Het nieuwe album van Daniël Lohues heet simpelweg Daniël Lohues. Foto's: Erica Recordings
Het eerste album sinds Sowieso in 2020. Daniël Lohues is terug, met een nieuw album dat vrijdag uitkomt. ,,Ziel en zaligheid zitten erin. Bloed en tranen ook.” Met die woorden besluit de Drenthe het A4’tje dat de nieuwe plaat begeleidt.
Daniël Lohues heet het album, simpelweg. Volgens de 51-jarige Drent heeft hij nu twintig albums gemaakt. Daarnaast produceerde de bezige bij albums voor Douwe Bob, Stephanie Struijk, Herman van Veen, Rob de Nijs, Di-rect, Cuby + Blizzards en Henny Vrienten. Avonturen noemt hij het. ,,Opnemen in de studio vind ik misschien wel het mooiste wat er is.”
Dat opnemen ging dus nog door afgelopen oktober in Haarlem. Ondanks de burn-out waarvan Lohues nu probeert te herstellen. Of misschien juist wel vanwege; creëren als middel de gezondheidsklachten te verjagen, wie zal het zeggen. Live spelen komt er voorlopig niet van, de geplande tournee is onlangs uitgesteld naar volgend jaar. Interviews geeft de beroemdste inwoner van Erica voorlopig ook niet. ,,Daniël houdt de agenda de komende tijd even dicht”, aldus zijn management Agents After All.
Hij schreef de nummers in Frankrijk
Wie wil weten hoe het met Lohues gaat, probeert dat misschien te lezen in de columns die hij wekelijks voor Dagblad van het Noorden schrijft. Uit de teksten van de vijftien liederen op deze nieuwe dubbelelpee komt niet per se een wezenlijk andere Lohues naar voren als die we al bijna dertig jaar kennen. Hij schreef ze afgelopen september in Frankrijk op een heuvel in de buurt van Saint Antonin Noble Val, iets ten noorden van Toulouse. Amerika zat als gevolg van de pandemie dicht, dus je moet wat.
Lohues zou Lohues niet zijn als hij geen diepere betekenis zou verbinden aan Sint-Antonius. ,,De heilige die je aanroept als je iets kwijt bent. ‘Sint-Antonius beste vrind, zorg dat ik het wedervind’, sprak mijn moeder vaak als ze iets zocht. Ik zocht naar rust en berusting.” Hij reed een maand rond, stopte af en toe om naar een rivier of een graanveld te kijken. En hij stak in de kathedraal van Albi wat kaarsjes aan bij de relikwieën van Sint-Cecilia, de patrones van muziek, instrumentenmakers en zangers.
Zowel rock als ingetogen klein
De opvolger van Sowieso (2020) laat een Lohues horen die zowel rockt als het ingetogen klein houdt. Daarmee trekt hij de lijn door die min of meer begon op Aosem (2016) en via het voor zijn doen stevige Vlier (2018) uitmondde in een tournee die in het teken stond van elektrisch. Had hij toen zin in. Ditmaal houdt hij het midden tussen werk dat uitstekend past in de theaters (al dan niet allennig) en materiaal dat het tijdens een clubtournee goed kan doen. Sommige liederen worden duidelijk gedragen door de vleugel/piano (bespeeld door Ferry Lagendijk).
Andere liederen leunen op de gitaarpartijen van Lohues en zijn vaste begeleider sinds Hout Moet (2011), Bernard Gepken. Opvallend zijn enkele liederen die smaakvol door bassist Reyer Zwart zijn voorzien van arrangementen voor een strijkkwartet. De wals Molenaar krijgt er een monumentaal karakter door en is muzikaal gezien een van de smaakmakers.
,,Stap veur stap, dichterbij, bij waor ik hen wul in ’t leben”, zijn de eerste woorden van de opener Stap Veur Stap. Het is Lohues in een notendop, een prille vijftiger ondertussen die het leven als een reis ziet en zich onderweg verwondert en de aard der dingen probeert te doorgronden. En ondertussen is het vooruit met de geit, of zoals Lohues het in En Weer Deur zegt: deurdoen!
Achteraf ku’j nog deur de modder rieden
Lohues komt ook weer op zijn kenmerkende droge wijze voor de dag met een wijsheid: ,,Achteraf ku’j de wereld beter zien/Achteraf ku’j nog deur de modder rieden/Achteraf stao’j nooit me de neuze veuran/Verschil tussen ’t koren en ’t kaf/Wordt duudelijk achteraf.” En met Oh, Louise voegt hij een meisjesnaam toe aan zijn oeuvre dat al titels bevat als Janine, Annelie, Mariel, Belinda, Chantal en Josephine. ,,Want wij benn twee magneten/Mar allebeiden plus/En daor worden we min van/Dus dat giet niet warken dus.”
En dan is er nog de onlineflirt met Ellis, een lied dat muzikaal de geest ademt van Dead Flowers van de door Lohues gewaardeerde band The Rolling Stones. ,,Ellis uut Neij-Dordt/Maakt alles graag kapot”, klinkt het in het refrein. Om te besluiten met: ,,Kapot gao’j toch wel, ja of niet?/Mar liever niet deur heur.” De bijtende spot met Drentse tongval is prachtig. En ja, ook mooi, die jankende samenzang van Lohues/Gepken in het slepende Zeg Mar Wanneer. Het roept fijne herinneringen op aan Jagger/Richards.
Doe De Boel Mar Lös opent Dylanesk (Like A Rolling Stone) en Lohues voert daarin ene Joost op. Misschien moeten we er niet te veel achter zoeken, maar die Joost had dus wel zijn kop kapot en heurde ’n stemme die hem vertelde wat hij moest doen. De slotsom: ,,Het leben hef gien reden/Niks is zo beduuld/Dus dan ku’j mar beter/Doen wat ’t beste vuult.”