Bart J. tegenover de rechtbank Groningen. Tekening: Janneke de Jonge
Het Openbaar Ministerie heeft maandag 10 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging geëist tegen Bart J. uit Groningen. Hij stak afgelopen juni de 14-jarige Dinant Paré dood in de Albert Heijn in Hoogkerk.
De 24-jarige Bart J. blijft er maandag in de zittingszaal in Groningen bij: hij doodde Dinant Paré (14) uit Hoogkerk op zondag 6 juni, even voor 15.00 uur, in een opwelling. Een boze waas, een psychose. „Ik heb dingen gedaan die verschrikkelijk zijn, waar ik het meeste niet meer van weet. Daar heb ik excuses voor gemaakt, maar dat is natuurlijk nooit genoeg voor iets als dit.”
J. is maandag geboeid, wat niet vaak gebeurt in Nederlandse rechtbanken. Maar dat is beter voor de veiligheid, zegt de voorzitter. Een paar dagen nadat hij was opgepakt voor de dood van Dinant Paré, stak J. een begeleider met een antenne tegen de borst. Hij wilde hem in het hart raken.
‘We weten allemaal wat er is gebeurd’
De verdachte wil maandag nauwelijks op details ingaan. Dat heeft geen zin, zegt hij steeds opnieuw tegen de rechtbank. „We weten allemaal wat er gebeurd is. Ik zie de waarde er niet van dit allemaal weer naar boven te halen.”
J. krijgt inmiddels medicatie. Er vallen soms lange stiltes voor hij antwoord geeft op vragen, waarin hij glazig voor zich uit staart. Af en toe giechelt hij met zijn donkere stem als hij openlijk moet terugblikken op zijn eigen daden. Ook onderbreekt J. de begeleider die hij aanviel tijdens diens slachtofferverklaring. De man is nog steeds geëmotioneerd door de aanval en heeft een posttraumatisch stresssyndroom opgelopen.
38 hulpinstanties bemoeiden zich met Bart J.
De jonge Groninger zag al veel instellingen en klinieken van binnen. Zijn leven is getekend door verslaving, agressieproblemen en softdrugs- en alcoholgebruik. Volgens zijn moeder bemoeiden zich al 38 instanties met J. in de 24 jaar die hij oud is, maar zonder enig succes. Hij sloeg zo’n beetje alles af, waardoor hij almaar verder afgleed.
Sinds maart 2021 woonde J. in een tentje op een camping in het Stadspark. Zijn ouders (gescheiden) brachten hem bijna dagelijks wat te eten, maar namen hem niet meer in huis. „Ze waren bang voor me”, zegt J.
Gestorven op de dag dag moeder verjaardag vierde
Een paar dagen voor de dood van Paré trof J.’s moeder hem huilend op een bankje in het park. Hij wilde een einde aan zijn leven maken, maar speelde tegelijk ook met gedachte ‘een ander te laten vallen’. Dat laatste gebeurde tragisch genoeg die bewuste dag in juni. Dinants ouders waren snel ter plekke, waar ze hun zoon een doodstrijd zagen voeren. De weerloze jongen stierf ter plekke in de supermarkt in Hoogkerk, op de dag dat zijn moeder haar verjaardag vierde.
Vader Paré zegt in zijn slachtofferverklaring dat de excuses van J. voor de familie geen betekenis hebben. „Je gaf ons het gevoel dat je dat voor jezelf deed, zodat je straf minder zal zijn. Volgens opa is geen enkele straf hoog genoeg. We krijgen Dinant er nooit meer mee terug.”
Ook de vriend van het jonge slachtoffer, die met Paré in de Albert Heijn was toen het misging, deed zijn verhaal. „De beelden dat Dinant in een plas bloed ligt, komen soms boven als ik huiswerk aan het maken ben. Ik kom niet goed in slaap en heb nog steeds rare dromen. Ik word er boos van, want Dinant zou nooit iemand kwaad doen.”
J. is gevaar voor anderen, kans op herhaling groot
Onderzoekers van het Pieter Baan Centrum zien stoornissen als autisme en ADHD bij J. Zijn drugsgebruik maakte dat hij niet was opgewassen tegen zijn problemen, waardoor hij vaak woedend werd. Hij is volgens de onderzoekers sterk verminderd toerekeningsvatbaar, de kans op herhaling van levensdelicten is volgens hen groot.
J. is een gevaar voor anderen, ook in detentie, waardoor hij moet worden behandeld in een tbs-kliniek. „Dat gaat nog een lang proces worden”, blikt. J. alvast vooruit.
Moord, met voorbedachten rade
Volgens het Openbaar Ministerie was alles wat Bart J. die bewuste zondag deed een keuze. Geen opwelling. „Hij heeft momenten gehad waarop hij zich kon beraden. Het was een geselecteerd moment en Dinant een geselecteerd slachtoffer.”
De officier van justitie gaat ervan uit dat hij Dinant Paré vermoordde met voorbedachten rade. J.’s aanslag met een antenne op de begeleider in detentie is volgens haar een poging tot moord, waar wederom geen sprake was van een impuls.
Ze eist een lagere straf dan gangbaar voor zulke delicten, omdat Bart J. volgens deskundigen sterk verminderd toerekeningsvatbaar is: 10 jaar cel. Daarnaast eist zij tbs met dwangverpleging, omdat dit volgens haar de enige manier is om de samenleving te beschermen. De feiten zijn wat haar betreft bijzonder heftig en schokkend: „Dinant is op brute wijze van het leven beroofd. De laatste momenten van zijn leven moeten zeer angstig zijn geweest. Voor het gemis van de nabestaanden is de verdachte verantwoordelijk.”
Suzan Özsaran, de advocaat van J., zegt dat haar cliënt wél heeft gehandeld in gemoedsopwelling en dat er daarmee sprake is van doodslag. J. heeft begin 2021 niet de hulp gekregen die hij nodig had. Zowel hij als zijn ouders werden volgens Özsaran door instanties van het kastje naar de muur gestuurd. Zij pleit voor een zo kort mogelijke celstraf, van maximaal 3 jaar. „Mijn cliënt heeft behandeling nodig.”