400 brugklassers rennen een halve marathon in de gezondheidsmaand. 'Mijn tip is start langzaam, ik herhaal: start langzaam!'

Het is tien minuten voor aanvang. Het wielercentrum is het beginpunt van een ronde door het Asserbos, die alle leerlingen meerdere keren afleggen. De eerste helft van de leerlingen staat al aan de start. Een deel met fiets in de hand. „Alleen de loper draagt een hestje”, schalt een docent door de microfoon. De leerlingen staan te trappelen. Het is voor een aantal van hen lastig om achter de startlijn te blijven staan. „Jelle, Jelle, achter de lijn!”, klinkt het door de luidspreker.

Nog dertig seconden. De kinderen staan kwispelend en kwetterend voor de startstreep. „Zeg! Help je buurman even met stil zijn.”

Burgemeester Marco Out schiet een confettikanon af. „Start”, schalt het over de wielerbaan. De eerste rij leerlingen racet weg. De leerkracht achter de microfoon heeft nog een laatste wijze les: „Start langzaam, het is 21 kilometer. Ik herhaal: mijn tip is start langzaam!” Maar voor de eerste rij overenthousiaste hardlopers komt die tip al te laat.

Brugklassers Hanna uit Beilen en Mila uit Norg hebben het nog wel gehoord, want zij staan nog in de zijlaan. De twee mogen nog even rusten, pas de volgende ronde is het hun beurt: Hanna hardlopend en Mila op de fiets. Voorbereiden voor een halve marathon? Dat was voor Hanna en Mila niet nodig. Mila: „Ik fiets elke dag 14 kilometer naar school.” Hanna: „Ik volleybal twee keer in de week, dan ren je ook veel heen en weer.”

Alle brugklassen hebben met sponsoring voor onder meer het hardloopevenement geld opgehaald voor het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding (KWF) en de Alpes d’Huzes.

Deze halve marathon is er niet zomaar. April is de gezondheidsmaand bij het CS Vincent van Gogh in Assen. Over de hele maand april zijn er activiteiten die in het teken staan van gezond leven, zoals deze halve marathon. Alle brugklassen lopen in teamverband van zes personen. Iedere leerling heeft zijn eigen rol zoals penningmeester of aanjager. „Alle leerlingen doen mee’’, vertelt gymdocent Christel de Jong.

Kinderen met overgewicht of kinderen die minder sportief zijn, mogen meedoen op de fiets. „Zodat het zo laagdrempelig mogelijk is en vooraf geen kinderen afhaken’’, vertelt ze. „Op die manier geven we iedere leerling het idee dat ze op hun eigen niveau een stap kunnen zetten. Dat je bijvoorbeeld even wat langer kunt nadenken voordat je een frikadelbroodje naar binnen schuift.”

Al gaat het in de gezonde maand niet alleen over sporten. „We willen met z’n allen proberen gezonde keuzes te maken. Dus ook op het gebied van slaap, duurzaamheid of voeding, bijvoorbeeld”, vertelt De Jong. Te denken valt aan: minder vlees, minder weggooien, geen telefoon naast het bed, genoeg water drinken en gesprekken voeren over het thema met je ouders.

Gezond leven gaat leerling Hanna makkelijk af. „Ik doe al best gezond. Ik sport twee keer in de week en eet genoeg fruit. Voor mij was alle informatie deze maand dan ook niet zo nieuw. Ik ben wel weer water gaan drinken.”

In de gezondheidsmaand is er ook een challenge voor de scholieren onderling: zo min mogelijk schermtijd per week. De Jong ging tijdens de lessen in gesprek met de jongeren over hun schermtijd. Dat gebeurde op een open manier, niet met een geheven vingertje. „Want jongeren horen altijd: het is zo slecht, die smartphone. Maar wij hebben samen nagedacht over de vraag: is het eigenlijk wel zo slecht, of zitten er ook mooie kanten aan? Je krijgt er immers veel sociale contacten door.”

Voor Hanna geldt dat ook. „Ik zie mijn vrienden al weinig, omdat ze niet op dezelfde school zitten. Daarom vind ik het belangrijk om online contact met ze te hebben.” Haar vriendin Mila weet zeker dat ze de schermtijd challenge niet gehaald heeft. Ze lacht: „Ik zit heel vaak uit verveling op mijn telefoon en dan kijk ik vaak YouTube video’s.”

Na iets meer dan twintig minuten zijn een aantal jongeren alweer bij het startpunt. Het eerste rondje zit erop. „Pfff. 23 minuten en 53 seconden”, zegt Hanna terwijl ze haar mobiel, waarop een timer te zien is, uit haar zak haalt. „Ja, dat is ook oneerlijk, zij fietsen op een elektrische fiets!”