Vrouwen eisen de nacht op in Groningen Foto: Corné Sparidaens
De aandacht is er. De actiebereidheid ook. In het hele land zijn vrouwen en mannen opgestaan tegen de onveiligheid van vrouwen. Helpt dat? Hoe zorgen we dat er echt iets verandert?
Al tijdens het protest tegen de onveiligheid van vrouwen ging het vorige week weer mis in Groningen. Robin (20) werd vastgepakt door een man die haar probeerde te zoenen. Tussen duizenden mensen die opstonden tegen seksueel geweld gebeurde het toch: voor de zoveelste keer werd een vrouw belaagd en geïntimideerd.
Het gebeurde terwijl vrouwen en mannen juist massaal de straat op gingen om dat te stoppen. Terwijl vrouwen in het hele land publiekelijk hun ervaringen met grensoverschrijdend gedrag deelden om aan te tonen hoe veel te vaak het voorkomt. ‘Het is genoeg’, is de boodschap van de beweging die ontstond na de moord op de 17-jarige Lisa. ‘Dit moet afgelopen zijn’.
De aandacht die het eeuwenoude probleem plotseling krijgt is overweldigend. Dat zelfs tijdens dit protest vrouwen worden belaagd laat tegelijkertijd zien hoe hardnekkig het probleem is.
De grote vraag na deze weken van verzet is dan ook of het zal lukken om de aandacht vast te houden. Hoe gaan we als samenleving verder na deze breed gedragen roep om veiligheid? Wat is er nodig voor echte verandering?
‘Wij hebben hier elke dag mee te maken’
„Indrukwekkend”, noemt burgemeester Roelien Kamminga van Groningen de grote opkomst bij de protesten in de stad. Het verraste haar. „Dit is zeker een momentum dat we moeten aangrijpen. Want je ziet dus: de meeste mensen, ook mannen, denken hier gewoon hetzelfde over.”
Vroeger, vertelt Kamminga, kreeg zij van haar ouders de boodschap mee dat jongens nu eenmaal zo zijn en dat zij moest oppassen. „Dat is de omgekeerde wereld, maar zo hebben we er veel te lang over gedacht. Dan is het als individu een grote stap om daar tegenin te gaan. Het maakt enorm verschil als de massa zegt: dit vinden we niet normaal.”
Dat er juist tijdens deze protesten een vrouw in Groningen is aangerand is ‘ongelooflijk’, zegt Kamminga. „Daar kan ik niet bij, dan heb je het echt niet begrepen.” Maar dat maakt niet dat de beweging geen zin heeft. „Het toont juist het belang aan.”
Het is al langer bekend dat vrouwen zich onveilig voelen in het Groningse uitgaansleven. „Daar werken we hard aan, met bijvoorbeeld trainingen voor horecapersoneel en safe spaces.” Wat zou helpen bij die aanpak, zegt Kamminga, is extra wetgeving vanuit Den Haag, naar het voorbeeld van landen als Engeland en Spanje.
„Daar vragen we als lokaal bestuur al langer om. Ik hoop dat de politieke discussie versnelt nu de stille meerderheid is opgestaan. Wij hebben hier lokaal elke dag mee te maken.”
‘Maatschappelijke problemen veranderen pas als mensen de straat op gaan’
Dat de stille meerderheid is opgestaan en zich nadrukkelijk schaart rondom slachtoffers is van groot belang in deze beweging, duidt gedragswetenschapper Brenda Bartelink van de Rijksuniversiteit Groningen. „Protestbewegingen maken van een individueel probleem een sociale kwestie waar niemand meer omheen kan. Dat zie je hier ook gebeuren. Zo hoor je heel nadrukkelijk de oproep aan mannen om mee te doen.”
Protest heeft in de geschiedenis altijd een grote rol gespeeld in maatschappelijke veranderingsprocessen, vertelt Bartelink. „Veel structurele maatschappelijke problemen veranderden pas nadat mensen ze zichtbaar maakten door de straat op te gaan.” Deze beweging is daarom hoopvol, al vindt Bartelink het tegelijkertijd verdrietig dat vrouwen zo lang niet zijn gehoord.
„In Nederland hebben we lang gedacht dat we het goed voor elkaar hadden met emancipatie. Vrouwenonderdrukking wordt vaak gezien als iets van andere culturen. Dat veiligheid en gelijkwaardigheid nog steeds niet vanzelfsprekend zijn, laat zien hoe diep het probleem verankerd is. Zelfs tijdens het protest zijn vrouwen slachtoffer van geweld.”
‘Wij zullen stug doorgaan met ons werk’
Dat cultuurverandering iets is van de heel lange adem, weten ze bij kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers maar al te goed. „Die ongelijkwaardigheid bestaat al eeuwen en verander je niet in een paar jaar”, zegt Willy van Berlo van Rutgers, expert preventie van seksueel geweld.
Maatschappelijke verontwaardiging en protest helpen wel. „Hoe meer aandacht, hoe beter.” Zo hebben vergelijkbare bewegingen als MeToo en de ophef rond de Voice of Holland veel losgemaakt. „Sinds MeToo wordt het probleem veel serieuzer genomen.”
Na de onthulling van misstanden bij The Voice kreeg Nederland met Mariëtte Hamer een regeringscommissaris Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag en Seksueel Geweld. „Heel goed, maar dat programma loopt in 2026 af. Hou dat overeind. Mariëtte Hamer heeft al gezegd dat er een minister voor Gelijkheid moet komen.”
De huidige maatschappelijke verontwaardiging helpt zeker om de politiek hiervoor warm te krijgen. Maar of deze massale aandacht beklijft is natuurlijk de vraag, zegt Van Berlo. „Wij gaan in ieder geval stug door met ons werk.”
Ondertussen hoopt ze dat de mannen steeds meer aanhaken bij het protest, iets wat ze voorzichtig ziet beginnen. „Vrouwen hoef je hier niet meer van te overtuigen. We moeten het van de mannen hebben.”
‘Begin bij de opvoeding en op scholen’
Hessel (35) van Emancipator, een organisatie die zich specifiek tot jongens en mannen richt om genderongelijkheid te bestrijden, vindt ook dat mannen zich moeten uitspreken. Makkelijk is dat niet, weet hij uit ervaring, want mannen die dat doen kunnen veel over zich heen krijgen. Niet voor niets wil hij alleen met zijn voornaam in de krant.
„Dat uitspreken hoeft echt niet meteen groots en heroïsch te zijn. Het gaat juist ook om kleine dingen. Seksistische grappen, stereotypen die worden neergezet. Je hoeft niet te zeggen dat het niet meer mag. Je kunt ook zeggen: ‘jongens ik weet dat we het al ons hele leven zo doen, maar ik heb het gevoel dat het niet meer klopt’. Ga het gesprek aan.”
Hessel, opgegroeid in Groningen, geeft onder meer trainingen op middelbare scholen waarin hij leerlingen bewust maakt van de dwingende rolpatronen waarin ze opgroeien. Hoe jongens sterk en dominant zouden moeten zijn, meisjes zorgzaam en meebewegend. „Het traditionele idee van mannelijkheid kan niet alleen bedreigend zijn voor vrouwen en queers, maar ook beknellend voor mannen zelf.”
Omdat de patronen zo diep zitten ingebakken moet je ter preventie van seksueel geweld beginnen bij de opvoeding en op scholen, vindt Hessel. „Dit moet je in de kern aanpakken.” Het is voor hem daarom teleurstellend dat het in de politiek nu gaat over de legalisering van pepperspray. „Dan gaat het weer over weerbaarheid en zelfverdediging. Over iets dat vrouwen moeten doen. Het zou over een veel structurelere aanpak moeten gaan.”