Martin van Geest heeft zoals zovelen een voorkeur voor eindcijfer 7. Foto: Elmer van der Marel
’Welk eindcijfer wilt u?’ is een standaard vraag bij de aanschaf van een Staatslot, waarbij je één of twee eindcijfers mag opgeven. Uit onderzoek blijkt dat tweederde van de kopers dit ook daadwerkelijk doet. Het wereldwijde geluksgetal ’7’ is veruit het populairst. De overigen laten hun lotnummer door de computer bepalen.
Uit een enquête onder ruim duizend mensen die dit jaar meespelen in de Oudejaarsloterij of dat van plan zijn, blijkt dat Nederlanders niet zo’n nuchter volkje zijn als vaak wordt gedacht. Van de mensen die zelf een eindcijfer kiezen, gaven vier op de tien deelnemers aan een ’geluksgetal’ te hebben. Niet gebaseerd op een rationele ervaring, maar een persoonlijk getal, zoals een geboortedatum, huisnummer of een datum die met een dierbare te maken heeft.
Een klein rondje in persoonlijke kring bevestigt dit beeld. Ondergetekende speelt mee met twee eindcijfers ’12’, behalve de trouwdatum ook het getal waarmee ik ooit 350 euro won in het casino van Leeuwarden. Maar nog nooit een grote prijs in de Staatsloterij. Echtgenoot Henny kiest voor ’8’: zijn geboortemaand en „gewoon een mooi getal, qua vorm.”
Zus Astrid was ooit hevig verliefd op een jongen met huisnummer ’26’, tevens geboortedatum van haar beste vriendin. Broer Guido laat de computer het eindcijfer bepalen, maar zijn vriendin Rosanne kiest eveneens voor ’8’, hoewel ’5’ sinds haar kindertijd ook favoriet is. Vriendin Arianne heeft dit jaar zelfs dubbel ’8’ als eindcijfers: „Liggend een symbool van oneindigheid. En ik kom uit 1968.” Haar dochter Esmee kiest al sinds jaar en dag voor ’3’ nadat ze hier als kind vaak spelletjes mee won.
Psychiater Esther van Fenema begrijpt dat heel goed: „Dit is een soort magisch denken dat je ook vaak in de kinderfase ziet,” verklaart ze. „Een manier om grip te houden op de werkelijkheid. Ons brein gaat nu eenmaal heel goed op symboliek. Hoewel het onzin is, geeft het een prettig gevoel van controle.”
Hoe ontstaat een geluksgetal?
Van Fenema legt uit: „Het brein, dat de functie heeft om te overleven, registreert een situatie waarin je een goed gevoel hebt opgedaan: dat wordt een fijn signaal. Je brein geeft met behulp van het stofje dopamine aan wat belangrijk is. Een soort markeerstift. Dus dat geluksgetal wordt daardoor belangrijk. Zo ga je die momenten als het ware herkennen en associëren met geluk. Je begint een verband te zien, zelfs al is het onzin.”
Uit het onderzoek, in opdracht van kansspel-site Meneer Casino, blijkt het getal ’7’ veruit het populairst onder de lotenkopers, met 29 procent, gevolgd door ’8’ (15 procent) en ’3’ (12 procent). In de ’0’ heeft slechts 2 procent vertrouwen. Het klassieke ongeluksgetal dat wordt genoemd blijft ’13’, al tarten veel mensen het lot door juist dit als twee eindcijfers te kiezen.
„Bijgeloof en kansspelen gaan hand in hand”, zegt hoofdredacteur Martin van Geest van meneercasino.com, tevens econoom en kansspeldeskundige. „Maar dat zó’n grote groep zich daardoor laat leiden is verrassend. Nederlanders zien zichzelf als nuchter en rationeel, maar in de jacht op een miljoenenprijs proberen we toch het lot een handje te helpen.”
Veruit de meeste lotenkopers kiezen voor eindcijfer 7. Foto: ANP/ Jean-Pierre Jans
Zelf won hij ooit in het casino op Schiphol onverwacht bijna z’n vakantie terug door in te leggen op ’17’. „Niet om een speciale reden, maar ik had een goed gevoel erbij,” lacht hij. „Overigens geeft het getal ’7’ echt ietsjepietsje meer kans op een prijs, omdat dit het meest verkochte eindcijfer is.” Al blijkt uit het onderzoek dat ook het shirtnummer van Cristiano Ronaldo wordt opgevoerd als reden…
Vrouwen kiezen iets vaker een getal dat met een dierbare te maken heeft dan mannen (17 procent tegen 12 procent). Enkele mannen kiezen dan weer rugnummers bij voetbal, iets wat geen enkele vrouwelijke respondent noemt. Data die met de relatie (ontmoeting, huwelijk) te maken hebben worden veel genoemd, net als verjaardagen van dierbaren of zelfs huisdieren.
Sommige loterijspelers hebben een persoonlijke herinneringaan een bepaald getal: ’Omdat mijn opa dat ook altijd deed ben ik daar mee doorgegaan.’ Of: ’Ik heb als klein kind ooit een grote knuffel gewonnen met een loterij op een lot met dit nummer. Sindsdien voelt het als mijn geluksgetal.’
Ook psychiater Van Fenema blijkt gevoelig voor bijgeloof. „Ik heb een speciaal gevoel bij het getal ’2’, bekent ze. „Maar als het toch niet uitmaakt, kan ik net zo goed een lot kopen met dat eindcijfer. Dan heeft het in elk geval niet aan mij gelegen als ik niks win!”