Een dode wolf. Deze is vorig jaar doodgereden in Hoogersmilde. Foto: Persbureau Drenthe
Voor het eerst sinds 2017 is in Drenthe een wolf aangereden. Maandag kwam een exemplaar onder een auto die op de Rijksweg (N371) bij Hoogersmilde reed.
De laatste keer dat in Drenthe een wolf werd aangereden was in maart 2017. Toen werd bij op de A28 bij Veeningen een jong mannetje doodgereden, afkomstig uit een roedel in het Duitse Cuxhaven. Deze wolf was de eerste wolf die zelf naar Nederland liep en daar vervolgens verongelukte.
Tijden veranderen
Destijds achtten deskundigen de kans groot dat het vaker zou gaan gebeuren dat met name jonge wolven uit Duitse roedels tijdens hun zwerftochten in Nederland terechtkomen. Bijna zes jaar later weten we dat die verwachting ruimschoots is overtroffen. Sinds 2019 leeft op de Veluwe een roedel met jongen, de eerste in circa 150 jaar. Ook leven in ons land meerdere paartjes. Afgelopen zomer werden in het Drents-Friese Wold beelden gemaakt van drie spelende wolvenwelpen.
Hoeveel wolven er precies in Nederland leven, is niet bekend. Volgens BIJ12, de organisatie die zich namens de twaalf provincies met alles rondom de wolf bezighoudt, neemt de populatie nog altijd toe. Veel van de wolven komen uiteindelijk om in het verkeer. Volgens de telling van het Wolvenmeldpunt van de Zoogdiervereniging is het exemplaar dat in Hoogersmilde omkwam het twaalfde dodelijke verkeersslachtoffer. Eén keer overleefde een wolf een aanrijding. Dat was eind 2021 bij Apeldoorn.
Vorige week kwam ook al een wolf om bij het Gelderse Beesd, toen deze werd doodgereden door een vrachtwagen op de A2. „In Duitsland, waar veel populaties wolven leven, zijn aanrijdingen veruit de belangrijkste doodsoorzaak van de wolf”, zegt Christian Jansen van BIJ12. „De verwachting is dat met het stijgen van de Nederlandse populatie ook hier het aantal aanrijdingen verder gaat toenemen.”
Wolf wordt onderzocht in Utrecht
De wolf die maandagochtend werd aangereden bij Hoogersmilde wordt onderzocht door het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de Universiteit Utrecht. „Er wordt bijvoorbeeld gekeken of er bijzonderheden te vinden zijn bij de sectie”, legt Jansen uit. „Wageningen Environmental Research verricht vervolgens dier-ecologisch onderzoek. Daarbij wordt gekeken naar leeftijd, maaginhoud en conditie van het dier. Dan weten we ook of het bestaan van deze wolf al bekend was.”
Na de onderzoeken, die maanden in beslag kunnen nemen, worden de resten van de wolf overgedragen aan onderzoeksinstituut en natuurhistorisch museum Naturalis in Leiden. Naturalis beslist in welke vorm dit materiaal bewaard wordt. Sommige exemplaren worden opgezet en in bruikleen gegeven voor bijvoorbeeld tentoonstellingen of wetenschappelijk onderzoek.