Het geld achter K3: wie verdient wat aan de uitverkochte concerten?

De comeback van de meidengroep K3 in de originele bezetting zal volgens een ruwe schatting zo’n 14 miljoen euro in het laatje brengen. Dat leert een simpele rekensom. Er zijn 300.000 tickets verkocht voor prijzen tussen 38 en 65 euro – de speciale vip-arrangementen van 252,76 euro niet meegerekend. Een mooie financiële opsteker voor alle betrokkenen. De som vertegenwoordigt 6 procent van de omzet van Studio 100 van het laatst beschikbare boekjaar.

De website De Rijkste Belgen somde deze week op wie zich bij het megasucces in de handen kan wrijven. Dat zijn om te beginnen natuurlijk Gert Verhulst en Hans Bourlon, de oprichters van Studio 100. Dat amusementsbedrijf kocht het K3-concept in 2002 van oprichter Niels William. Maar Verhulst en Bourlon bezitten nog maar de helft van de onderneming. De rest is in handen van investeerders, waarvan BNP Paribas Fortis Private Equity de grootste is. De bank heeft een kwart van Studio 100 in handen. De resterende aandelen zijn eigendom van Vic Swerts, de man achter lijmproducent Soudal, en 3D Investors, het investeringsvehikel dat geleid wordt door de financiële duizendpoot Frank Donck.

Het is niet zo dat de aandeelhouders rechtstreeks profiteren van de geldstroom. Studio 100 keert maar zelden dividend uit. Maar als de concertreeks de winst van Studio 100 opstuwt, kan die som in de financiële reserves worden opgenomen, en stijgt de waarde van het bedrijf.

Een fors deel van de opbrengst van de ticketverkoop gaat natuurlijk wel op aan allerlei kosten. De huur van het Sportpaleis in Antwerpen en Ahoy in Rotterdam is niet gratis. De uitbaters van die zalen profiteren mee. Daarnaast dient een deel van de opbrengst voor zaken als licht en geluid, security, verzekeringen, promotie en muzikale rechten. Die laatste bedragen bij een groot concert enkele procenten. Aangezien iemand als Miguel Wiels - in Nederland onder meer bekend van televisieprogramma Even tot Hier - 248 nummers voor K3 schreef, zal hij er wellicht iets aan overhouden. Ook de fiscus eist zijn deel op. Met een btw van 6 procent vloeit er bijna een miljoen naar de schatkist.

De kostenstructuur van concerten varieert uiteraard per optreden. Maar meestal bedragen de kosten (inclusief belastingen) ruwweg de helft van de bruto-opbrengst. In dit geval misschien wat minder, omdat de kosten voor bijvoorbeeld licht en geluid over een groot aantal optredens verdeeld kunnen worden. Anderzijds moet deze show vanaf nul ontwikkeld en aangekleed worden. Hoe extravaganter, hoe duurder. De winst die overblijft, in dit geval dus wellicht een bedrag rond 7 à 8 miljoen euro, wordt verdeeld tussen de organisator en de artiesten.

Toen concertorganisator Mojo enkele jaren geleden een gedetailleerde breakdown van een optreden publiceerde, bleek dat de artiest kon rekenen op zo’n 85 procent van dat restbedrag. Maar de verdeling verschilt van geval tot geval.

Karen Damen, Kathleen Aerts en Kristel Verbeke zullen waarschijnlijk wel stevig onderhandeld hebben over hun aandeel in de opbrengsten. Zonder hun medewerking immers geen reünie. Hoe het contract er precies uitziet, weten alleen de rechtstreeks betrokkenen en hun vertegenwoordigers. Van de drie vrouwen wordt alleen Karen Damen vertegenwoordigd door een entertainmentbureau, namelijk Draps Entertainment.

Journalist Ludwig Verduyn van De Rijkste Belgen onderzocht in 2015, ter gelegenheid van K3 zoekt K3, al eens hoeveel de originele groepsleden aan hun zangcarrière hadden overgehouden. Die cijfers zijn openbaar te raadplegen via de Balanscentrale van de Nationale Bank. Het vermogen van Verbeke en haar echtgenoot Gunther ‘Gene’ Thomas bedroeg toen 2,8 miljoen euro, dat van Aerts 2,1 miljoen en van Damen 1,7 miljoen euro.