Baggerslib op de dijk bij Nieuwe Statenzijl. Foto: Hunze en Aa's
Soms ligt de oplossing van een vraagstuk zo voor de hand dat je je afvraagt waarom je het niet eerder bedacht hebt. Dat geldt ook voor een nieuwe methode die waterschap Hunze en Aa’s bedacht om een dijkvak klaar te maken voor de toekomst.
De homp klei die onderzoekers onlangs openbraken op de dijk bij Nieuwe Statenzijl lijkt van binnen veel op Indische spekkoek. De brok is opgebouwd uit duidelijk afgetekende dunne laagjes. Technisch manager Henk van Norel van het waterschap is opgetogen: hij ziet klei die geschikt is om de Dollarddijk mee te versterken.
De doorsnede van een homp klei op de rijpdijk. Foto: Hunze en Aa's
De klei is afgelopen zomer ontstaan door met tussenpozen slib over proefvakken in de dijk te laten lopen. Dat slib droogde telkens op, waardoor een steeds dikkere kleilaag ontstond. Dat was nog nooit eerder vertoond, zeggen ze bij het waterschap. De term ‘rijpdijk’ is geboren.
Brede Groene dijk
Het rijpen van slib tot klei gebeurt al langer. In speciale kleirijperijen is slib uit de Eems-Dollard in een aantal jaar gedroogd tot klei, dat gebruikt wordt voor dijkversterking. Bij wijze van proef is er al een stuk (750 meter) van de Dollarddijk verhoogd en verbreed met deze klei: de Brede Groene Dijk. Die heeft een flauw aflopend buitentalud bekleed met gras. Het talud is daarmee geschikt om de kracht van golven op te vangen. Uit de proef blijkt dat dit een prima alternatief is voor een traditionele dijk met een harde bekleding zoals asfalt.
Klei uit slib maken heeft belangrijke voordelen: door slib uit de troebele Eems-Dollard te gebruiken wordt het water helderder, wat goed is voor de onderwaternatuur. En er hoeft geen klei van ver te worden gehaald.
Kleirijperij vergt veel ruimte
Maar kleirijperijen hebben als nadeel dat ze veel ruimte in beslag nemen. Voor het versterken van de 15 kilometer Dollarddijk zou een oppervlakte van 250 hectare nodig zijn. Dat rijpen gebeurt vlakbij de dijk, meestal op landbouwgrond. Het is vruchtbare grond die boeren liever gebruiken om gewassen te telen, dan er slib op te laten drogen.
Waterschap Hunze en Aa’s bedacht daarom een andere manier. „Het drong opeens tot ons door dat we de dijk zélf als rijperij kunnen gebruiken”, zegt Van Norel. „Het was een eurekamoment.”
In proefvakken op de dijk bij Nieuwe Statenzijl rijpt slib tot klei. Foto: Hunze en Aa's
Nu de proef met de rijpdijk geslaagd is, wordt de methode mogelijk op het hele dijkvak ingezet. Het plan is om een baggerleiding over het 15 kilometer lange traject te leggen. Baggerslib uit haven van Delfzijl wordt naar een centraal vulpunt gebracht, waarna het door de leiding geperst wordt. Uit de leiding loopt het om de zoveel meter over de dijk. „Als een soort egaline”, zegt Van Norel. „Dat kunnen we van april tot oktober een keer in de drie dagen doen, zestig keer in totaal dus.”
Het slib wordt laag voor laag op de dijk aangebracht. Foto: Hunze en Aa's
Van Norel verwacht dat het ongeveer veertien jaar duurt om zo een dikke kleilaag te maken. „Dat is vrij lang” erkent hij. „Maar in het nationale Hoogwaterbeschermingsprogramma staat dat de versterking in 2050 klaar moet zijn. We hebben dus nog even tijd.”
Hij benadrukt de voordelen van de rijpdijk: er zijn geen vrachtwagens en bulldozers nodig, er is dus minder overlast voor omwonenden en ook de natuur in de kwelders wordt minder verstoord.
Wat kost het?
Het waterschap onderzoekt wat de kosten zijn van de rijpdijk. „We vermoeden dat het financieel aantrekkelijker is dan versterking met klei uit een kleirijperij”, zegt Van Norel.
Een ander alternatief is versterking op een traditionele manier, met asfalt op het talud. „Dat is misschien iets goedkoper, maar veel minder duurzaam. Bovendien is er voor de rijpdijk mogelijk extra financiering beschikbaar, bijvoorbeeld uit het Waddenfonds.”
Waterschap Hunze en Aa’s besluit voor de zomer van 2026 op welke manier de Dollarddijk versterkt wordt.