Een installateur installeert een warmtepomp. Foto: Archief ANP/Koen van Weel
De warmtepomp is dé manier om met woningen en kantoren van het gas af te gaan. Dus was de consternatie groot toen begin deze week in het nieuws kwam dat warmtepompen ‘vervuilend’ zouden zijn. Hoe zit het nu?
Een warmtepomp is toch juist een duurzame verwarmingsmethode?
Ja. Een warmtepomp is een elektrisch apparaat dat warmte onttrekt aan de buitenomgeving en deze warmte naar binnen transporteert. Dat kan ‘ie ook bij winterse temperaturen, dankzij een koelmiddel binnen in de pomp. Het koelmiddel verdampt en wordt verhit in een compressor; daarmee wordt vervolgens het water in het systeem binnen opgewarmd.
Er komt geen aardgas kijken bij de werking van een warmtepomp. Als het apparaat van groene stroom voorzien wordt, stoot het dus helemaal geen COuit. Maar zelfs een warmtepomp op grijze stroom is zuiniger dan een gasketel, omdat de pomp veel hogere rendementen haalt. Waar een HR-gasketel op z’n best een rendement rond 100 procent heeft, kan een goede warmtepomp tot 500 procent komen.
Waarom hoor ik dan nu dat warmtepompen vervuilend zijn?
Dat is omdat er een nieuwe berekening is gemaakt over de materialen waarvan de pomp is gemaakt. Het gaat dan met name over dat koelmiddel.
In Nederland rekent de stichting Nationale Milieudatabase (NMD) voor alle onderdelen van een nieuw te bouwen huis uit hoe belastend ze zijn voor het milieu - van beton, staal en glas tot de verwarmingsinstallatie. Al die materialen hebben een bepaalde score, die samen de ‘milieuprestatie van een gebouw’ (MPG) vormen. Een nieuw huis mag volgens de wet een MPG hebben van maximaal 0,8.
De NMD had nog geen score vastgesteld voor de koelmiddelen en elektronica van warmtepompen. En die koelmiddelen zijn in de regel heel sterke broeikasgassen, vele malen heftiger dan CO.
Hoe erg is dat, zware broeikasgassen in een warmtepomp?
Tijdens het gebruik maakt het niet echt uit. Het koelmiddel blijft immers binnen, het wordt niet uitgestoten. Maar een warmtepomp gaat gemiddeld maar een jaar of vijftien mee en de vraag is wat er daarna mee gebeurt. Worden de onderdelen gerecycled, of worden ze afgedankt - waardoor die schadelijke gassen wél in de atmosfeer belanden?
De NMD-berekeningen lijken van dat laatste scenario uit te gaan. Daarom krijgt de warmtepomp nu een behoorlijk zware ‘score’ voor milieu-impact. Zo zwaar dat een nieuwbouwhuis met een warmtepomp boven die maximaal toegestane MPG van 0,8 dreigt te komen.
Kan ik nog wel een warmtepomp nemen?
Qua duurzaam verwarmen is en blijft een warmtepomp de beste keuze. Hoeveel je je moet aantrekken van de nieuwe materiaal-milieuscore, hangt een beetje van je situatie af. Ben je van plan een bestaand huis te verduurzamen? Dan heeft de score voor jou geen gevolgen. De regels over de milieuprestaties van gebouwen gelden namelijk alleen voor nieuwbouw. Om te voorkomen dat nieuwbouwers straks geen bouwvergunning meer kunnen krijgen, komt er een overgangsregeling die de pomp wat milder becijfert dan de NMD nu heeft gedaan.
Voor nieuwbouw tekent zich overigens wel steeds duidelijker een probleem af, dat breder is dan het warmtepomp-vraagstuk alleen. Nieuwe huizen en kantoren moeten van de regering zo worden gebouwd dat ze zo min mogelijk energie verbruiken en zoveel mogelijk eigen groene energie opwekken (volgens de zogenaamde BENG-norm, ‘bijna energieneutraal’). Maar juist de dingen die nodig zijn om aan de BENG-norm te voldoen, zoals isolatie, zonnepanelen en een warmtepomp, bevatten vaak ‘vervuilende’ materialen.
Kunnen warmtepompen niet schoner?
Zeker: de koelmiddelen worden steeds minder vervuilend. Oude pompen gebruikten vaak de gassen R410a of R32, respectievelijk met een 2000 en 675 keer grotere klimaatimpact dan CO. Nieuwere modellen bevatten bijvoorbeeld propaan of COals koelmiddel.
De installatiebranche werkt daarnaast aan meer circulariteit en hergebruik. Installateurs en leveranciers van warmtepompen kunnen bijvoorbeeld een STEK-certificaat halen (van de Stichting Emissiepreventie Koudetechniek, red.), waarmee ze laten zien dat ze koelmiddelen recyclen en niet in de lucht laten belanden.
Dagblad van het Noorden sprak voor dit artikel met Pieter Omlo, bouwkundige en docent aan de Hanzehogeschool in Groningen, en Ted Wildenberg, projectleider en energiedeskundige bij de Hanzehogeschool.