Gerry Hamstra uit Groningen een halfjaar als rechterhand van Marc Overmars bij Ajax: 'Elke dag beter willen worden in wat je doet, daar gaat het om'  

Aan het eind van het gesprek komt ineens Simon Tahamata even binnenlopen in het kantoor van Hamstra. Die herinnert hem aan een voorval van een paar weken terug, toen de voormalige flankspeler, inmiddels 65 jaar en bij Ajax werkzaam als techniektrainer voor de jeugd, een van de Ajax-talenten tijdens een training corrigeerde.

De oude meester, in de jaren 1976-1980 een van de publiekslievelingen van Ajax en ook daarna van het Nederlands elftal, geldt als de cultuurbewaker op De Toekomst. ,,Een speler die niet goed stond te luisteren en daarna een oefening verprutste, werd even door Simon aangepakt’’, vertelt Hamstra. ,,Met een korte correctie, maar heel doeltreffend. Precies dát is waar het om gaat als je beter wilt worden: minstens zo belangrijk als een goede schaar maken. Respect, je netjes gedragen en de discipline hebben om goed te luisteren, dat gaat verder en brengt je verder.’’

Het tekent Hamstra. Zoon van een binnenvaartschipper, geboren in het Oude Rooms-Katholieke Ziekenhuis aan de Hereweg. Zat als kind jarenlang op het Schippersinternaat aan de Haydnlaan in Helpman, als zijn ouders weer onderweg waren met een vracht.

Op-en-top-Stad-Groninger, ook al woont hij sinds acht jaar met zijn vrouw Grace en zonen Tristan, Franklin en Yannick in Apeldoorn. Regelmatig bezoekt Hamstra zijn vader in Groningen. ,,Heerlijk vind ik het om dan ook even door de stad te wandelen. Je kunt me een blinddoek voordoen, ik vind de weg wel.’’

Tahamata, die hij als collega nu al een halfjaar lang regelmatig ziet, met u aanspreken, het is Hamstra ten voeten uit. ,,Van mijn ouders heb ik altijd geleerd dat ik respect moet hebben voor iedereen, maar ook niet moet denken dat ik minder ben. Op het internaat heb ik geleerd voor mezelf op te komen, mijn ouders waren er doordeweeks niet om me te troosten. Zo sta ik in het leven. Iedereen met respect behandelen, maar mezelf niet wegcijferen.’’

Het was precies wat hij deed toen het bij SC Heerenveen niet meer ging, in maart dit jaar. Na de verloren halve finale in het bekertoernooi tegen Ajax (0-3) escaleerde het verschil van inzicht dat al langer speelde.

Hoeveel boosheid hem dat ook bracht, nog steeds wil Hamstra niet veel over dat conflict zeggen, hij is niet het type dat zoiets in de media wil bespreken. Maar hij snapt dat een reactie eens moet komen. ,,Ik heb vijf mooie jaren gehad bij Heerenveen en mede dankzij Heerenveen zit ik nu bij Ajax. Het was een waardevolle tijd bij een geweldige club, waar ik enorm veel geleerd heb. Het afscheid heeft me pijn gedaan, omdat ik afscheid moest nemen van geweldige mensen. Dat doet altijd pijn. Maar ik kon niet anders.‘’

Na zijn vertrek tekende Hamstra bij Ajax. Met technisch directeur Marc Overmars, met wie hij nu samenwerkt, had hij al in zijn Heerenveentijd veel contact. Neem de onderhandelingen over Sven Botman, Dennis Johnsen en Kik Pierie, die hij met de Epenaar deed. ,,Toen al merkte ik: Marc is zo heel erg zichzelf in wat hij doet, en tegelijkertijd heel goed. Ik had al heel snel een klik met hem, ook al hadden we tegengestelde belangen. Ik dacht: dit is wel echt next level.’’

En nu staat hij daar, op De Toekomst, voor een indrukwekkende rij van 25 Mercedessen van spelers en staf, te poseren voor de fotograaf. De autosponsor van de kampioen heeft bedongen dat binnen de hekken van De Toekomst geen ander automerk mag staan, dus de Lamborghini’s, Porsches en Range Rovers staan op eerbiedwaardige afstand, op de algemene parkeerplaats.

Of hij wel past bij de club, die buiten Amsterdam toch regelmatig het stempel ‘arrogant’ of ‘poenerig’ krijgt? Hamstra valt in de rede. ,,Niks daarvan. Je haalt de begrippen arrogant en zelfverzekerd door elkaar en dat gebeurt heel vaak als het over Ajax gaat. Dit is juist een heel warme club. Een club met heel veel goede mensen die allemaal het hoogste willen bereiken. Elke keer een stapje hoger willen, nooit tevreden zijn maar altijd jezelf willen verbeteren, dát is Ajax en daar pas ik prima bij. Dat is precies hoe mijn loopbaan is verlopen, via FC Groningen-jeugd, Drachtster Boys, Achilles 1894, SC Genemuiden, FC Emmen, Vitesse en Heerenveen. Elke keer een stapje hoger, elke keer een nieuwe uitdaging. Hans Westerhof was zo’n beetje de eerste die me feliciteerde met de overstap. Hij belde me en zei: je gaat nu bij een fantastische, warme club werken, met geweldige mensen die het hoogste willen bereiken. En dat is ook precies wat ik heb gemerkt in de maanden dat ik hier nu zit. Vanaf dag één voel ik me heel erg welkom. Daarom pas ik bij Ajax.’’

Hamstra heeft het kantoor van Overmars op De Toekomst overgenomen en kijkt elke dag naar een ingelijste foto van Johan Cruijff op blote voeten, die rent over de landingsbaan van een vliegveld op de Azoren, waar trainer Stefan Kovacs de wachttijd tussen twee vluchten op weg naar de Wereldbekerfinale in 1972 nuttig wilde besteden met een loopje. De foto ernaast toont Cruijff in een open auto na winst van de Europa Cup 1. De meester houdt de bokaal vast met een peuk in zijn rechterhand. ,,Schitterend toch?’’, zegt Hamstra. ,,Elke dag geniet ik hier. Van zo’n icoon als Cruijff, die nog steeds inspireert, ook al is hij er niet meer. Elke dag beter willen worden, elke dag een uitdaging.’’

Hij houdt zich samen met Overmars en Erik ten Hag vooral bezig met de samenstelling van Ajax 1 en Jong Ajax, en focust zich verder op de verbinding tussen Ajax 1, Jong Ajax en de jeugdcontracten, de spelers uit de Ajax-opleiding die in aanmerking komen voor een contract, om te voorkomen dat spelers al voor ze hun opwachting maken in Ajax’ vlaggenschip de deur uitlopen naar goed betalende buitenlandse clubs. Maar bovendien vliegt de technisch manager de hele wereld rond om spelers te bekijken, die misschien interessant zijn voor Jong Ajax en Ajax 1.

Ajax-FC Groningen moet Hamstra aan zich voorbij laten gaan, juist om die reden: hij zit in een ver buitenland. ,,Dat is ook wat er anders is nu. Bij Heerenveen waren het vooral reizen binnen Europa, nu vlieg ik veel intercontinentaal, om spelers te bekijken. Dat maakt dit werk natuurlijk geweldig. Ik ben elke dag blij. Elke dag is een feestje. Maar ik baal wel dat ik de wedstrijd niet kan zien in de Arena. Ajax-FC Groningen is natuurlijk altijd een speciale wedstrijd. Ik heb ook heel veel respect voor hoe de directie van de FC de club door de coronacrisis heeft geloodst. Voetbal is daarbij leidend geweest. Ook daar geldt volgens mij: elke dag een stapje hoger.’’