Leden van het Nederlandse Urban Search and Rescue-team voor aanvang van een eerdere missie in Libanon (augustus 2020). Foto: ANP/ HH
Nederland stuurt een Urban Search and Rescue-team naar Turkije, meldt minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra. Maar wat doet zo’n team eigenlijk? En hoe gaat het te werk? „Je ziet dingen die elk voorstellingsvermogen te boven gaan.”
Namens het team gaan er 65 mensen en acht honden naar Turkije, meldt USAR.NL-woordvoerder Marcel van Vugt. „Allen zijn medisch en psychisch gekeurd. We zijn ingeschakeld door het ministerie van Buitenlandse Zaken en gaan ons best doen om vandaag te vertrekken.”
Wanneer het team in Turkije aankomt, is nog onduidelijk. „Maar zodra we er zijn, gaan we onmiddellijk tot actie over”, stelt Van Vugt. „In deze situatie telt elke seconde. Ter plekke zullen we dan samenwerken met USAR-teams uit andere landen.”
’Basiskamp’
De voornaamste taak van het Nederlandse Urban Search and Rescue-team is het redden van mensen in stedelijk gebied, vooral uit ingestorte gebouwen. Het gaat om de meest complexe klussen. „Dat doen we wel altijd civiel”, vervolgt de woordvoerder. „Als er ergens oorlog is en het daardoor onveilig wordt, kunnen wij niet optreden.”
Turkse reddingswerkers hebben een overlevende uit de puinhopen gehaald in de stad Diyarbakir. Foto: ANP/ HH
Daarnaast vliegt er volgens hem 15 ton aan materieel mee. „We kunnen daarmee tien dagen vooruit. In Turkije gaan we een compleet basiskamp opzetten, zodat we het land verder niet belasten met extra zorg. We plaatsen tenten om te slapen, keukens, drinkwatervoorzieningen en een ziekenhuisje voor het eigen personeel. We zorgen dat de hygiëne daar goed wordt gewaarborgd. Eenmaal in Turkije krijgen we ook hulp van de ambassade. Zij zorgen bijvoorbeeld voor brandstof en vrachtwagens.”
Zware gereedschappen
Bovendien gaan zware gereedschappen mee die cruciaal zijn voor de reddingsoperatie. Van Vugt: „Daarbij moet je denken aan heel sterke kettingzagen, zogenoemde diamantzagen, die door betonplaten heen kunnen zagen zonder dat ze bewegen. Op die manier kan er bijvoorbeeld een gat worden gezaagd, waardoor we dan camera’s naar binnen kunnen duwen. Zo zien we waar slachtoffers zitten. De honden helpen daarbij ook, omdat zij op basis van de geur kunnen achterhalen waar er mensen zijn. Door daar dan ook microfoons te plaatsen, kunnen we met hen communiceren.”
Slachtoffers van de zware aardbeving in een ziekenhuis in de Syrische stad Darkush. Foto: ANP/ HH
Binnen zo’n team is er een duidelijke taakverdeling, meldt de woordvoerder. „Er zijn bouwkundigen die gebouwen slim toegankelijk kunnen maken. Als we willen optreden bij een (deels) ingestort gebouw, gaan zij altijd eerst checken of het veilig is om daar naar binnen te gaan. Mocht het nodig zijn, dan kunnen ze het gebouw verstevigen, bijvoorbeeld door dwarsbalken te plaatsen, alsof het een bouwproject is.”
Satellietschotels
Ook zijn er medewerkers die communicatiesystemen opzetten, zoals satellietschotels. „Na een aardbeving hebben mobiele telefoons vaak geen bereik meer, hierdoor wel.”
Defensie is aanwezig om onder meer de logistiek te verzorgen, terwijl vooral de brandweerlieden de reddingsoperatie zelf voor hun rekening nemen en er ook ambulancemedewerkers kunnen worden ingezet. Politiepersoneel begeleidt de honden.
Reddingswerkers in de Syrische stad Aleppo zoeken tussen de brokstukken van een ingestort gebouw naar overlevenden. Foto: ANP/ HH
Het team verwacht nu in Turkije wederom primair mensen te gaan redden uit ingestorte gebouwen in stedelijk gebied. „We denken nu weer in betonvloeren te moeten boren en mensen onder het puin vandaan te halen”, zegt Van Vugt. „En mocht er daarna geen werk meer zijn, dan kunnen we altijd bij andere teams aansluiten.”
’Ontzettend heftig’
Het team werd eerder al ingezet bij rampen als de orkaan op Sint-Maarten in 2017 en de aardbevingen in Nepal en Haïti van 2015 en 2010. „Voor de hulpverleners is het ontzettend heftig”, stelt Van Vugt. „Ze worden daarom naderhand ook altijd begeleid om de ervaringen een plekje te geven.”
Van Vugt was zelf in Haïti en Nepal aanwezig als woordvoerder en zag daar ook genoeg. „Het is voor de hulpverleners dankbaar om mensen te kunnen helpen. Ze kunnen mensen vaak ook troosten. En als het niet meer lukt om iemand te redden en ze een overledene vinden, kan dat voor nabestaanden ook een stukje rust geven. Dat er een lichaam is, een bevestiging. Maar je ziet natuurlijk ook dingen die elk voorstellingsvermogen te boven gaan. Ik kon het uiteindelijk een plekje geven, maar vergeten doe je het nooit.”
De teamleden zijn voorbereid omdat ze in de dagelijkse praktijk al hulpverlener zijn, meldt Van Vugt. „Maar tegelijkertijd zijn er speciale trainingsdagen. Het kan in rampgebieden voorkomen dat je wel vier dagen achter elkaar moet doorwerken. Dat bootsen we in Nederland al na.”
Ambulancemedewerkers krijgen daarnaast ook aanvullende cursussen, zoals hoe je slachtoffers onder het puin vandaan haalt, vertelt hij. „Als iemand met zijn of haar rug op de stenen ligt, is het minder prettig om diegene over de grond te schuiven. Dan kan die persoon zich openhalen aan de stenen. Daarvoor kunnen er dan speciale korte brancards worden ingezet, waarmee de rug wordt beschermd.”
Hoelang de operatie in Turkije gaat duren, is onduidelijk.