Stop met springen, klinkt het over de marifoon als reddingswerkers het ene na de andere zwaargewonde bemanningslid uit het water trekken. ‘It’s too high, it’s too high.’ Reconstructie van de reddingsoperatie van de Fremantle Highway.
DINSDAG 25 JULI 23.45 UUR
Er is brand, klinkt het even voor middernacht over de marifoon. In het Engels maakt de bemanning duidelijk dat er op de Noordzee, boven Ameland, een autovrachtschip in nood is. Er woedt brand in 8 elektrische auto’s op een van de dekken van de Fremantle Highway, vatten de hulpdiensten de informatie vanaf het schip samen.
Het schip is die middag volgetankt vertrokken uit Bremerhaven in Duitsland met aan boord duizenden auto’s, waarvan zeker 498 elektrische. Volgende week moet het schip met 23 opvarenden aanmeren in Port Said, in Egypte. Daarna gaat het via het Suezkanaal verder naar Maleisië en Japan, de thuishaven.
Na het eerste mayday wordt duidelijk dat het menens is. Het schip maakt door schuivende lading slagzij, eerst 8 graden, daarna 10, constateren hulpverleners. Het vuur breidt zich uit over de hele lengte van het 200 meter lange schip, is te zien op warmtebeelden die worden gemaakt met een vliegtuig van de Kustwacht dat boven de Fremantle Highway vliegt. ,,Alle dekken zijn rood’’, klinkt het in het Engels over de marifoon. ,,Ons advies is om het schip te verlaten.’’
Voor deze reconstructie luisterden we het marifoonverkeer tussen de hulpverleners en reddingsdiensten terug, dat online is te vinden. Het is soms slecht te verstaan, door de vele ruis op het kanaal. De Indiase kapitein is nauwelijks te horen, maar zijn woorden worden vaak herhaald en samengevat door een Nederlandse stem van de Kustwacht. Dit verhaal kleurden we verder in met ooggetuigenverslagen van reddingswerkers.
,,De motor is al uitgevallen’’, klinkt het over kanaal 16, het internationale noodkanaal. Op kanaal 67, het safe and rescue-kanaal, komt de hulpverlening bij elkaar. Vanuit Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog zijn reddingsboten vertrokken.
De 23 mensen zitten als ratten in de val. 22 van hen zijn bij elkaar, op het voordek van het schip, nabij de brug - de cockpit van een schip. Eentje, een werktuigkundige, is bij de machinekamer, aan de andere kant van de Fremantle Highway. Ze zijn niet gewond, hoort de Kustwacht, maar ze willen graag van boord.
De opvarenden kunnen niet bij de reddingsboten, die halverwege het schip hangen. De brand, de rook, de hitte - ze worden in het nauw gedreven. De kapitein vraagt om een helikopter om hen te evacueren. Hoewel er volgens hem op dat moment nog voldoende bewegingsruimte was, zegt de Kustwacht.
De Fremantle Highway. Foto: Jaring Rispens
De situatie verandert als de werktuigkundige met een zaklamp de aandacht van het vliegtuig en de reddingsboten zoekt. Voor hem, horen we, is het ,,not possible’’ om zich bij de anderen aan te sluiten. De Kustwacht ziet dat hij zich in reddingkleding aan het hijsen is, bijna klaar om van boord te springen.
De Anna Margaretha van de KNRM en de Hurricane van rederij Noordgat positioneren zich ter hoogte van het bemanningslid, aan de achterkant van het schip. Als de boten klaar liggen, krijgt de kapitein van de Kustwacht het sein: ,,Je kunt jouw engineer vragen om te gaan springen.’’
,,Break, break, break: he has jumped”, klinkt het even later. De Indiër wordt ,,gezond’’ aan boord van de Hurricane getrokken. Hij is van naar schatting een meter of 10, hooguit 15, veilig in het water gesprongen.
WOENSDAG 26 JULI 02.15 UUR
Terwijl de kapitein met z’n bemanning op het voordek staat, krijgt hij te horen dat het nog wel 45 minuten kan duren voordat de eerste heli boven de Fremantle Highway hangt.
Vanaf Den Helder en Midden-Zeeland zijn rond half een twee helikopters opgestegen, zegt de Kustwacht. Ze gaan eerst naar Rotterdam, om daar een gespecialiseerd brandweerteam op te pikken. De ploeg wordt uiteindelijk weer afgezet in Den Helder als blijkt dat de brand zich sneller ontwikkelt en de bemanning van de Fremantle Highway geëvacueerd moet worden. Daarna vliegen de helikopters naar de Noordzee.
Ondanks de rook kan de Kustwacht de bemanning op het voordek wel zien. Ze staan midscheeps in ,,de spatie’’ tussen Fremantle en Highway, de naam die op het dek staat geschilderd.
Wat de kapitein zegt tegen de Kustwacht is niet te verstaan, de reactie wel. ,,Is it a safe option to jump in the water, then do so.’’ Overlevingspakken gaan aan, transponders en noodradiobakens worden bevestigd. De reddingsboten positioneren zich om de bemanningsleden zo snel mogelijk uit het water te kunnen halen.
Vanuit de lucht ziet de Kustwacht de bemanningsleden een voor een naar de boeg lopen. Ze moeten via de boeg of vanaf bakboord. „Stuurboord is vanwege de rook en brand „geen optie”. Eentje ,,loopt nu naar de voormast’’, een andere ,,staat 4 meter achter hem zich om te kleden’’. Richting de kapitein: ,,Give us a signal when you start jumping.’’
21,3 meter hoog is het schip volgens de website Fleetmon.com. Vanaf ongeveer zo’n hoogte springen ze een voor een de zee in. Van veel grotere hoogte dan de eerste man die sprong.
Opvarenden van drie schepen, de Koning Willem I en de Anna Margaretha van de KNRM en de Hurricane van rederij Noordgat, trekken de bemanningsleden uit het water.
Na de vierde jumper melden de helpers van de reddingsboten dat ze stuk voor stuk gewonde bemanningsleden aan boord trekken. Ze schrikken van de toestand van de springers. Sommige raken in hun val het vrachtschip, ze spugen bloed uit, zitten onder het roet.
Een hand uitsteken om aan boord getrokken te worden, lukt sommigen niet. Ze lijken wel half wakker, half bewusteloos, zien reddingswerkers. Ze constateren ,,ademhalingsproblemen’’. Eentje heeft het „schuim op de mond’’.
Is de sprong soms te hoog dat ze allemaal zo gewond aan boord komen, zegt de Kustwacht na de zesde springer. De kapitein krijgt het bevel: ,,Stop jumping, stop jumping. It’s too high, it’s too high. In ten minutes there will be helicopters.’’
WOENSDAG 26 JULI 03.30 UUR
De zestien overgebleven opvarenden kruipen naar elkaar toe op het voordek. Nog even en de reddingsheli zal beginnen met ,,hijsen’’.
Aan boord van een van de heli’s is een arts, die wordt opgeroepen voor een zwaargewonde op een van de boten, waar de reanimatie van een van de springers is gestart. Als de medical aan boord is, zet de boot koers naar Lauwersoog.
Een voor een worden de bemanningsleden van de Fremantle Highway opgepikt door de heli’s. Bij het krieken van de dag, als ook de laatste twee aan boord zijn gehesen, klinkt twee keer: ,,De hele crew is van boord.’’
WOENSDAG 26 JULI 04.45 UUR
Alle personen aan boord van de helikopter maken het goed. Vanuit de heli’s klinkt: ze zijn ,,well’’ en hebben geen medische hulp nodig.
Op de reddingsboten is de teneur totaal anders. De reanimatie van een van de bemanningsleden op de Koning Willem I is stopgezet, wordt gedeeld via de marifoon. Het bemanningslid heeft de sprong niet overleefd. Er wordt gevraagd om zeven ambulances in de haven van Lauwersoog.
Als alle slachtoffers en opvarenden zijn overgedragen en de heli’s en de reddingsboten terug naar hun station bewegen, valt het woord brand weer over de marifoon. ,,Het is een volledig uitslaande brand geworden, ook bij de accommodatie. Het schip is zo heet als het maar kan. De vlammen komen uit de ventilatiekokers.’’
Kustwacht: springen is 'call' kapitein
Het besluit om bemanningsleden van het schip te laten springen, is afkomstig van de kapitein van de Fremantle Highway. Dat zegt een woordvoerder van de Kustwacht, die de reddingsoperatie leidde.
„Wij moeten het doen met de informatie die we vanaf daar krijgen. Als de kapitein zegt dat het zo nijpend is dat ze van boord moeten, dan mag hij die call maken. Je moet er ook op vertrouwen dat hij het oordeel kan maken.”
Dat de Kustwacht zegt: „Is it a safe option to jump in the water, then do so”, is ,,meer bedoeld dat de reddingsboten ter plaatse waren en dat hij dat besluit mag nemen als hij van oordeel is dat het veilig is om dat te doen. Wij kunnen dat ook niet verbieden of daarin sturen. De kapitein is gezagvoerder.”
Ook voor het inschakelen van het brandweerteam is de informatie van de kapitein van belang. De kapitein vraagt om brandassistentie en de Kustwacht besluit daarom de helikopter daarvoor via Rotterdam te laten vliegen, waar een speciaal brandweerteam is gestationeerd.
„Je werkt met de informatie die je hebt. De kapitein verzocht om brandassistentie. Toen besloten we het brandweerteam in stelling te brengen. Maar op een gegeven moment ontwikkelde de brand zich zo snel dat de kapitein besloot dat er toch geëvacueerd moest worden.” Het team werd daarop afgezet in Den Helder, zodat de helikopter met voldoende ruimte naar de Noordzee kon vliegen.
Op de opnames wordt meermaals gesproken over stroeve communicatie. Wat daarmee bedoeld wordt, weet de woordvoerder niet. Volgens haar vinden analyses later plaats. „We zijn nu nog volop met het incident bezig.”