Deze schapen van Stefan Worst in Vledder overleefden een aanval van de wolf, maar waren zo zwaargewond dat ze alsnog door de veearts moesten worden afgemaakt. Foto: DvhN
Schapenhouder Stefan Worst uit Vledder heeft voldoende gedaan om een aanval van wolven op zijn schapen te voorkomen. Zo luidt het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
De Stichting Animal Rights had de minister gevraagd om op te treden tegen de Drentse schapenhouder. Volgens de stichting heeft de schapenhouder onvoldoende maatregelen genomen om zijn schapen te beschermen tegen aanvallen door een wolf. De minister heeft het handhavingsverzoek afgewezen. De stichting heeft daartegen bij de minister bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter van het CBb stelt nu vast dat op dit moment nog onvoldoende duidelijk is wat de beste manier is om vee te beschermen tegen wolfaanvallen. De regelgeving schrijft geen concrete maatregelen voor. De voorzieningenrechter constateert dat de schapenhouder maatregelen heeft genomen om (verdere) aanvallen op zijn schapen te voorkomen door het aanleggen van een (mobiel) wolfwerend raster. Hoe de wolf de percelen van de schapenhouder precies is binnengedrongen, is niet geheel duidelijk geworden. In ieder geval is niet gebleken dat het raster van de schapenhouder zo gebrekkig is, dat de wolf daardoor de schapen heeft kunnen aanvallen.
De schapenhouder heeft daarom naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter gedaan wat onder de huidige omstandigheden van hem verwacht kan worden om aanvallen op zijn schapen door wolven te voorkomen. Daarom ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de minister de opdracht te geven om handhavend op te treden.