Zicht op het Zuiderplantsoen en het nieuwe fietspad. Corné Sparidaens
Het Zuiderplantsoen in Groningen is vanaf donderdagmiddag open voor iedereen. Is het gelukt om boven de ringwegtunnel een ‘echt groen’ plantsoen te maken? Een rondje langs faunapassages, stekelige rozenkwesties en een heel eenzame boom.
Wie dacht dat met de opening van de ringweg de belangrijkste mijlpaal van de Aanpak Ring Zuid was bereikt, heeft het mis. Pas vanaf donderdag kunnen Stadjers namelijk luieren en fietsen in het spiksplinternieuwe Zuiderplantsoen boven het verdiepte deel van de weg.
Op anderhalve meter aarde herstellen bomen, bloeiende borders, grasvelden, wandelpaden en fietspaden de verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het Sterrebos. Stadsbewoners die door de ringweg waren gescheiden, zijn weer buren.
Joram Plantenga, namens Aanpak Ring Zuid betrokken bij de beplanting, zegt het zo: “Begrijp me niet verkeerd. De ringweg onder de grond is een prachtig stukje techniek, maar het park was natuurlijk het doel.” De landschapsarchitect achter het park, Paul Kersten van bureau Wurck, heeft het zelfs ronkend over de „groenste snelweg ter wereld”.
Maar: hoe dier- en insectenvriendelijk is het nieuwe stadsgroen eigenlijk? Er zijn nog wel wat harde noten te kraken.
Het nieuwe grasveld tussen de oude delen van het Sterrebos, met de groenstrook voor dieren vooraan. Foto: Corné Sparidaens
Exoten in het park
Wie vanaf de Hereweg het Zuiderplantsoen inloopt, stuit meteen op een nu nog wat armetierig stuk aangeplante struiken en bomen. Het is de bedoeling dat het bosje met ligusters en wat bruin uitgeslagen hulst uitgroeit tot een flink bosschage dat het park van de weg afsluit en tegelijkertijd de zogenoemde ‘doorsteekbaarheid’ van het plantsoen voor dieren vergroot. Die kunnen straks beschut van het noordelijke in het zuidelijke deel van het oude Sterrebos komen. Daarmee wordt de ecologische verbinding deels hersteld.
,,Goed dat ze dat gedaan hebben. Maar wat doen dan bijvoorbeeld die rododendrons daar, waarom staat het hier niet vol met heesters en planten van het gebied, meidoorn, sleedoorn?”, vraagt ecoloog Hans van der Lans zich af. De rododendron is een ‘indringer’ die van nature niet voorkomt in Nederland en de biodiversiteit verstoort.
Van der Lans vindt, met andere ecologen, dat je anno 2025 vanwege de biodiversiteit vooral met heemplanten zou moeten werken die in Nederland in het wild voorkomen, omdat die een belangrijke levenslijn zijn voor insecten. Vast staat dat het grootste deel van de plannen al tien jaar vastligt en dat de blik op ecologie in die tijd is veranderd.
Plantenga: ,,Kijk bijvoorbeeld naar de 1100 iepen die we langs de ringweg hebben geplant. Die stonden al jaren op een locatie ‘voor te groeien’. Bij nader inzien hadden we liever meer verschillende soorten gebruikt. Met de kennis van nu zou je sommige dingen anders doen. Zo is het uitgangspunt van de gemeente inmiddels: ‘inheems, tenzij’. Maar het contract met de aannemer lag vast en het is duur om dat open te breken.”
Oversteekeilandjes voor dieren
Hans van de Lans: ,,Het Sterrebos is in ecologisch opzicht het enige echte bos van de stad Groningen, er lag nu de kans dat monument te herstellen, maar dan had je een heel ander park moeten maken. Niet zoals nu met losse bomen op een grasveld, maar bomen omringd door minibosjes die fungeren als ‘oversteekeilandjes’. En geen bosrand met een fietspad erdoorheen, maar een rand van wel 10 meter breed met struweel en struiken, om het bos te beschermen tegen wind en zon.”
Kersten en Plantenga benadrukken dat er ook veel insectvriendelijke planten zijn aangeplant. Kersten: ,,Er is commotie over de 250.000 rozenstruiken langs de weg. Die zouden niet inheems zijn. Maar dat klopt gewoon niet. Het zijn Nederlandse duinrozen die tegen wind, zout en arme grond kunnen: perfect voor die plek. Hij wijst ook op de 8000 bolletjes die rondom de oude delen van het Sterrebos worden gepoot: „Nederlandse stinzenplanten zoals holwortel en krokussen die rondom die paden ook weer veel inheems groen toevoegen.”
Het plantsoen heeft verschillende zones. Tussen de Sterrebosdelen gras met natuurlijke bosranden, verderop bloeiende borders die aansluiten op de bonte tuin van DUO. Wie via de fietsvallei onder het spoor doorgaat, belandt in het zogenoemde buurtpark, met onder meer fruitbomen, een basketbalveld en kleinere grasvelden.
Rondom de tunnelbakken moeten rozen, berberis en hulst met hun stekels mensen afschrikken. Corné Sparidaens
Boomkroonpad voor vleermuizen
Bijzonder veel moeite hebben de bouwers gedaan om dieren veilig door en naar het park te leiden. Aan weerszijden van de Hereweg staan bomen extra dicht tegen elkaar zodat eekhoorns veilig van boom naar boom kunnen springen, via hun eigen boomkroonpad als het ware.
Ook schijnen in het hele plantsoen lantarenpalen naar beneden om vleermuizen zo min mogelijk te verstoren. Paul Kersten: ,,We hebben bovendien een strijd gevoerd om het Winschoterdiep deels open te houden (het water is zo ondiep dat schepen het aquaduct in het historische kanaal niet meer kunnen passeren, red.). Dat is uiteindelijk gelukt en we hebben er een rij bomen langs geplant. Water- en meervleermuizen kunnen zo langs de waterrand blijven vliegen, zoals ze graag doen.”
Ook zijn er tussen de theekoepel aan de Hereweg en de Kemkensberg langs de zuidzijde van het Sterrebos bomen geplant die als foerageergebied moet dienen. Plantenga: ,,Dat is beschut zodat muggen er kunnen dansen en vleermuizen ze te grazen kunnen nemen.”
De grote gazons in het midden van het park zijn met hufterproof trapveldgras ingezaaid, maar in de grasvelden aan de zijkanten zijn speciaal voor dit gebied samengestelde grasmengels ingezaaid met bloeiende soorten die langs een bosrand voorkomen. De bedoeling is dat dat pas in juli wordt gemaaid, zodat het lang kan bloeien.
Paul Kersten: ,,Als je in Nederland een stuk grond met rust laat, wordt het bos en dat heeft natuurlijk een hoge natuurwaarde. Het Zuiderplantsoen is geen bos, het is een park. Het moet sociaal veilig zijn, er moeten zichtlijnen zijn, en ja, sierwaarde telt ook. Bij de keuze voor planten staat soms ecologie op één, maar niet altijd. Rododendrons zijn altijd groen en mooi.”
Zo zijn er ook planten gebruikt die de veiligheid van het park vergroten. Rond de openingen van de tunnel staan afschrikwekkend stekelige struiken om mensen op afstand te houden. Plantenga: ,,Dat proberen we zo aantrekkelijk mogelijk te doen met de geel of oranje bloeiende berberis, rozen en hulst.”
De gewraakte rododendron, een niet inheemse soort, en dus minder aantrekkelijk voor insecten. Corné Sparidaens
Kroonjuwelen aangetast
Midden in het strak aangelegde nieuwe pad tussen de Waterloolaan en het nieuwe Zuiderplantsoen staat nog één, wat verloren, boom. Kersten: ,,Die kappen we pas als de vergunning helemaal onomkeerbaar is, nu werken we er dus maar omheen.”
De boom is symbolisch voor de strijd die buurtbewoners en actievoerders hier hebben gevoerd met de bouwers van het plantsoen. Mariska Lunsing is namens actiegroep XR Bomen een van hen. Ze betreurt de kaarsrechte, verbrede paden (met speciaal ontworpen Sterrebostegels). ,,Dit is absurd als je bedenkt dat er aan burgers gevraagd wordt tegels te wippen. Er zijn boomwortels beschadigd, er is oude bodem afgegraven vol bodemleven en oude gezonde hazelaars zijn weg. Het Sterrebos is een van de kroonjuwelen van de stad, dat moet je koesteren.”
Paul Kersten: „Wij kappen hier geen oude bomen, hier lag in 1980 nog een op- en afrit naar de snelweg. En dat het pad niet nodig was, dat bestrijd ik. Een park is een geschenk aan de stad, dat moet toegankelijk zijn, ook met een wandelwagen of rollator.”
Rozenstruiken komen in het project overal terug, die als een soort 'beeldmerk' moeten fungeren. Corné Sparidaens