De Eemshaven is een van de gebieden in het Noorden met industrie. Foto: Corn� Sparidaens
Het debat over arbeidsmigranten en vervuilende industrie is spannend voor Groningen en Drenthe. Het Noorden heeft immers nog altijd een hogere werkloosheid dan de rest van het land.
Dreigende taal van grote bedrijven als ASML en Boskalis wakkeren een discussie aan over het ondernemersklimaat in Nederland. De formatie van een rechts kabinet, dat minder expats wil en minder Engels op de universiteiten, zetten dat debat nog wat verder op scherp.
Doordat Nederlanders maar weinig kinderen maken, lopen de personeelstekorten op. Het binnenhalen van meer migranten stuit op allerlei bezwaren. Bedrijven kampen bovendien met toenemende tekorten aan energie en grondstoffen.
Het antwoord van economische beleidsmakers lijkt vooral te zijn dat Nederland nog meer een kenniseconomie moet worden. Meer hoogtechnologisch werk en dan maar wat minder vervuilende industrie en lage lonenbedrijven zoals slachterijen en distributiecentra. Vanwege de tekorten aan personeel kunnen we immers kritischer zijn op wat we hier willen toestaan.
De groei van de economie in de stad Groningen en Assen sluit hier prima bij aan. De Rijksuniversiteit en het UMCG zijn daarbij belangrijke economische motoren. Het grondig aanpakken van de stationsgebieden en de plannen voor de Lelylijn en de Nedersaksenlijn passen er uitstekend in.
Tegelijk kent het Noorden altijd nog grote industrie- en landbouwgebieden waar ook mensen wonen. Die mogen niet vergeten worden. Leegloop van Noordoost-Groningen en Zuidoost-Drenthe is geen vrolijkmakend vooruitzicht. De toenemende leegstand in winkelcentra in plaatsen als Veendam en Winschoten is al een voorbode.
Landen zoals Frankrijk en Duitsland hebben nog een industriepolitiek. De Duitse auto-industrie heeft een sterke lobby in Brussel. President Macron investeert in Noord-Frankrijk en biedt batterij-fabrieken interessante belastingkortingen.
In de Haagse politiek en onder economen wordt vooral gekeken naar het Randstedelijke bedrijfsleven en de regio Eindhoven. Daar wordt immers de bulk van het geld verdiend in Nederland en wonen ook veruit de meeste mensen. Daardoor kunnen de plattelandsgebieden in het Noorden vergeten worden. Dat zou zonde zijn voor onze regio.