Minder vliegen, minder vlees, tweedehands kleding; steeds meer mensen maken duurzame keuzes. Toch kiezen we qua mobiele telefoon vaak het nieuwste van het nieuwste. Hoe duurzaam is een tweedehands alternatief, en heb je dan ook echt een goede telefoon?
De tweedehands telefoonmarkt groeit als kool. Niet zo gek ook; nieuwe toestellen zijn duur en stijgen snel in prijs. Marktleiders als Samsung en Apple bieden een rits mobieltjes van boven de 1000 euro aan. Uit cijfers van onderzoeksbureau IDC blijkt dat de smartphonemarkt al tijden krimpt, met een dieptepunt in 2023.
En dat terwijl Nederland ‘koning smartphone’ is. Ons land heeft meer mobiele telefoons dan inwoners: zo’n 20 miljoen. 95 procent van de bevolking gebruikt minstens één smartphone; volgens Deloitte zijn we daarmee wereldwijd koploper.
Toch is bijna de helft van de consumenten niet happig op tweedehands techniek. Gebruikte toestellen associëren we al snel met een slechte batterij, een vol geheugen en verouderde beveiliging tegen hackers en virussen.
Dat beeld is achterhaald, zegt Jeroen Frank Poelsma. „De kwaliteit van opgeknapte telefoons is in rap tempo beter geworden de afgelopen jaren.” Als oprichter en eigenaar van Remarketed in Leek - hij won in 2020 als 21-jarige de Jonge Ondernemersprijs van het Noorden - weet hij alles over het refurbishen van smartphones. „Wij controleren ze op 86 punten. Presteert de telefoon op één van die punten minder? Dan repareren wij dat.”
Niet tweedehands dus, maar refurbished: gebruikte toestellen die weer zijn opgeknapt.Bij Remarketed gaan de telefoons in een machine die het toestel uitleest. Het repareren of vervangen van onderdelen gaat vervolgens met de hand. „Op die manier hoeft een Iphone niet meer zo extreem duur te zijn”, legt Poelsma uit. „En we geven drie jaar garantie, ook als het apparaat al meerdere keren is opgeknapt.”
Het gaat volgens Poelsma echter niet alleen maar om prijs en prestatie. „Mensen zoeken naar goedkopere toestellen die wel leveren, maar ze maken ook duidelijk een milieubewuste keuze.” Want hoewel je bij milieuschade eerder aan auto’s, huizen en vliegtuigen denkt, is de impact van een nieuw mobieltje groot.
Een tweedehandsje toch van goede kwaliteit? Dat hangt sterk van de verkoper af. Foto: Remarketed / martijnscholtens.nl
Waarom is een mobiele telefoon slecht voor het milieu?
Natuurlijk, een telefoon moet worden gemaakt en verscheept, net als veel andere producten. Dat is op zichzelf al niet goed voor het milieu. De grootste milieu-impact van een smartphone zit hem echter in het binnenwerk. Elektronica zitten vol goud, zilver, platina en andere veelgebruikte edelmetalen.
Niet alleen zijn deze metalen duur, ze raken ook in rap tempo op. Die schaarste drijft de prijs op zijn beurt weer verder op. En dat terwijl er wereldwijd zo’n 57 miljoen ton aan elektronisch afval beschikbaar is, meer dan het gewicht van de Chinese muur bij elkaar.
Het hergebruiken van de edelmetalen uit die afvalbergen is volgens de Royal Society of Chemistry (RSC) essentieel. Blijven we (vooral) nieuwe metalen gebruiken, dan zijn ze binnen enkele tientallen jaren op. Edelmetalen komen namelijk voort uit natuurlijke processen. Raken ze op? Dan betekent dat ook echt op.
Om die schaarse metalen te blijven winnen zijn zware machines en een hoop energie nodig. Het produceren van metalen voor smartphones, computers en elektrische auto’s zorgt voor ongeveer 5 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Om over de natuurschade van de metaalmijnen nog maar niet te spreken.
Van handarbeid naar high-tech
Verre van groen dus, die smartphones. Daarnaast kleeft aan edelmetalen nog een probleem. De mijnen waarin ze worden gewonnen staan veelal in armere landen. Werkomstandigheden zijn vaak slecht en van verscheidene platinamijnen is bekend dat er kinderen werken.
Precies zo’n mijn is de Marikana-mijn bij Pretoria in Zuid-Afrika. In 2012 besloten werknemers van de platinamijn te staken. De werkomstandigheden zouden levensgevaarlijk zijn en van hun hongerloon konden ze niet langer rondkomen. Ook met illegale hulp van hun kinderen leden families honger, aldus mensenrechtenorganisatie Amnesty International.
Omdat de arbeiders de staking niet van tevoren bij de vakbonden hadden aangekondigd, greep de politie ongenadig hard in. 34 mijnwerkers werden doodgeschoten, met nog eens 78 gewonden. Zoveel politiegeweld had Zuid-Afrika sinds de afschaffing van Apartheid niet meer gezien. Cameraploegen van overal ter wereld kwamen en gingen, de mijn was wereldnieuws.
Toch veranderde er de jaren na de ramp bitter weinig in Marikana, dat nog altijd goud en platina levert aan merken als Microsoft en Apple. Anno 2023 ligt er een overheidsplan om de lokale bevolking er weer bovenop te brengen. Dit plan staat vol ambitieuze punten. Een hoger loon voor de mijnwerkers komt echter niet in die toekomstdroom voor.
Agenten houden mijnwerkers onder schot bij de Marikana-mijn. 34 stakende arbeiders overleden door het politiegeweld. Foto: ANP
Made in China
Nadat de grondstoffen zijn opgegraven en verwerkt, moet er nog een hoop gebeuren voor wij onze nieuwe telefoon in huis hebben. Het monteren van smartphones gebeurt ver weg van de mijnen, in Azië. In landen als Vietnam, Indonesië en India worden aan de lopende band nieuwe Android telefoons gemaakt. Heb je liever een Iphone? Dan komt die bijna altijd uit China.
De productie van nieuwe Apple-telefoons gaat lang niet altijd van een leien dakje. Sinds 2010 is Foxconn, de producent van iPhones, een bekende naam in Europa. En dat terwijl Apple er alles aan doet om het bedrijf af te schermen van Westerse ogen. Foxconn werd in 2010 dan ook niet bekend om de baanbrekende techniek, maar vanwege de hoge zelfmoordcijfers onder medewerkers.
Tientallen arbeiders sprongen dat jaar van de daken van de fabriekshallen in Zhengzhou. Het was de ultieme protestactie van mensen die weinig betaald krijgen en die vaak niet weg mogen van hun werkomgeving. De reactie van het bedrijf? Er werden netten en hekken geplaatst, zodat zelfmoord niet langer een optie was.
Foxconn-arbeiders hebben sinds 2012 netten voor hun balkons. Bron: hothardware.com
Werken bij Foxconn lijkt in weinig op het werk dat wij in Europa gewend zijn. De 350 duizend werknemers van de grootste Iphone-fabriek werken, eten en slapen in het complex, dat vaak ‘iPhone City’ wordt genoemd. Het terrein wordt streng bewaakt, naar binnen én naar buiten komen is verre van eenvoudig. Kleine slaapplekken, weinig privacy en gedwongen overwerk zijn aan de orde van de dag.
Net als in Marikana beloofden de machthebbers in Zhengzhou beterschap. Jaren later meldden media als Business Insider en The Guardian echter dat er bitter weinig is veranderd binnen de muren van iPhone City. Afgelopen jaar braken er nog grootschalige, gewelddadige protesten uit. Er waren hogere lonen beloofd om medewerkers, die bang waren om Covid op te lopen, terug te laten keren. Toen zij weer aan het werk waren, kwam het management op haar beloften terug.
Hoeveel beter is een tweedehands smartphone?
Het niet willen bijdragen aan uitbuiting zou een goede reden kunnen zijn om voor een tweedehands telefoon te kiezen. Maar is een opgeknapt mobieltje wel zo groen? Bedrijven als Remarketed hebben onderdelen nodig om gebruikte modellen nieuw leven in te blazen. Het grote verschil is dat zij hierbij zoveel mogelijk gerecyclede componenten gebruiken.
Daarbij maakt het uit voor welke partij je kiest, legt Poelsma uit. „Een kapot scherm laten veel mensen vervangen bij repairshops in de stad. Daar wordt het hele lcd-scherm uit je telefoon gehaald, terwijl vaak alleen het glas kapot is. Wij kunnen specifiek het glas vervangen.” Zo blijft de achterliggende techniek gespaard, of wordt deze gebruikt om een andere telefoon te herstellen.
En zulke gerecyclede onderdelen zorgen voor aanzienlijk minder uitstoot. Het hergebruiken van platina en goud, zoals uit de Marikana-mijn, zorgt voor zo’n 94 tot 99 procent minder uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast hoeven deze niet gewonnen te worden. Het recyclen van smartphone-onderdelen heeft zo meerdere voordelen: mens én natuur worden (gedeeltelijk) ontzien.
Waarom worden er dan niet meer onderdelen gerecycled? Die vraag stelden bedrijven als Recyclesmart ook. Dit Australische bedrijf, dat de recycling van multinationals als Nespresso voor zijn rekening neemt, gebruikt praktisch alle onderdelen van een telefoon opnieuw. Niet alleen worden glas, metalen en plastic hergebruikt, ook de fijne onderdelen uit de batterij komen volledig in een nieuwe telefoon terecht.
Premier Rutte probeert zet nieuwe onderdelen in een Nederlandse Fairphone. Dit merk van gerecyclede telefoons maakt het vervangen van onderdelen zo gemakkelijk mogelijk. Foto: ANP
Wat zijn de nadelen?
Om de open deur maar direct in te trappen: tweedehands telefoons zitten vaak niet meer in de originele verpakking. Verder is de oplader niet altijd inbegrepen, iets dat ook bij gloednieuwe toestellen steeds vaker voorkomt. Het grootste verschil is echter de prijs. Want hoewel refurbished smartphones goedkoper zijn dan nieuwe modellen, is het prijsverschil niet altijd zo groot als gehoopt.
Dat komt door de plek waar de telefoons worden hersteld. De lonen liggen een stuk hoger in het Westen dan in Zhengzhou, en ook de nieuwe recycle-technieken worden veelal in Europa ontwikkeld. Komt jouw telefoon uit China, maar wordt hij gerepareerd in Groningen? Dan kunnen de tweedehands onderdelen wel eens duurder uitpakken dan het origineel.
Daarnaast is dat herstellen soms moeilijker dan gehoopt. Bedrijven als Apple staan erom bekend dat ze het de klant zo lastig mogelijk maken om het product zelf te repareren. Wil je toch een nieuwe batterij in je iPhone? Dan wordt je gedwongen dat voor de hoofdprijs bij Apple zelf te laten doen, of toch een nieuwe smartphone aan te schaffen. „Apple maakt het ons moeilijk”, vertelt Poelsma. „En als wij nu iets vervangen, krijgt de klant daarna op zijn scherm te zien ‘let op, dit apparaat is gerepareerd door een derde partij”.
Dit soort praktijken lijken met de komst van nieuwe Europese wetgeving verleden tijd. Afgelopen maart nam de Europese Commissie het voorstel voor de ‘Right to Repair’-wet aan. Hierin staat dat iedere klant op een ‘makkelijke en goedkope manier’ producten moet kunnen repareren of laten repareren. De hoop is dat duurzame opties hiermee in rap tempo (financieel) aantrekkelijker zullen worden voor de Europese klant.
Jeroen Frank Poelsma ziet zo’n toekomst wel zitten. „Wij hopen dat telefoons niet alleen een tweede, maar ook een derde en zelfs vierde leven krijgen.” De techniek is er klaar voor, nu de consument nog.