Van links naar rechts: Aram (20), Amelia (10), moeder Karine (41), Aleksa (2), Ariana (13) en vader Aleksandr (48). Foto: Mona van den Berg
Het gezin Babayants, bestaande uit Karine (41), Aleksandr (48), zoon Aram (20), en drie jonge kinderen Ariana (13), Amelia (10), en Aleksa (2) dreigt maandag te worden uitgezet naar Oezbekistan. De familie verblijft al ruim tien jaar in Nederland, waarvan zeker acht jaar in Emmen.
Het gezin is uitgeprocedeerd en wordt daarom uitgezet naar Oezbekistan. Ze verbleven in een gezinslocatie voor asielzoekers in Emmen, waar ze woensdagochtend werden opgepakt. Vervolgens zijn ze overgeplaatst naar de vreemdelingendetentie in Zeist, waarvandaan ze komende maandag zullen worden uitgezet naar Oezbekistan.
„Woensdagochtend stonden er ineens politieagenten in onze kamer. We konden geen afscheid nemen van vrienden, klasgenoten, niemand,” vertelt moeder Karine, die belt met een telefoon vanuit de vreemdelingendetentie. Haar eigen telefoon en andere elektronische apparaten zijn ingenomen. Op de achtergrond is haar jongste dochter te horen, die sinds hun aankomst alleen maar huilt. „De kinderen zijn in paniek. We wisten van niets. We kunnen niet slapen. Ik weet niet wat we moeten doen,” zegt Karine.
Vlucht naar Nederland
Tien jaar geleden vluchtte de familie uit Oezbekistan naar Nederland. „Oezbekistan is een veilig land, maar niet voor mijn man en mijn gezin,” vertelt Karine. Ze legt uit dat het gezin moest vluchten vanwege het werk van Aleksandr, maar geeft geen verdere redenen waarom dat zo was. „Oezbekistan is voor ons niet veilig. We hebben dit herhaaldelijk aan de IND uitgelegd, maar zij geloven ons niet. We hebben vier procedures doorlopen en elke keer moesten we wachten. In die tijd hebben we een leven opgebouwd in Emmen. En nu moeten we weg.”
De kinderen gaan naar school in Emmen en zijn lid bij sportclubs. De twee jongste kinderen zijn in Nederland geboren en de oudste twee hebben nauwelijks herinneringen aan hun moederland. „Onze kinderen zijn Nederlands. Hier hebben ze alles”, zegt Karine.
De twee jongste kinderen zijn in Nederland geboren en de oudste twee hebben nauwelijks herinneringen aan hun moederland. Foto: Mona van den Berg
Steun van sportclubs
De sportclubs van Aram en Ariana, CharDance in Emmen en voetbalclub DZOH, zijn vastbesloten om de uitzetting van het gezin te voorkomen. „Ariana danst al heel lang bij onze dansschool en wil heel graag danslerares worden,” vertelt dansinstructeur Charaya van Burgel. „Het nieuws was een harde klap voor ons allemaal. De meiden zijn in tranen. Daarom moeten we iets doen voor het gezin Babayants.”
Zaterdag zal de dansclub handtekeningen verzamelen in het centrum van Emmen. „En we gaan dansen voor de HEMA, omdat Ariana zo dol is op dansen. Zo willen we laten zien hoe belangrijk dans voor haar is,” zegt Van Burgel. Op zondag gaan de sportclubs naar Zeist om te demonstreren en de verzamelde handtekeningen in te leveren. „We krijgen steun van vrienden, kennissen en familieleden. Iedereen wil het gezin helpen.”
Langdurig verblijf in Nederland
Het gezin Babayants wordt bijgestaan, door advocaat Inge Zuidhoek en stichting Defence for Children Nederland, die hun gedwongen vertrek aanvechten. „Het is ontzettend schadelijk voor kinderen om na een jarenlang verblijf in Nederland te worden uitgezet naar een vreemd land,” zegt juridisch adviseur kinderrechten Martin Vegter. „Deze kinderen zijn al meer dan tien jaar in Nederland. Ze kennen het land helemaal niet. Ze zijn hier opgegroeid en geworteld.”
In 2018 concludeerden onderzoekers dat het onverantwoord is om kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen uit te zetten. De dreiging van gedwongen uitzetting maakt kinderen extreem kwetsbaar en de kans op succesvolle integratie in het land van herkomst is daardoor klein.
Vegter maakt zich dan ook ernstige zorgen over het gezin Babayants. „De kinderen zijn niet bekend met de Oezbeekse cultuur en spreken de taal niet goed. Dit zal ertoe leiden dat ze geen aansluiting kunnen vinden op school en met leeftijdsgenootjes. Vooral Ariana en Amelia zullen hierdoor ernstig in hun ontwikkeling worden geschaad.”
Kinderpardon
In 2019 konden asielkinderen die al langer dan vijf jaar in Nederland verbleven een aanvraag doen in het kader van het kinderpardon. Het kinderpardon bood kinderen van asielzoekers die langer dan vijf jaar in Nederland verbleven de mogelijkheid om een verblijfsvergunning aan te vragen. Daarnaast had het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) discretionaire bevoegdheid om in schrijnende gevallen een verblijfsvergunning toe te kennen, ook als niet aan alle voorwaarden werd voldaan. Het gezin Babayants verbleef destijds nog niet lang genoeg in Nederland om een beroep te kunnen doen op het kinderpardon.
Tegen de tijd dat het gezin hiervoor wel in aanmerking kwam, waren het kinderpardon en de discretionaire bevoegdheid afgeschaft. De overheid wilde asielprocedures versnellen en daarmee langdurige verblijfsituaties voorkomen.
Ondanks deze intentie blijft de praktijk weerbarstig: de gemiddelde duur van een asielprocedure is momenteel vijftien maanden. Na een afwijzing door de IND kunnen asielzoekers meerdere keren in beroep gaan, wat de procedure met jaren kan verlengen. Hierdoor kan het gebeuren dat kinderen toch enkele jaren in Nederland verblijven voordat zij worden uitgezet.
Hoe verloopt het proces van een asielaanvraag in Nederland?
Wanneer iemand in Nederland een asiel aanvraagt, doorloopt deze aanvraag verschillende stappen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beoordeelt eerst of de persoon recht heeft op bescherming en verblijf in Nederland volgens internationale en nationale wetten.
Als de IND de aanvraag afwijst, kan de aanvrager in beroep gaan bij de bestuursrechter. Dit beroep vindt plaats bij de rechtbank en eventueel bij hoger beroep bij de Raad van State. Tijdens deze procedures wordt beoordeeld of de afwijzing terecht was en of er redenen zijn om alsnog een verblijfsvergunning te geven.
Wanneer alle juridische mogelijkheden zijn uitgeput en de rechterlijke uitspraken definitief zijn, en de aanvrager nog steeds geen verblijfsvergunning heeft gekregen, moet de persoon Nederland verlaten. Dit wordt uitzetting genoemd. De IND is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze besluiten en bepaalt ook of de persoon veilig terug kan keren naar het land van herkomst.