Protestactie over gaswinning in Groningen. Gedupeerden verzamelen zich bij het hof omdat vervolging van de NAM uitblijft. Foto: Niels Westra
De weg om de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) strafrechtelijk te vervolgen voor het in gevaar brengen van Groningers blijft open. Het gerechtshof Arnhem/Leeuwarden oordeelt dat het Openbaar Ministerie (OM) deels onvolledig is geweest. Justitie moet vervolgonderzoek doen naar de casus van Hiltje Zwarberg en bekijken of hij en zijn vrouw in levensgevaar zijn geweest.
Dat bepaalde het gerechtshof dinsdagochtend. Een echt keihard en duidelijk antwoord op de vraag of de NAM strafrechtelijk vervolgd gaat worden, blijft vooralsnog uit.
Bijna zeven jaar na de aangifte van de Groninger Bodem Beweging (GBB) en dertien inwoners uit het aardbevingsgebied van Groningen is er wel enige duidelijkheid over de strafzaak gekomen. Het Openbaar Ministerie Noord-Nederland mag stoppen met het strafrechtelijk vervolgen van de NAM. Er is in deze individuele zaken te weinig bewijs, stelt het gerechtshof.
Onvolledig onderzoek OM
Toch is de vervolging van het gaswinningsbedrijf hiermee niet van de baan. Het OM heeft een onvolledig onderzoek afgeleverd, stelt het gerechtshof. En dus moet justitie verder onderzoek doen in een toch al ‘omvangrijk strafdossier’.
Hiltje Zwarberg uit Termunterzijl moet nog gehoord worden door de rechter-commissaris. Om te vertellen waarom hij en zijn vrouw in 2014 in alle haast hun woning moesten verlaten. Ook moet Zwarberg - deze dinsdag is hij met pensioen gegaan - alle documenten en rapportages over schades die zijn veroorzaakt door de gaswinning van de NAM overhandigen aan justitie. Op basis daarvan zou dan alsnog de beslissing kunnen worden genomen om de NAM voor de strafrechter te brengen.
De GBB rept over een ‘baanbrekende beslissing’. ,,In de beschikking van het hof zien wij erkenning van het leed dat de Groningers door de gaswinning is aangedaan”, laat Jelle van der Knoop van GBB weten. Volgens Van der Knoop kwalificeert het gerechtshof het handelen van de NAM namelijk als een ernstig strafbaar feit.
Ook advocaat Emile van Reydt rept over een ‘historische dag voor de Groningers’. ,,Een dag waarop recht wordt gedaan aan de geplaagde Groningse burgers.” Van Reydt staat samen met Gerard Spong de gedupeerde Groningers en de GBB bij. Volgens hem kraakt het hof een paar stevige juridische noten in het voordeel van GBB en de Groningers. De advocaat stelt dat dit de opmaat is naar echte vervolging van de aardoliemaatschappij.
Bij de NAM wordt de uitspraak toch anders gezien. Volgens het gasbedrijf stemt het gerechtshof in met het OM-verzoek om de vervolging van het bedrijf te staken. ,,De NAM werkt uiteraard mee aan het verdere onderzoek naar het ene specifieke geval, zoals door het hof bevolen”, laat een woordvoerder weten.
Advocaat Van Reydt erkent dat de dertien aangiftes van tafel zijn gegaan. ,,Maar er zijn talloze andere casussen van andere Groningers. Van mensen die nu zouden kunnen zeggen: in mijn zaak is sprake geweest van levensgevaar.” Hij roept individuele Groningers op om zich te melden.
Volgens Van Reydt hebben de dertien gedupeerden zich in 2015 gemeld om hun nek uit te steken en een zaak te starten tegen de NAM. ,,Zij zijn niet geselecteerd als meest ernstige en schrijnende situaties.” Maar het heeft volgens hem nu wel geleid tot een beschikking dat de NAM wel degelijk voor de strafrechter zou moeten verschijnen. ,,Er moet nu nog onderzoek gedaan worden naar een concrete casus.”
Huis uit 1870 op punt van instorten
Deze casus draait om de zaak van Hiltje Zwarberg uit Termunterzijl. Hij moet alsnog worden gehoord door de rechter-commissaris en uitleggen waarom hij toentertijd zijn woning heeft verlaten. Het huis van Zwarberg en zijn vrouw Elly uit 1870 stond daadwerkelijk op instorten en daarmee zou er dus wel degelijk sprake kunnen zijn geweest van levensgevaar.
Alleen: Zwarberg is nooit gehoord door het OM hoewel justitie deze zaak wel zelf heeft aangedragen. Op basis van dit vervolgonderzoek kan alsnog worden besloten om de NAM te vervolgen.
Niet alleen moet Zwarberg worden gehoord, ook moet het OM alle documenten overhandigen aan de rechter-commissaris die te maken hebben met bevingsschade. Het gerechtshof constateert in dit ene geval dat de schade aan het betrokken pand pas optrad toen de NAM al wist dat de aardgaswinning aardbevingen veroorzaken.
Slepend conflict
Het conflict sleept al jaren voort. In september 2015 deden de GBB en enkele gedupeerden aangifte tegen de NAM vanwege het ‘veroorzaken van levensgevaar voor inwoners van het Groningse aardbevingsgebied’ en het ‘opzettelijk vernielen van gebouwen’. Nog geen drie maanden later besloot het Openbaar Ministerie niet tot vervolging over te gaan. Het OM vond vervolging van het gaswinningsbedrijf overbodig en stelde dat de gaswinning al onderwerp was van een maatschappelijk en politiek debat.
Daarop stapten advocaten Gerard Spong en Emile van Reydt begin 2016 namens de Groningers naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om het OM te dwingen onderzoek te doen. Dit gebeurde via een zogeheten artikel-12-procedure. Het gerechtshof ging hier in mee en in april 2017 sommeerde het hof dat er strafrechtelijk onderzoek moest plaatsvinden. Volgens het hof waren er wel degelijk aanwijzingen dat de NAM zich schuldig had gemaakt aan het vernielen van huizen waardoor Groningers levensgevaar hadden te vrezen.
Drie jaar later maakte het Openbaar Ministerie Noord-Nederland bekend geen strafbare feiten te hebben gevonden. Dit na een onderzoek van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD).
Vervolging niet aan de orde
Volgens het OM was er ‘in een aantal gevallen wel degelijk sprake van aanzienlijke tot zeer zware schade’. Maar dat betekende niet dat de levens van inwoners van Groningen ook echt in levensgevaar zijn geweest.
Vervolging van de NAM of bestuurders en leidinggevenden van het bedrijf waren volgens justitie dan ook niet aan de orde. Het OM diende daarop een zogeheten bewilligingsverzoek in. Het komt er op neer dat het OM het gerechtshof vraagt om van strafrechtelijke vervolging af te zien.
In de uitspraak van het gerechtshof Arnhem/Leeuwarden komt duidelijk naar voren dat de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) zich niet heeft ingezet om de winning van aardgas uit het Groningenveld te beeindigen of te verminderen. De NAM stelde bij het hof dat het een vergunning had om gas te winnen en daardoor richting de overheid een verplichting had. ,,Dit bezwaar treft geen doel”, schrijft het gerechtshof. ,,De omstandigheid dat beklaagde over een vergunning van het winnen van aardgas beschikte, laat onverlet dat het beschadigen van bouwwerken wederrechtelijk is. Niet gebleken is dat beklaagde onder druk van de overheid niet anders kon dan de aardgaswinning te continueren, waarbij het hof in aanmerking neemt dat evenmin is gebleken dat beklaagde (NAM, red.) zich ter voorkoming van schade of letsel heeft ingezet om de winning te beëindigen of te verminderen.”