Asielzoekers zoeken beschutting tegen de regen voor de poort bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Foto ANP/VINCENT JANNINK
Nederland kan zich opmaken voor een nieuwe asielcrisis. Er zijn nog steeds veel te weinig opvangplekken, terwijl veel noodopvang, een lapmiddel, binnenkort eindigt. „Ik maak me zorgen”, erkent staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel).
De 51.000 opvangplekken die het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) begin dit jaar nodig heeft, zijn er bij lange na niet. De opvangorganisatie leunt nog steeds grotendeels op tijdelijke noodopvang, waarvan de contracten binnenkort eindigen. Eind dit jaar zijn er volgens nieuwe berekeningen zelfs 75.500 plaatsen nodig. Ook het versneld huisvesten van statushouders wil nog niet vlotten. Zo is de doelstelling om nog in 2022 zo’n 20.000 statushouders versneld van een woning te voorzien in de verste verte niet gehaald.
Cruiseschip niet meer beschikbaar
Intussen vragen ambtenaren op het ministerie van Justitie en Veiligheid zich af of het lukt de spreidingswet, die gemeenten tot opvang van asielzoekers kan dwingen, in mei klaar is. Tegen die tijd is de Eerste Kamer van samenstelling veranderd en is instemming met de wet allerminst een zekerheid. Het kabinet wil de dwangwet erdoor duwen voordat de Eerste Kamer van samenstelling verandert en de wet kan blokkeren.
De Silja Europa kiest binnenkort weer het ruime sop. Het cruiseschip gaat vanaf maart weer toeristen vervoeren van Tallinn naar Helsinki. Voor de 1200 asielzoekers die er momenteel worden opgevangen, moet een andere plek komen. Ook contracten van andere grote noodopvanglocaties lopen komend voorjaar af, zoals het festivalterrein in Biddinghuizen (1500 mensen), dat half maart weer beschikbaar moet zijn voor festivals. „Het blijft puzzelen”, beaamt het COA.
Want de 51.000 opvangplekken die de opvangorganisatie nu nodig heeft, zijn er nog lang niet. Met gewone, bestendige plekken in de asielopvang haalt het COA er slechts 30.000. Daardoor moet het nog altijd leunen op noodopvang, waarvan momenteel krap 15.000 plekken beschikbaar zijn, en waarvan de contracten merendeels binnenkort aflopen. „Het is geen makkelijke klus”, erkent staatssecretaris Van der Burg (Asiel). „Maar we zijn beter voorbereid dan vorig jaar.”
Achterstanden in gemeenten
Bijkomend probleem is de huisvesting van erkende vluchtelingen, zogeheten statushouders. Gemeenten hebben de achterstanden met bijna 1800 extra huizen weliswaar enigszins ingelopen, maar nog lang niet de inhaalslag die het kabinet had voorzien. De bedoeling was immers dat er 20.000 statushouders voor het eind van vorig jaar versneld een huisvesting zouden krijgen. Die doelstelling is in de verste verte niet gehaald.
Probleem daarvan is dat die statushouders de asielopvang blijven verstoppen. Momenteel zijn er nog altijd 16.200 statushouders in de asielopvang, ongeveer hetzelfde aantal als tijdens de asieldeal van de coalitie in augustus, toen de ‘versnelling’ werd afgesproken.
Intussen sneuvelen plannen om de instroom te beperken. Zo is de kans groot dat de poging van het kabinet om gezinshereniging voor statushouders zonder woning met een half jaar uit te stellen zal stranden bij de Raad van State. Tot de uitspraak, half februari, staat de nareisbeperking sowieso in de ijskast omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) al meermaals bij lagere rechters bakzeil heeft gehaald.
Er alles aan doen
Kabinet en COA hebben intussen al hun hoop gevestigd op de spreidingswet waarmee ze gemeenten uiteindelijk kunnen dwingen asielzoekers op te vangen. Daarna moet het voorstel mogelijk worden aangepast, waarna het nog door de Tweede- en Eerste Kamer moet worden aangenomen. Achter de schermen valt te horen dat de Eerste Kamer zo snel mogelijk akkoord moet gaan, voordat die er na de Provinciale Statenverkiezingen in een nieuwe samenstelling zit. Een nieuwe – mogelijk rechtsere – Eerste Kamer zou de dwangwet namelijk zomaar van tafel kunnen vegen, waardoor het kabinet na lang onderhandelen alsnog met lege handen staat. Bij het ministerie wordt er rekening mee gehouden dat het niet lukt de wet in mei in gebruik te nemen.
Van der Burg zegt er alles aan te doen om te voorkomen dat asielzoekers zoals vorig jaar buiten moeten slapen. „Ik ben niet aangesteld om te somberen.”