Verslaggevers van Dagblad van het Noorden trekken in drie weken langs achttien dorpen in Groningen en Noord-Drenthe. Doel is van de bewoners te horen wat zij willen. Wat moet er gebeuren om de ereschuld aan het gaswinningsgebied te vereffenen? De verhalen die we optekenen, bundelen we en bezorgen we bij de politiek in Den Haag.
Ereschuld is de morele verplichting om ‘iets’ voor een ander te doen. Het woord speelt een prominente rol in het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning. Het klinkt mooi, maar niemand weet wat dat ‘iets’ is.
Daarom leggen wij ons oor te luister bij de betrokken bewoners. Dan wordt al snel duidelijk dat ze niet zitten te wachten op grote woorden, vergezichten en megalomane projecten. Ze willen gehoord worden, want ze voelen zich lamgeslagen, moegestreden. Alleen dat al is een belangrijk punt.
En wie naar ze luistert hoort dat ze willen dat hun woningen snel en zonder verder gezeur worden versterkt. Dat betekent deels nieuwbouw, maar zeker ook verduurzaming van bestaande bouw. Dat levert de inwoners immers structureel een lagere energierekening op. Dat is wel de minste compensatie na zestig jaar gaswinning.
Daarnaast uiten de inwoners hun zorgen over het cultureel erfgoed. Panden met een monumentale status zijn beschermd, andere woningen in een dorp niet. Die kunnen zo worden ingeruild voor nieuwbouw. Daardoor blijft er bar weinig over van het herkenbare karakter van het Groninger platteland.
Dat is een doodszonde, onomkeerbaar. Maar keihard op de rem trappen kan wel. Dat moet. En dan eerst heel goed luisteren naar de wensen van de bewoners van al die dorpen. Want alleen met een zak geld lost Den Haag zijn ereschuld niet in.