Hij onderzocht de gaswinning twee jaar lang. Wat raakte Tom van der Lee het meest? 'Vlak nadat ik bij Jan en Liefke was, hoorde zij dat ze ongeneeslijk ziek was'
Tom van der Lee vrijdag bij de presentatie van het rapport van de parlementaire enquête gaswinning in Zeerijp. Foto: Corné Sparidaens
Tom van der Lee (GroenLinks) is voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning Groningen. Na twee jaar intensief onderzoek presenteerde hij samen met zijn zes mede-commissieleden een snoeihard eindrapport. Een vraaggesprek.
In het rapport wordt gesteld dat de mogelijke strafvervolging van de NAM, Shell en ExxonMobil een echte gamechanger is geweest. Hoe ziet u dat?
,,Voor mij was dit tijdens de verhoren ook volledig nieuw. Ik wist wel dat de Groninger Bodem Beweging een strafzaak wilde beginnen, maar het zorgde voor een grote verandering in het denken bij de olies. Dat je als bestuurder van zo’n grote multinational als Shell of NAM strafrechtelijk vervolgd zou kunnen worden. Ja, dat wordt gevoeld in de boardroom. Dus met recht een gamechanger, want de oliebedrijven wilden van de verantwoordelijkheid af. En zo snel mogelijk dan maar afbouwen.”
Waren er voor u nog meer van dat soort momenten?
,,Nou ja, Huizinge en dat Staatstoezicht op de Mijnen een rapport opstelde dat zo snel en realistisch als mogelijk omlaag moet worden gegaan met de gaswinning. En dat de enige ambtenaar bij het ministerie van Economische Zaken met enige geologische kennis ook zegt: SodM heeft gelijk. We moeten het voorzorgsbeginsel hanteren om te voorkomen dat er onomkeerbare schade ontstaat in Groningen. Maar er werd niet naar hem geluisterd. En als je dan hoort dat in diezelfde periode de mogelijkheid bestond om 20 miljard kuub aan pseudo-Gronings gas te maken, waardoor er dus minder gas uit Groningen nodig was, en dat die informatie dan eigenlijk amper wordt doorgegeven. Ook niet aan de minister. En wel zo gekleurd dat het niet serieus wordt genomen.”
Wat heeft u aangegrepen tijdens het onderzoek?
,,De gesprekken met gedupeerden. Tijdens de openbare verhoren, maar ook bij de mensen thuis in Groningen. Sommige verhoren met gedupeerden… Als je een moeder hoort vertellen tijdens de verhoren dat ze is tekortgeschoten bij haar kinderen door alle ellende. Ik ben bijvoorbeeld bij Jan en Liefke Munneke thuis geweest in die prachtige boerderij in Krewerd. Hun schuur had door de aardbeving het huis compleet kapot gemaakt. Van boven naar beneden waren scheuren. Jan en Liefke hebben een heel zwaar gevecht gevoerd. Vlak nadat ik bij hen was geweest, kreeg zij de diagnose dat ze ongeneeslijk ziek was. Dat soort dingen, dat raakt je echt. Je wilt als commissie aan waarheidsvinding doen dus je moet objectief blijven en de emoties niet de boventoon laten voeren. Maar ik was, en ik weet zeker de rest van de commissie ook, het meest geraakt door die individuele verhalen.”
De titel van het rapport ‘Groningers boven gas’ verwijst naar de slogan van de provincie ‘er gaat niets boven Groningen’. Is dat bewust?
,,Deze slogan van de provincie heeft een rol gespeeld. Maar voor ons was belangrijk dat we niet de moleculen bovenop wilden stellen maar de Groningers. Het kan ook een appèl zijn dat het tijd wordt dat het belang van Groningers boven het gas moet gaan tellen.’’
Het is een stevig rapport met duidelijke oordelen over fouten die gemaakt zijn. Hoe gemakkelijk was het om zulke ferme uitspraken te doen over de hoofdrolspelers zoals Mark Rutte, Henk Kamp en Jeroen Dijsselbloem?
,,Onze oordelen zijn gebaseerd op twee jaar onderzoek waarin we de hele reconstructie over zestig jaar gaswinning hebben gemaakt. Het gaat niet zozeer over de toon of afdronk maar waarheidsvinding stond bij ons voorop. Wij zijn, vind ik, met inhoudelijke discussies hier gezamenlijk toe gekomen. En dat is in goede harmonie gebeurd. Ik vind het ook heel mooi dat in zo’n proces de partijpolitieke grenzen verdwenen. Op een gegeven moment ontdek je samen dingen.’’
Wat hebben de Groningers hier straks aan?
,,Erkenning en herkenning zijn belangrijk. Dat geldt niet alleen voor het rapport maar ook de werkbezoeken en zeker ook de verhoren. We hebben het verhaal op een manier neergezet zodat er al erkenning uitsprak voor het leed dat in Groningen is aangedaan. Tegelijk is het ook belangrijk om in het reine te komen met de geschiedenis van 60 jaar gaswinning. En op basis daarvan probeer je voor de toekomst een nieuw perspectief te schetsen. De schadeafhandeling en versterking moeten beter maar we vinden ook dat er echt een ereschuld aan Groningen is.’’
Er zijn meerdere malen excuses aangeboden, door bestuurders van Shell, de NAM en niet in de laatste plaats door premier Rutte zelf, maar daar is geen vervolg aan gegeven. Wat zou er nu anders gaan?
,,Het gewicht van de enquête heeft hopelijk een grotere impact. Deze enquêtecommissie bestaat uit zeven leden en die komen uit zeven fracties die samen 103 zetels in het parlement hebben. Dat legt ook gewicht in de schaal. We hebben geen overleg met onze fracties, dat kan niet en mag niet. Maar als er een overtuigend rapport ligt dan kan dat extra impact hebben. Het parlement is nooit degene geweest die een verlaging van de gaswinning heeft afgedwongen. Het waren anderen. Dus in die zin kan het parlement nu een stap zetten. Maar het kan ook zijn dat het kabinet het rapport zo overtuigend vindt dat het zelf ook stappen zet. We spreken ook niet alleen het kabinet aan maar ook nadrukkelijk Shell en ExxonMobil.’’
Veel inwoners van Groningen hoopten op een aanbeveling van uw commissie dat de gaskraan al dit jaar dicht zou moeten. Maar u houdt ook de slag om de arm: dit jaar en eventueel volgend jaar. Waarom?
,,Nou, wij hebben ook wel waardering voor het feit dat het kabinet vasthoudt aan de boodschap: we gaan de gaskraan in 2023 en uiterlijk 2024 dicht doen. Binnen de moeilijke geopolitieke context is dat wel wat, natuurlijk. En dan komt het eerlijk gezegd niet op een paar maanden aan. Het is ook niet de meest productieve bijdrage van de enquêtecommissie als wij zeggen: het moet per se nog ietsje sneller. Maar het mag duidelijk zijn dat uit ons rapport blijkt dat wij vinden dat gaswinning beëindigd moet worden.”
In het rapport wordt het woord rampzalig genoemd. Is daar veel discussie over geweest, want in hoeverre is het een ramp als je het vergelijkt met de aardbevingen in Turkije en Syrië?
,,Over dat woord hebben wij lang gesproken met elkaar. Kijk, ik kom zelf uit de ontwikkelingswereld. Je hebt daar het verschil tussen een ‘slow on set disaster’ en een ‘disaster’, zeg maar de acute ramp die voor iedereen zichtbaar is. Maar in Groningen verliep het zo langzaam. En dan in een regio die niet zo gauw gezien wordt door de rest van het land. Dan voelt het als voortdurende miskenning.
En dan gaat er een ander element spelen: de duur van de ramp. En die duur van de ramp in Groningen is enorm. En dan de overlast, de stress, de gevolgen voor de levenskeuzes... Die zijn vaak nog groter dan de impact van een acute ramp. Een muur kun je herstellen. Een huis kun je opbouwen, maar als je jaren in onzekerheid zit. Als dat gevolgen heeft voor je gezin, je psychische gezondheid, je fysieke gezondheid.
We hebben kinderen gesproken tijdens ons werkbezoek aan een middelbare school die tegen ons zeggen: We kijken niet verder dan de middelbare school. Die niet weg durven gaan omdat ze vinden dat ze hun ouders moeten steunen. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, dan vind ik dat wij het woord rampzalig mogen gebruiken.”
Een van de aanbevelingen is dat er extra geld naar de provincie en gemeenten in de regio moet, voor langere tijd. Komt het geld dan wel bij de burgers terecht?
,,Ja dat staat er ook nadrukkelijk in. We schrijven dat de schadeafhandeling en versterking beter moeten en er moet minder juridisch gekeken. Dat betekent dat er meer moet gebeuren voor individuele mensen. Met het extra geld naar het gemeente- en provinciefonds moeten lokale bestuurders verstandige dingen doen. Dat gaan wij niet bepalen, dat is aan de gemeenteraad en de mensen zelf. Daardoor wordt het democratisch gecontroleerd.’’
Is het wachten voor Groningen nu voorbij?
,,Met dit rapport is zeker niet alles opgelost. Herstel van vertrouwen is geen onderdeel van onze opdracht. Maar we zijn er wel van overtuigd dat onze aanbevelingen tot echte verbeteringen kunnen leiden.’’