Een bijeenkomst over de Lelylijn op Hoofdstation Groningen met onder anderen Vivianne Heijnen (Staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat). Foto: Corné Sparidaens
Een vroege dood voor de Lelylijn zou doodzonde zijn. Helemaal als de snelle treinverbinding langs dezelfde lat wordt gelegd als de afgeblazen Zuiderzeelijn.
De aanleg van de Lelylijn is een slecht idee. Althans, dat stellen Jeltsje van der Meer-Kooistra en Henk Folmer, respectievelijk emeritus-hoogleraar financieel management en hoogleraar ruimtelijke economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij veronderstellen dat het zonde is van het geld en dat de noordelijke economie er niet beter van wordt.
Daarbij halen ze, net als bij de Zuiderzeelijn de maatschappelijke kosten-batenanalyse (mkba) weer van stal. Dat is een rekenmethode om erachter te komen wat het rendement is van een geïnvesteerde euro in bijvoorbeeld de Lelylijn. Kort gezegd komt het erop neer dat de maatschappelijke en financiële betekenis voor de desbetreffende regio onder de loep wordt genomen.
De uitkomst laat zich net als bij de Zuiderzeelijn raden. Haagse politici krijgen het advies om de miljarden te besteden in de Randstad omdat daar meer mensen wonen, er meer bedrijvigheid is en iedere geïnvesteerde euro daar meer oplevert. Het tientallen jaren heilig verklaren van de mkba leidde ertoe dat investeringen op het gebied van infrastructuur in het Noorden achterbleven en ook de Zuiderzeelijn op het laatste moment door ‘Den Haag’ werd afgeblazen. Het gaf het Noorden opnieuw het gevoel dat de regio’s die economisch en qua bevolkingsaantallen wat minder robuust zijn, worden vaak worden overgeslagen.
Groot was de blijdschap toen enkele jaren geleden in politiek Den Haag ineens een heel ander geluid te horen was. Meerdere partijen wilden afscheid nemen van het starre mkba-denken en legden de nadruk op ontwikkelkansen voor de regio. Het betekende niet dat er geen rekensommen meer hoefden te worden gemaakt. Maar wel dat een besteding in de regio niet constant moest worden vergeleken met de opbrengst van een investering in de Randstad.
Natuurlijk is het goed om op een rij te zetten wat een dergelijke snelle treinverbinding tussen Groningen via Drachten, Heerenveen en Emmeloord naar Lelystad en aansluitend op de bestaande spoorlijnen naar Amsterdam, Den Haag en Rotterdam oplevert. Maar de plannenmakers voor de Lelylijn moeten niet in dezelfde val trappen als bij de Zuiderzeelijn en met een afgestofte mbka-toets de Lelylijn te vroeg afschrijven.