Een race tegen de klok voor motorcoureur Michael van der Mark. Haalt hij na een dubbele onderbeenbreuk de races in Assen?

Een een maand geleden liep Michael van der Mark een dubbele onderbeenbreuk op tijdens een rondje mountainbiken. „Waarschijnlijk ga ik de donderdag voor het raceweekend pas beslissen of ik echt ga meedoen”, zegt Van der Mark.

Vooralsnog kan de BMW-coureur alleen lopen met krukken. „Ik moet mezelf heel rustig houden, en dat is frustrerend”, bekent Van der Mark. „De breuken zitten op een zeer vervelende plek: op het punt waar mijn scheen- en kuitbeen samenkomen. Het herstel verloopt gelukkig wel sneller dan gepland, maar ik mis het racen enorm.”

Hij denkt nog vaak terug aan die vermaledijde zondag in maart. Van der Mark was relatief kalm aan het toeren op zijn mountainbike, vlak bij zijn huis onder de rook van Rotterdam. „Ik reed op een paadje naar beneden en daar zag ik vers gravel liggen. Ik dacht: daar ga ik even voorzichtig omheen. Toen raakte ik een steen en viel ik. Ik lag gelijk plat, waarbij mijn voet bleef vastzitten in het pedaal. In het verleden ben ik vaak hard onderuitgegaan met mijn mountainbike, maar dan zat ik alleen onder de schrammen. Nu reed ik juist heel langzaam en gebeurt zoiets. Je verzint het niet.”

De geboren Zuid-Hollander ging tweeënhalve week geleden – nadat de zwellingen in zijn onderbeen waren afgenomen – onder het mes. De spieren rond zijn enkel voelen nog heel stijf aan, maar Van der Mark maakt elke dag een stapje voorwaarts in zijn herstel. De seizoens-ouverture van afgelopen weekeinde in het Spaanse Aragon kwam voor hem nog te vroeg, maar de komende races op het TT Circuit in Assen staan met rood omcirkeld in zijn agenda. Andersom wachten de Nederlandse motorsportfans met smart op het verlossende woord van de publiekslieveling.

„Ik kan mijn motorlaarzen in elk geval weer aantrekken, dat is al een hele overwinning”, zegt Van der Mark, glimlachend en met enig gevoel voor zelfspot. „Ik ga er alles aan doen om erbij te zijn in Assen, maar het is best lastig te voorspellen. Er kan altijd een terugslag komen en ik weet ook niet hoe het aanvoelt als ik eenmaal op de motor zit. Daarom wil ik sowieso eerst nog op een standaardmotor rijden, om te kijken of het echt gaat. En ik moet natuurlijk door de medische keuring komen.”

Als het racefestijn in Assen van start gaat, is het pas anderhalve maand geleden dat Van der Mark zijn gecompliceerde blessure opliep. Zijn onderbeen zal tegen die tijd zeker nog niet hersteld zijn. Maar zoals het een bikkelharde motorcoureur betaamt, maakt de Nederlander zich daar niet al te druk over.

„Mijn enkel zit vast in de laars, dus dat is redelijk veilig. Natuurlijk zitten er altijd risico’s aan vast, maar dit is mijn leven en wat ik het allerliefste doe. En we rijden maar één keer per jaar in Assen, waar altijd veel landgenoten speciaal voor mij een kaartje kopen. Dat maakt het bijzonder en ook wel heel leuk. Het circuit ligt mij trouwens ook gewoon goed. Veel coureurs hebben problemen met de druk van een thuiswedstrijd, maar ik rijd vaak juist heel goed voor eigen publiek. Ik eindig bijna altijd op het podium in Assen.”

Zijn mooiste Assen-moment beleefde hij in april 2014, toen hij zijn eerste grote overwinning boekte op het magische TT-circuit. De aanwezige fans waren in extase. In datzelfde jaar bemachtigde Van der Mark de wereldtitel in de Supersport-klasse, waarna hij promoveerde naar het grote WK Superbike. Dat is naast de MotoGP het meest toonaangevende kampioenschap in de wereld van de wegracerij.

Van der Mark eindigde al een keer als derde in het eindklassement en won daarnaast vier keer de prestigieuze ’8 Uur van Suzuka’. Eind 2020 maakte hij de veelbesproken overstap van Yamaha naar BMW, dat de ambitie heeft uitgesproken om met Van der Mark voor de wereldtitel in het WK Superbike te gaan. „Dat willen we zo snel mogelijk, maar we moeten ook realistisch zijn”, beseft de coureur in kwestie. „Ik ben dit seizoen al aardig wat punten misgelopen, door mijn blessure heb ik alle wintertests gemist en we zijn nog bezig met de ontwikkeling van de motor. Zoiets realiseer je niet binnen een maand of jaar. Feit is wel dat we dit seizoen vaker op het podium willen staan. Ik kan niet wachten om dat voor elkaar te boksen.”

Te beginnen in Assen? Van der Mark lacht: „Laat ik eerst maar eens de start halen.”