Het verhoor van Hans Alders was eentje waar naar uit werd gekeken. Na een urenlange ondervraging kwam vooral een beeld naar voren van een man die vol goede moed was begonnen aan een onuitvoerbare taak.
,,We begonnen aan iets waar niets van was. Wat deden we onszelf aan? Er was geen norm, geen mensen die gewend waren dit werk te doen, geen programma’s. Toch zeiden we tegen iedereen: we gaan het morgen doen. Over vijf jaar is alles klaar. Dat hadden we neergezet.’’
Als één ding duidelijk wordt tijdens het verhoor van Hans Alders woensdagmiddag met de parlementaire enquêtecommissie Groningen, dan is het wel dat hij een taak moest uitvoeren die onuitvoerbaar was.
Welke huizen zijn dan onveilig?
Alders, die van 2015 tot en met 2018 als Nationaal Coördinator Groningen verantwoordelijk was voor het uitvoeren van de versterking van woningen in Groningen, legt tijdens zijn verhoor de vinger op de zere plek: het was en is niet duidelijk welke huizen niet veilig zijn. ,,Had iemand mij gezegd: hier heb je een lijstje met 200, 500, 1000 onveilige woningen en die staan daar en daar, dan was iedereen met één ding begonnen. Daarnaar toe rijden, afspraken maken en aan het werk. We wisten het niet. Toen niet en vandaag de dag ook niet.’’
Voor het eerst tijdens de openbare verhoren is de publieke tribune behoorlijk gevuld. Het verhoor van Alders is dan ook langverwacht. In mei 2018 legde hij met een vurige brief zijn functie neer nadat minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de versterkingsoperatie in Groningen pauzeerde, tegelijkertijd met zijn voorgenomen besluit om de gaskraan dicht te draaien naar nul. Met het aantreden van Wiebes eind 2017 veranderde de positie van Alders, zei de oud-NCG’er. Alders verwordt van initiator met doorzettingsmacht een ,,adviseur van de minister”.
Vanaf dan moet hij meerdere malen door de zure appel heen bijten, zegt Alders. ,,Ik had echt het idee dat we belazerd werden door de NAM en het CVW. Ze deden niks anders dan vertragen en de situatie klein te krijgen. Ik was er helemaal zat van. Daar sprak ik over met de secretaris-generaal (Maarten Camps, red.). Die zei: pas op, dat we niet tegenover elkaar komen te staan. Dat was niet de steun waar ik op had gehoopt. Hier begon mijn twijfel te ontstaan.”
Kleine snik in stem
Op de dag dat Wiebes zijn brief verstuurde (29 maart 2018) dat de versterking wordt gepauzeerd en de gaswinning naar nul gaat, gaat er volgens Alders ook een wetsontwerp in ,,consultatie”. Daarin staat dat de risicoaansprakelijkheid van de ,,NAM overgaat naar de Nederlandse Staat. Dit besluit was niet zonder de olies (Shell en ExxonMobil, red.) genomen”, zegt Alders die geen hard bewijs heeft, maar verregaande vermoedens heeft in hoeverre de olie- en gasbedrijven hun invloed laten gelden.
Over zijn besluit om de versterking in Groningen te pauzeren - de druppel voor Alders - had de minister van te voren geen contact opgenomen, zegt Alders. Hij kwam over het besluit in botsing met de hoogste ambtenaar van EZK, Maarten Camps, en directeur Gerald Schotman van de NAM.
Hij besluit om te stoppen. ,,Mensen zaten te wachten: wat gebeurt er met mijn huis? Het ging niet over stenen, maar over hun thuis. Ik vond dat ongelooflijk.” Het is het moment dat Alders een kleine snik in zijn stem heeft.
Dat Alders in mei 2018 zijn functie als Nationaal Coördinator Groningen zou neerleggen, lag wel in de lijn van de verwachting, zei topambtenaar Maarten Camps eerder die dag tijdens zijn verhoor.
Camps was van 2013 tot en met 2020 secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken. Camps was - toen Alders nog NCG was - al bezig om een vervanger te zoeken voor hem. Een plan B, noemt hij dat. ,,Stel dat Alders zijn functie neerlegt, dan moeten wij wel iemand hebben klaarstaan”, vertelt Camps.
De topambtenaar weet zich tijdens zijn verhoor geregeld zaken niet meer te herinneren, maar aan het einde van zijn verhoor komt hij met een heldere analyse. Volgens Camps hadden het ministerie en het Rijk de verantwoordelijk in het Groningendossier eerder naar zich toe moeten trekken.
,,De overheid maakt zich voortdurend zorgen over juridische en financiële risico’s. Kunnen we die risico’s wel nemen?” Het gevolg is volgens hem dat de risico’s door de Nederlandse staat ,,teveel als een absoluut gegeven worden gezien”, met als gevolg dat de risico’s bij burgers - bij de inwoners van Groningen - zijn komen te liggen.