Een groep eigenaren van dieren en bewoners in de omgeving van het Drents-Friese Wold heeft een stichting opgericht om aandacht te vragen voor de problemen die de wolf veroorzaakt.
De nieuwe Stichting Wij(s) met wolven vindt dat er te weinig ruimte is voor tegenstanders van de wolf om hun zorgen te uiten over het toenemend aantal wolven in Nederland. Zij pleit voor nieuwe regels en wetgeving.
„Het gaat een keer echt mis, want deze roofdieren zijn niet zo schuw als gesuggereerd wordt”, zegt kersvers voorzitter Wim Hennink uit Wapserveen. „Iedereen heeft het erover dat we moeten leren samenleven met wolven, maar ondertussen worden kinderen op de fiets en ruiters in de bossen nagekeken en soms achternagezeten door de wolf. Wat is dan wijsheid, wat is nog acceptabel en waar houdt het op? Daar willen wij gezamenlijk de discussie over aangaan.”
‘Wat moet ik als de wolf tussen mijn paarden loopt?’
Wij(s) met wolven wil overheden en natuurorganisaties oproepen om met betere regulering en wetgeving te komen, zegt Hennink. „Ik heb zelf paarden en die moet ik volgens de wet beschermen, maar als er een wolf in het geding is mag ik niks. Niet verstoren, niet verjagen en zeker niet doden. Wat moet ik dan op het moment dat dit roofdier tussen mijn paarden loopt? Daar zit juridisch spanning op. Daar moet helderheid over komen.”
Hoewel volgens cijfers van BIJ12 maar bij een klein deel van de meldingen van wolvenschade een goedwerkend wolfwerend raster aanwezig is, is goede afrastering volgens Hennink geen pasklare oplossing in die juridische discussie.
„Wat is een wolfwerend hek?”, vraagt hij zich af. „Daar zijn richtlijnen voor, maar er is geen wettelijke plicht en ik kan er dus ook geen rechten aan ontlenen. Ook als je je best doet en een hek plaatst, komt er meteen na een incident een actiegroep langs om op de centimeter nauwkeurig te meten of alles helemaal aan de richtlijnen voldoet. En dan ga je aan de schandpaal op internet.”
Toetsenbordridders
Dat de wolf veel emoties oproept bij voor- en tegenstanders, werd zichtbaar na het bijtincident in Wapse, vorig jaar. Hennink zegt juist weg te willen blijven van geschreeuw.
„Er zijn te veel toetsenbordridders”, vindt hij. „Je wordt heel gemakkelijk als voor- of tegenstander neergezet, maar daar gaat het niet om. Ik ben niet voor het afschieten van alle wolven. Ik ben een hondenliefhebber en vind de wolf prachtig om te zien. Maar we zijn wel op het punt gekomen dat we moeten kijken naar een goed beheer van de wolf. Op welke manier dan ook. Daar willen we over praten met de overheden en natuurorganisaties.”
Om hun bedoelingen kracht bij te zetten, wil Stichting Wij(s) met wolven onder andere een juridische procedure starten tegen de Nederlandse overheid. Daarmee moet de overheid worden gedwongen om maatregelen te nemen, legt Hennink uit.
Europese regels
„Er komen zoveel wolven dat wij vrezen dat een deel van de dieren volledig afhankelijk gaat worden van schapen, pony’s en jonge kalveren. Dan heb je een probleem, want die leer je niet meer om op reeën te jagen. Voor zulke probleemwolven of probleemroedels heb je Europese regels, die de mogelijkheid geven om te reguleren. Wanneer zitten we wel of niet op dat punt? Daar kijken wij naar met onze advocaten.”
Of Hennink er vertrouwen in heeft dat de stichting tot bevredigende resultaten komt? „Tja, wat is het alternatief?”, vraagt hij zich af. „Dat wij op enig moment een groot voorpaginastuk lezen waarin staat dat het verschrikkelijk mis is gegaan? Dat willen we voorkomen, maar dan moet je nu wel met elkaar in gesprek gaan.”