'Out of the box' leren denken: cellist Maxime Quennesson, deelnemer aan de masterclasses bij vorige edities van het Schiermonnikoog Festival. Foto: Juri Hiensch
Het Schiermonnikoog Festival, voor kamermuziek, kent al twee edities per jaar op dat Waddeneiland. Daar komt nu een kleinere dependance bij op de vaste wal: Nynke’s Pleats in Piaam.
Dat gebeurt onder de naam Broedpleats Piaam. Vanaf 4 september werkt een aantal jonge, getalenteerde musici aan een programma dat bij twee concerten, op 6 en 7 september, wordt uitgevoerd.
Daar zijn verschillende redenen voor, legt artistiek leider Caspar Vos uit. „Zo’n eiland heeft zijn beperkingen, ook wat betreft capaciteit. We hebben een trouwe bezoekersschare, maar daarom zijn de concerten altijd heel snel uitverkocht. We willen ook graag nieuw publiek bereiken. De mensen van Nynke’s Pleats boden zich aan, net op het goede moment.”
Bezuinigingen
Want het voornemen broeide al, ook met het oog op de jonge musici. De voorjaarseditie is altijd gewijd aan jong talent, met tal van masterclasses waarvoor men zo’n 200 aanmeldingen krijgt - uit de hele wereld. Er is plek voor ongeveer 50 aanstormende musici.
Broedpleats Piaam
Concerten, met onder anderen violist Tess Verweij, altviolist Elin Haver, blokfluitist Christiaan Blom, pianist Adam Akopian en zangeres Sterre van Boxtel: 6 september 20.15 uur, 7 september, 14 uur, in Nynke’s Pleats, Piaam.
Kaarten: nynkespleats.nl/broedpleats.
De concerten worden herhaald op het Schiermonnikoog Festival, 3 tot en met 9 oktober.
Het baarde Vos en consorten zorgen dat daar weinig, en steeds minder, Nederlanders bij zitten. Bij de conservatoria is dat ook al zo, „op dat van Amsterdam komt 85 procent van de studenten uit het buitenland.” Je ziet wat er komt van de bezuinigingen op cultuur en muziekonderwijs.
Caspar Vos, artistiek leider van het Schiermonnikoog Festival. Foto: Foppe Schut
Buitenlanders: niets op tegen, maar men wil toch de Nederlandse muziekcultuur steunen. Vandaar deze ‘broedpleats’ in Piaam voor jonge muzikanten, die zich ook gaan bekwamen in ‘vernieuwende presentatievormen en cultureel ondernemerschap’. Dat blijft er op het conservatorium nogal bij.
Bruin café
Vos, zelf pianist: „Je komt er niet meer door alleen je instrument ontzettend goed te bespelen. Er wordt meer gevraagd, je moet een verhaal vertellen aan de programmeurs. Het gaat ook om andere presentatievormen. Het hoeft niet allemaal meer in de traditionele concertzalen, je moet ook buiten bij de sluis kunnen spelen of in een bruin café. Er zijn oneindig veel mogelijkheden om het publiek te verrassen. Je moet out of the box kunnen denken en daar hebben deze jonge talenten wel wat hulp bij nodig.”
Het liefst had Vos het programma pas in die vier dagen samengesteld, „als een soort experimentele snelkookpan. Maar ze zijn net van het conservatorium af, ze hebben nog houvast nodig.”
Dus staat de helft van het repertoire al vast, met werken van onder anderen Mendelssohn en Kurt Weill. Maar er staat ook een workshop improviseren op het programma. ,,Dat vinden klassieke muzikanten over het algemeen heel eng. Maar als je dat durft, dan heb je veel meer mogelijkheden. Dan wordt het zo veel vrijer!”