De wolf moet een minder zwaar beschermde diersoort worden. Dit pleidooi sturen Drenthe, Overijssel en Friesland dinsdag naar minister Christianne van der Wal van natuurbescherming.
De minister moet er in Brussel voor pleiten dat het Europese beschermingsniveau omlaag gaat, vinden de provincies. Gelderland hield dit pleidooi al eerder. Volgens de Drentse gedeputeerde Henk Jumelet (CDA) is er in zijn provincie een onhoudbare situatie ontstaan. Wolvenaanvallen zijn hier aan de orde van de dag. „We moeten concluderen dat mens en wolf hier niet goed samengaan”, stelt hij.
Drenthe heeft weliswaar veel natuur, maar het gaat om kleine gebieden verspreid over de provincie. Daardoor komt de wolf gauw in gebieden die door mensen worden bewoond. „De Veluwe heeft een oppervlakte van 90.000 hectare, het Drents Friese Woud heeft 6000 hectare”, illustreert Jumelet.
Op Europees niveau is de bescherming van de wolf geregeld. De lagere bescherming betekent niet dat de wolf gedood mag worden, wel dat hij eerder verjaagd kan worden, dat gebieden onaantrekkelijk gemaakt kunnen worden of dat de wolf verstoord kan worden, legt Jumelet uit.
Lugubere taferelen
De aanwezigheid van de wolf op het Drentse platteland doet de gemoederen regelmatig hoog oplopen. Aanvallen op schaapskuddes zijn aan de orde van de dag. „Dit leidt tot veel schade en ook veel verdriet bij de schapenhouders”, zegt Jumelet. Het leidde tot lugubere taferelen wanneer bijvoorbeeld schapenhouders uit protest de kadavers van hun dieren bij het provinciehuis neerlegden. Een meerderheid van het Drents Parlement drong eerder al aan op maatregelen.
Op dit moment staan de provinciebestuurders echter met de handen op de rug gebonden tegenover de wolf. „We hebben juridisch laten uitzoeken wat precies de bescherming van de wolf betekent”, vertelt Jumelet. „Slechts in uitzonderlijke situaties mag je een wolf verjagen.”
Gezond niveau
Volgens Jumelet gaat het met de wolf dermate goed dat verlaging van het beschermingsniveau gerechtvaardigd is. „De populatie groeit”, stelt hij vast. „Weliswaar zijn er in Europa circa 300 roedels, terwijl er volgens deskundigen voor een gezond niveau van instandhouding 1000 roedels nodig zijn. Maar het is niet nodig om dat hoge beschermingsniveau te handhaven om die 1000 roedels in Europa te halen.” Verder is het zeer onwenselijk dat er in Drenthe meer dan drie keer zoveel wolven rondlopen als nu met hetzelfde niveau van bescherming, stelt Jumelet.
De verlaagde bescherming van de wolf is niet van vandaag op morgen geregeld. Drenthe neemt daarom extra maatregelen om op korte termijn veehouders te helpen hun vee te beschermen. Zo kunnen voortaan niet alleen schapenhouders subsidie krijgen voor rasters, hekken en andere wolfwerende maatregelen, maar ook houders van runderen, varkens, ezels, paarden, pony’s en alpaca’s. Daarnaast komen er allerlei onderzoeken om meer te weten te komen over hoe je die maatregelen precies moet toepassen.
Wettelijke verplichting
„Het is wel belangrijk dat we er alles aan doen om het vee goed te beschermen”, benadrukt gedeputeerde Jumelet. „Want anders kun je geen maatregelen nemen om de wolf te beheren. Veehouders hebben de wettelijke verplichting hun dieren veilig te houden, maar we weten met de wolf nog niet goed hoe dat dan moet. Daarom willen we daar verder onderzoek naar doen. Ook gaan we naar boeren toe om hen daarmee te helpen. Verder willen we de aanwezige wolven beter volgen, zodat we weten waar ze zitten en of ze vee aanvallen. Ook die kennis is handig om eventueel maatregelen te kunnen nemen.”
Onderzoekers van de TU Delft gaan experimenten met een ‘wolfvriendelijke’ manier om deze roofdieren uit bepaalde gebieden weg te houden. Daartoe gaan ze die afbakenen met wolvenurine. Soortgenoten denken dan dat ze bij andermans territorium komen en zouden dan van dat terrein wegblijven. De veronderstelling berust op hun conflictmijdende karakter.
Grote vraag is dus of er in Den Haag en in Brussel weerklank is voor de klachten uit Drenthe. „We hebben in december minister Van der Wal in Drenthe ontvangen om met schapenhouders en andere belanghebbenden te praten. Ze was zeer onder de indruk. En ook in het Europees Parlement is al over de wolf gesproken. Er zijn meer signalen dat er iets moet gebeuren.”