Friesland heeft met Leeuwarden en Thialf in Heerenveen twee ijsbanen, maar Drenthe heeft er geen. De dichtstbijzijnde baan is voor veel Drenten zelfs Enschede.
De jeugd heeft de toekomst
De jonge aanwas bij verenigingen schommelt van jaar tot jaar, maar het gaat mede door de Sven Kramer Academy de goede kant op. „We zien dit jaar een gestage toename”, zegt voorzitter Piet Manning van STV Eemsmond. Het zijn geen tientallen, maar hij is blij met ieder kind dat kiest voor de schaatssport. „Grote namen als Marcel Bosker en Jenning de Boo helpen daarbij, of wat te denken van Marianne Timmer. Het is altijd leuk om Groninger talenten op te zien staan.”
Jenning De Boo viert zijn Europese titel op de 500 meter. Foto: ANP Vincent Jannink
Bij de stadse schaatsvereniging YVG zijn ze extra trots, want De Boo is lid van hun vereniging. Een club die in de hoogtijdagen aan het begin van deze eeuw nog 1200 leden telde. Nu zijn het ongeveer 650. „Maar de daling is gestopt en zeker bij de jeugd zit er de laatste jaren weer een stijgende lijn in”, zegt voorzitter Enne Feenstra van YVG.
Net als bij zoveel andere zaken geldt ook in het schaatsen dat de jeugd de toekomst heeft. Talenten als De Boo komen volgens Feenstra alleen bovendrijven als er voldoende andere jeugd is die schaatst. Zeker in een individuele sport als schaatsen. „Hoe meer jeugd, hoe groter de kans op een groot talent.”
Verdwijnt Kardinge, dan stopt het schaatsen in Groningen
Aan de trots op Kardinge ligt het niet, maar Gronings schaatssucces als dat van De Boo neemt de zorgen over de toekomst niet weg. „Als de ijsbaan verdwijnt, raak je heel veel toekomstige schaatsers kwijt”, zegt Schepers. „Het talent kan gekweekt en onderhouden worden door de faciliteiten die we hebben. Zonder ijsbaan gaan ze naar Friesland of nog erger: ze beginnen nooit.”
Feenstra is het daar mee eens. „Heb je geen ijsbaan, dan is het schaatsen in Groningen voorbij. Talenten als De Boo zien we dan niet meer, want die kiezen voor een andere sport.” Daar komt bij dat de breedtesport dan ook kan inpakken, vreest Manning. „Als de ijsbaan verdwijnt, verdwijnt het bestaansrecht van alle verenigingen.”
Timmer wil inspireren
Haar naam viel al: Marianne Timmer. Met drie Olympische titels, een wereldkampioenschap sprint en wereldtitels op het WK afstanden is ze de meest succesvolle schaatsster uit Groningen. Ze noemt De Boo een leuk joch met een sterk lijf en een goede uitstraling. „Het is supergaaf om te zien. Hij komt even om de hoek kijken en jaagt de oudere toppers op. Ik heb alle fases van een sportcarrière meegemaakt en dit is de allermooiste, waar hij vooral van moet genieten.”
Van al het talent uit de regio dat leerde schaatsen in Kardinge, is Timmer de allergrootste. Een einde voor de schaatsbaan is voor haar dan ook geen optie. „We zijn een schaatsland en de baan in Assen is al weg. Als Kardinge ook verdwijnt, zou dat verschrikkelijk zijn.”
Ze sprak zelf ook al met de gemeente over de schaatsbaan en de noodzaak tot vitaliteit en blijven bewegen. „Het gaat om heel veel geld, dus er moet een goed plan voor komen. Maar Kardinge moet blijven.” En dan wil ze zelf ook een bijdrage leveren voor de Timmer en De Boo van de toekomst met een mini-museum „Ik heb nog allemaal Olympische spullen. Kleding, oorkondes... dat mogen ze wel neerzetten als inspiratiebron.”