Johann Velkers, locatiemanager voor het COA in Ter Apel, stapt op. Foto: Marcel Jurian de Jong
Johann Velkers, regiomanager van het COA in Ter Apel, vertrekt. Hij probeerde tevergeefs te voorkomen dat de asielopvang van het aanmeldcentrum nog voller zou lopen. „De keuzes van het COA voor Ter Apel zijn niet mijn keuzes.”
Het kan niet. Niet nóg meer mensen in Ter Apel. Johann Velkers heeft een streep getrokken.
Toen de regiomanager van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in Ter Apel te horen kreeg dat er weer extra asielzoekers in Ter Apel gehuisvest moesten worden, zei hij: ‘Stop’.
„We hadden al 2245 mensen binnen. We staan al voor een onmogelijke opgave op het gebied van werkdruk en veiligheid. Dus ik zei: ‘Nee, breng ze maar ergens anders naartoe’. Daar was het COA het niet mee eens.”
De bedjes zijn op, het kan gewoon niet
Velkers is sinds begin november vorig jaar interim-manager van het COA in Ter Apel. Een ex-marinier, een man die niet bang is om een uitdaging aan te gaan. „Maar wat hier gebeurt is echt bizar. Al die belangen die spelen. Hoe iedereen daarbij gewoon voorbijgaat aan de mensen in Ter Apel: mijn medewerkers, asielzoekers, inwoners. Dat kan dus blijkbaar.”
Dat het COA en het ministerie niet naar hem luisteren en toch meer mensen naar Ter Apel willen brengen, is voor Velkers reden om op te stappen. Hij vertrekt officieel op 30 april. „Het is mijn verantwoordelijkheid om te zeggen: de bedjes zijn op, het kan gewoon niet. Ik heb me al eerder afgevraagd: waar is hier de stopknop? Die is er dus niet.”
Breng ze met bussen naar het Malieveld
Velkers ziet net als iedereen dat het COA met de rug tegen de muur staat. Overal in het land zijn opvanglocaties vol. Mogelijke oplossingen stuiten regelmatig op het ‘nee’ van gemeenten. Wat hij niet begrijpt is dat alle problemen steeds weer in Ter Apel opgevangen moeten worden.
„Ik zeg: ‘Breng ze met bussen naar het Malieveld, leg ze ergens anders neer’. Maar dat wil of durft het COA niet, vanwege al die belangen. Hier heeft de gemeente al een kort geding aangespannen, maar de rest van bestuurlijk Nederland mogen ze blijkbaar niet boos maken.”
Meer gewelddadige incidenten
Wat er in Ter Apel gebeurt is onverantwoord, zegt Velkers. Vanwege de werkdruk en de veiligheid. De veiligheidssituatie is ‘slecht’. „Er zijn veel incidenten, en ook heftige incidenten. Onder asielzoekers onderling wordt het gewelddadiger, maar ook steeds vaker richting beveiligers. Ook wat er daarvoor gebeurt is ernstig: constante scheldpartijen, met de vingers snijbewegingen langs de keel maken. Ik hoor medewerkers zeggen: ‘We zijn het ondertussen gewend’. Dat is niet normaal.”
Die oplopende spanning heeft te maken met de vele mensen die worden opgevangen in kleine ruimtes, en met de populatie: in Ter Apel verblijven ongeveer 300-400 structurele ‘overlastgevers’. „Die jongens wordt geen strobreed in de weg gelegd. Wij mogen ze niet opsluiten, niet fouilleren, niet visiteren. We mogen ze zelfs niet op straat zetten.”
Spreid overlastgevers over het land
Om iets van grip op deze groep te krijgen, zullen óf de aantallen in Ter Apel omlaag moeten, óf moet je de overlastgevers spreiden over het land, zegt Velkers. Dat laatste heeft de staatssecretaris vorig jaar ook toegezegd, maar daarbij loopt het COA aan tegen ‘doelgroepbeperkingen’ van gemeenten. Die willen wel gezinnetjes opvangen, maar geen alleenstaande mannen.
De andere mogelijke oplossing tegen overlast is de speciale ‘procesbeschikbaarheidslocatie’ (pbl) waarin de bewegingsvrijheid van asielzoekers met een kansarme aanvraag wordt beperkt. Omdat de rechter het COA daarin terugfloot, is die pbl in Ter Apel nu gesloten.
Juist op de locatie van de pbl zagen COA en ministerie onlangs mogelijkheden om extra mensen op te vangen. Omdat er voor reguliere opvang minder voorzieningen nodig zijn dan voor de pbl, is op die plek nu ruimte voor meer bedden. Ondertussen worden de overlastgevers niet aangepakt. Voor Velkers was dat de grens.
‘Nog nooit zo erg meegemaakt’
Nu de bom is gebarsten, merkt Velkers hoeveel het afgelopen half jaar hem emotioneel en fysiek heeft gekost. Sinds begin november vorig jaar is het crisis, zijn er te veel mensen in Ter Apel. Aan het einde van die maand waren de Tweede Kamerverkiezingen, die het land op slot hebben gezet. „Ik hoor ervaren COA-medewerkers en bestuurders zeggen dat ze het nog nooit zo erg hebben meegemaakt.” Alle locaties zitten tot de nok toe vol. Noodopvangplekken sluiten, nieuwe worden nauwelijks geopend.
Ondanks alles kan staatssecretaris Eric van der Burg nog altijd zeggen dat hij zijn woord houdt en dat er niemand slaapt op het gras van Ter Apel. Maar eigenlijk is de crisis volgens Velkers zelfs ernstiger dan twee jaar geleden, toen in de zomer 700 mensen buiten sliepen. „Ik heb te maken met honderden mensen die elke dag heen en weer worden gesleept. Naar Zuidwolde, naar Assen. En weer terug. Eigenlijk liggen zij al in het gras, maar ze zijn verstopt. We laten ze elke dag hun boeltje weer oppakken.”
‘Beschaafd’ Nederland houdt het probleem in stand
De manier waarop Nederland omgaat met vluchtelingen, stuit Velkers tegen de borst. Dat verwijt hij de politiek. „Los eerst dit gewoon op, en ga dan praten over de instroom. Zoveel mensen weten wat de situatie is, en toch houd je het in stand. In een ‘beschaafd’ land als Nederland. Ach hou op, we zijn helemaal niet beschaafd.”