Mogelijk werd er drugsgeld witgewassen bij de financiële instelling Tekening: Job van der Molen
Criminelen uit de provincie Groningen blijken een eigen bank te hebben opgezet in Liechtenstein waar zij hun geld, mogelijk verdiend met drugshandel, stalden. Dat geld leenden zij daarna renteloos uit aan zichzelf en familieleden.
Het bestaan van deze financiële holding komt naar voren in een recent faillissementsverslag van een beheer- en beleggingsmaatschappij uit Groningen die in maart van dit jaar failliet is verklaard.
Het Openbaar Ministerie Noord-Nederland bevestigt desgevraagd dat er inderdaad een bankconstructie aan het licht is gekomen tijdens een drugsonderzoek in de provincie Groningen.
Klanten allemaal uit zelfde familie
De bank in Liechtenstein had feitelijk maar een handjevol klanten: allemaal uit dezelfde familie. Het is volgens officier van justitie Bas von Bartheld van het OM een ultiem voorbeeld hoe creatief misdadigers zijn om crimineel geld wit te wassen. ,,Dit zijn zaken waar wij als OM mee worden geconfronteerd. Het is pure ondermijning”, vertelt Von Bartheld die de bank een ultiem voorbeeld noemt hoe creatief misdadigers kunnen zijn om crimineel geld mee wit te wassen.
Met ondermijning wordt bedoeld dat de criminele onderwereld zich vermengt met de legale bovenwereld, waarmee crimineel geld met een legaal sausje wordt overgoten, vertelt Von Bartheld. ,,Om te verhullen dat het geld bijvoorbeeld is verdiend met drugshandel.” De eigenaren van de financiële instelling in Liechtenstein hadden meerdere bedrijven en woningen in hun bezit. Een deel van die panden werd weer verhuurd aan ondernemers.
Witwasmachine
De buitenlandse trustmaatschappij was volgens het OM feitelijk niets anders dan een witwasmachine. Er zou crimineel geld, vermoedelijk verdiend met de handel in drugs, zijn gestald bij de bank. Daarna werd alles terug geleend aan enkele van de betrokkenen: allemaal familie van elkaar. Zo ontving de moeder volgens het OM maandelijks vierduizend euro netto voor levensonderhoud.
Liechtenstein kende tot 2014 een bankgeheim. Uiteindelijk is een van de Groninger bankoprichters strafrechtelijk vervolgd voor drugshandel. Ook is er beslag gelegd op meerdere panden en woningen. De officier van justitie zegt dat Liechtenstein sowieso wordt genoemd als een land met een ‘hoger witwasrisico’.
Dat de bank feitelijk een witwasfabriek was voor crimineel geld komt volgens de officier van justitie duidelijk naar voren door de financiering van meerdere panden van de familie. Zo waren er wel schriftelijke overeenkomsten, zekerheidsstellingen en aflossingsschema’s van de financier. ,,Maar de papieren werkelijkheid was niet de echte werkelijkheid. In werkelijkheid betaalden ze geen rente en aflossing.”
Het faillissementsverslag meldt dat de buitenlandse bank meerdere (tweede) hypotheken had staan op huizen. Inmiddels betwist de fiscus dat. De belastingdienst ‘erkent de gevestigde hypotheken van de bank uit Liechtenstein niet’, staat in een verslag. Een woordvoerder van de belastingdienst stelt niets over de zaak of een eventueel onderzoek te kunnen zeggen in verband met de fiscale geheimhoudingswet.